ECLI:NL:RBMAA:2011:BW8111

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
9 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
442026 EJ VERZ 11-262
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen na ontslag op staande voet

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Maastricht op 9 september 2011 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de besloten vennootschap Fair Play Centers B.V. en de werknemer, aangeduid als [verweerder]. De werknemer was sinds 1 februari 2000 in dienst als zaalchef en werd op 15 juli 2011 op staande voet ontslagen. Fair Play verzocht de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst te ontbinden, voor het geval dat in een bodemprocedure zou blijken dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig was. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake was van een verandering in de omstandigheden die een gewichtige reden vormde voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter oordeelde dat de gedragingen van [verweerder] het vertrouwen van Fair Play hadden geschaad, waardoor een vruchtbare voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet meer mogelijk was. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden zonder toekenning van een vergoeding aan [verweerder], aangezien de verandering in omstandigheden aan hem te wijten was. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten droeg. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en is gepubliceerd op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Locatie Heerlen
Zaak/repnr: 442026 EJ VERZ 11-262
Conc.: CJ
Beschikking op voorwaardelijk verzoek ex artikel 7:685 BW van de kantonrechter d.d. 9 september 2011
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Fair Play Centers B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Kerkrade,
verzoekster, hierna aan te duiden als: Fair Play,
gemachtigde: mr. E.V.C. Savelkoul te Heerlen,
contra:
[verweerder],
wonende aan de [adres],
verweerder, hierna aan te duiden als: [verweerder],
gemachtigde: mr. L.I. Olivier te Roermond.
1. Het procesverloop
Op 26 augustus 2011 is ter griffie een verzoek ontvangen om de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst, voor zover vereist, wegens gewichtige redenen te ontbinden.
Daarop is op 6 september 2011 een verweerschrift ingediend.
De inhoud daarvan, alsmede van de overige stukken, waaronder de aantekeningen van de mondelinge behandeling op 8 september 2011 en de door mr. Savelkoul en mr. Olivier overgelegde pleitnota’s, dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd.
De uitspraak van de beschikking is bepaald op heden.
2. Het verzoek en verweer
Fair Play verzoekt de arbeidsovereenkomst met [verweerder] voorwaardelijk, voor het geval dat in rechte onherroepelijk in een bodemprocedure wordt vastgesteld dat deze niet reeds is geëindigd op 15 juli 2011, te ontbinden wegens gewichtige redenen als bedoeld in artikel 7:685 BW, bestaande uit primair een dringende reden en subsidiair veranderingen in de omstandigheden zonder toekenning van een vergoeding, althans meer subsidiair met de bepaling dat bij toekenning van een vergoeding die vergoeding pas opeisbaar is op het moment dat onherroepelijk in rechte is vastgesteld dat het ontslag op staande voet van 15 juli 2011 geen stand kan houden. Voor de onderbouwing van het verzoek verwijst de kantonrechter naar het verzoekschrift, de overgelegde pleitnota en het verhandelde tijdens de mondelinge behandeling.
[verweerder] heeft gemotiveerd verweer gevoerd. [verweerder] concludeert primair tot afwijzing van het verzoek. Voor het geval de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, verzoekt [verweerder] subsidiair om toekenning van een vergoeding van € 60.000,00 bruto. Op het verweerschrift en de daarop ter zitting gegeven toelichting zal hierna, voor zover nodig, nader worden ingegaan.
3. De beoordeling
Tussen partijen staat vast dat [verweerder], geboren op [geboortedatum], sedert 1 februari 2000 bij Fair Play in dienst is als zaalchef, tegen een salaris van laatstelijk € 2.794,00 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag. Fair Play heeft op 15 juli 2011 [verweerder] op staande voet ontslagen. Bij brief van 18 juli 2011 heeft Fair Play dit ontslag aan [verweerder] bevestigd.
De kantonrechter heeft zich ervan vergewist dat het onderhavige verzoek geen verband houdt met het bestaan van een opzegverbod.
De kantonrechter heeft ter zitting al meegedeeld dat de verzochte ontbinding van de arbeidsovereenkomst niet op grond van de primair dringende reden toewijsbaar wordt geacht.
Wel wordt het verzoek op de subsidiaire grondslag - verandering in de omstandigheden - toewijsbaar geacht.
Op grond van de inhoud van de gedingstukken en in aanmerking genomen hetgeen door partijen ter toelichting daarop ter gelegenheid van de mondelinge behandeling naar voren is gebracht, is immers genoegzaam gebleken dat door de gedragingen c.q. handelwijze van [verweerder], zijnde het in strijd handelen met de binnen Fair Play geldende regels en voorschriften, en daarbij in aanmerking genomen de voorbeeldfunctie die [verweerder] bekleedde, het door Fair Play in [verweerder] gestelde vertrouwen is geschaad.
De feitelijke situatie tussen partijen is derhalve van dien aard dat er geen vertrouwensbasis tussen partijen meer aanwezig wordt geacht. De arbeidsverhouding tussen partijen is duurzaam verstoord geraakt, zodat een zinvolle en vruchtbare voortzetting van de arbeidsovereenkomst, voor het geval de arbeidsovereenkomst nog mocht bestaan, niet meer tot de reële mogelijkheden behoort.
Daarnaast is ontbinding ook uit praktisch oogpunt wenselijk nu ter zitting is gebleken dat [verweerder] inmiddels elders emplooi heeft gevonden.
Zulks leidt tot de slotsom dat er sprake is van een verandering in de omstandigheden, die een gewichtige reden vormt, welke van dien aard is dat de arbeidsovereenkomst, voor zover in rechte onherroepelijk vast zou komen te staan dat deze nog bestaat, op korte termijn behoort te eindigen. De kantonrechter zal de arbeidsovereenkomst tussen partijen per heden ontbinden. Daarbij zal aan [verweerder] geen vergoeding worden toegekend, nu in het vorenoverwogene ligt besloten dat die verandering in omstandigheden aan [verweerder] is te wijten.
Nu geen vergoeding wordt toegekend kan aanstonds een eindbeschikking worden gegeven.
Gezien de aard van de procedure worden de proceskosten gecompenseerd in die zin dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
3. Beschikt
De kantonrechter:
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen Fair Play en [verweerder] wegens gewichtige redenen met ingang van heden, zulks voorwaardelijk voor het geval dat deze arbeidsovereenkomst niet reeds op 15 juli 2011 rechtsgeldig is geëindigd;
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
Aldus gegeven door mr. P. Hoekstra, kantonrechter, en uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.