In deze zaak, die voor de Rechtbank Maastricht diende, heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Nieuwe Gerstengel B.V. (hierna: De Gerstengel) een kort geding aangespannen tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Nederlandse Koolzuur Centrale B.V. (hierna: NKC). De Gerstengel vorderde een veroordeling van de NKC tot betaling van een bedrag van € 7.920,00, vermeerderd met rente en kosten. Deze vordering was gebaseerd op een eerdere veroordeling van de rechtbank Maastricht van 26 oktober 2011, waarin De Gerstengel was verplicht om 86 cilinders aan de NKC te retourneren. De Gerstengel heeft deze cilinders geretourneerd, maar ontving geen betaling van de waarborgsommen van in totaal € 10.320,00 van de NKC, wat volgens De Gerstengel een tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen door de NKC betekende.
De NKC voerde verweer tegen de vordering van De Gerstengel. De voorzieningenrechter oordeelde dat bij een kort geding, waarin een geldsom wordt gevorderd, terughoudendheid is geboden. De rechter moet niet alleen de aannemelijkheid van de vordering onderzoeken, maar ook of er feiten en omstandigheden zijn die een onmiddellijke voorziening vereisen. In dit geval was er voldoende spoed geboden voor de betaling van de onbetaald gebleven waarborgsommen, mede gezien de continuïteit van de bedrijfsvoering van De Gerstengel.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de NKC gehouden was om de waarborgsom terug te betalen, aangezien De Gerstengel deze had betaald voor de 86 geretourneerde cilinders. De NKC werd veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en werd ook veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is uitgesproken op 27 januari 2012 door mr. J.J.P. Bergmans, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E.J.H.G. van Binnebeke, griffier.