In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 2 januari 2012 een vonnis uitgesproken in kort geding tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TRANSPORT- EN CONTAINERBEDRIJF [naam 1] BV (eiseres) en JCM RECYCLING BV (gedaagde). Eiseres vorderde ontruiming van het gehuurde pand op basis van een huurachterstand van zeven maanden en de vrees dat gedaagde in de toekomst ook zijn verplichtingen niet zal nakomen. De huurovereenkomst tussen partijen was aangegaan voor een periode van acht jaar, maar gedaagde had herhaaldelijk huurachterstanden laten ontstaan. Eiseres vreesde dat gedaagde niet in staat zou zijn om de afvalberg op het terrein tijdig te saneren, wat aanzienlijke financiële risico's met zich meebracht.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er voldoende grond is voor de vordering tot ontruiming, omdat de huurachterstand door gedaagde werd erkend en de vrees voor toekomstige tekortkomingen reëel was. Gedaagde voerde aan dat de huurachterstand geen ontbinding rechtvaardigde vanwege bijzondere omstandigheden, zoals de gevolgen van de financiële crisis. Echter, de voorzieningenrechter oordeelde dat deze omstandigheden niet voldoende waren om de ontruiming te voorkomen.
Het vonnis leidde tot de toewijzing van de vorderingen van eiseres, waaronder de ontruiming van het gehuurde pand binnen acht dagen na betekening van het vonnis, betaling van de huurachterstand, en de verbeurde contractuele boete. Gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis benadrukt de noodzaak voor huurders om aan hun verplichtingen te voldoen, vooral in situaties waar er een aanzienlijke huurachterstand is en er vrees bestaat voor toekomstige tekortkomingen.