ECLI:NL:RBMAA:2012:BV1452
Rechtbank Maastricht
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek in civiele procedure wegens gebrek aan vooringenomenheid
Op 19 januari 2012 heeft de Rechtbank Maastricht uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. Verzoekster, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, had een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. [[RECHTER]], de rechter die belast was met de behandeling van haar zaak. Dit verzoek volgde op een eerdere comparitie die op 5 december 2011 had plaatsgevonden, waarbij de procesvertegenwoordiger van verzoekster, mr. [[AA]], wegens ziekte niet aanwezig kon zijn. Verzoekster stelde dat de rechter door het niet honoreren van het verzoek om aanhouding van de comparitie de schijn van partijdigheid had gewekt, wat zou leiden tot een schending van het recht op een onpartijdige rechter zoals gewaarborgd in artikel 6 van het EVRM.
De wrakingskamer heeft het verzoek om aanhouding van de wrakingszitting afgewezen, omdat verzoekster onvoldoende maatregelen had getroffen om zich te laten vertegenwoordigen. De wrakingskamer oordeelde dat de beslissing van de rechter om het aanhoudingsverzoek niet te honoreren een procesbeslissing was die niet getuigde van vooringenomenheid. De wrakingskamer benadrukte dat de rechter vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. In dit geval was er geen objectieve of subjectieve aanwijzing voor partijdigheid van de rechter.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het wrakingsverzoek afgewezen, omdat de aangevoerde feiten en omstandigheden niet voldoende waren om te concluderen dat de rechter niet onpartijdig was. De beslissing werd genomen in aanwezigheid van de griffier, M. Janssen, en werd openbaar uitgesproken.