ECLI:NL:RBMAA:2011:BW6813

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
3 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
445476 BM VERZ 11-1573
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het verzoek tot opheffing van bewind over de goederen van de rechthebbende

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Maastricht op 3 november 2011 uitspraak gedaan over een verzoek tot opheffing van het bewind over de goederen van de rechthebbende. De rechthebbende, geboren in 1989, heeft een verzoekschrift ingediend op 30 augustus 2011, waarin hij verzoekt om het bewind op te heffen. Tijdens de zitting op 26 oktober 2011 zijn zowel de rechthebbende als zijn begeleider en de bewindvoerder gehoord. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de rechthebbende nog niet in staat is om zijn vermogensrechtelijke belangen zelfstandig te behartigen, ondanks zijn wens om zelf financiële keuzes te maken. De bewindvoerder heeft aangegeven dat de gronden voor het bewind nog steeds aanwezig zijn, vooral gezien het feit dat eerdere pogingen om de rechthebbende maandgeld te geven zijn mislukt. De rechthebbende heeft aangegeven dat hij wil sparen om op zichzelf te kunnen wonen, maar zijn huidige financiële situatie laat dat niet toe.

De kantonrechter heeft besloten het verzoek tot opheffing van het bewind af te wijzen. De rechthebbende krijgt echter de kans om gedurende het komende jaar aan te tonen dat hij in staat is om zijn financiën verantwoord te beheren. De begeleider heeft beloofd samen met de rechthebbende een budgetplan op te stellen, dat met de bewindvoerder zal worden besproken. Indien de rechthebbende succesvol is in het volgen van dit plan, kan het bewind in de toekomst mogelijk worden opgeheven. De beschikking is openbaar uitgesproken door de kantonrechter in aanwezigheid van de griffier, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, uitsluitend door tussenkomst van een advocaat.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Locatie Maastricht
Zaaknr: 445476 BM VERZ 11-1573
BMnr: 25446
Typ: M.S.
datum beschikking: 3 november 2011
beschikking opheffing bewind
op verzoek van
[rechthebbende]
geboren te [geboorteplaats] op [1989]
wonend te [adres]
verder ook te noemen: rechthebbende.
Het verzoek strekt tot opheffing van een bewind over de goederen die (zullen) toebehoren aan rechthebbende.
verloop van de procedure
De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
- een verzoekschrift met bijlagen, ter griffie ingekomen op 30 augustus 2011;
- een schriftelijke reactie van Bureau Inkomens Beheer B.V. d.d. 3 oktober 2011.
De rechthebbende, vergezeld van de heer [psychisch/sociaal verpleegkundige] (psychisch/sociaal verpleegkundige bij
Mondriaan) alsmede R.W.P. Triepels (Bureau Inkomensbeheer B.V.) zijn gehoord op
26 oktober 2011.
beoordeling
De bewindvoerder is het niet eens met het verzoek. Hij geeft aan dat de gronden voor het bewind nog steeds aanwezig zijn. Nadat de bewindvoerder de schulden van rechthebbende met een grote belastingteruggave heeft kunnen aflossen is er op verzoek van rechthebbende geprobeerd hem maandgeld te geven. Dit is jammer genoeg mislukt omdat het geld in twee weken op was. Vervolgens is weer teruggeschakeld naar weekgeld. Dat is vrij krap omdat rechthebbende heeft aangegeven te willen sparen om op zichzelf te kunnen gaan wonen.
Ter zitting heeft rechthebbende aangegeven dat hij nu zelf zijn financiële keuzes wil maken. Duidelijk is echter ook dat hij enkel weekgeld krijgt. Hij betwist dat hij ooit maandgeld heeft gehad. Hij is ter zitting erg boos ge-worden toen hij merkte dat het niet vanzelfsprekend is dat het bewind wordt opgeheven als hij dat wenst. Hij geeft aan dan zijn uitkering te zullen stopzetten en is boos de zaal uitgelopen.
Gelet op deze reactie acht de kantonrechter het op dit moment nog niet verantwoord om het bewind op te heffen omdat rechthebbende nog niet in staat is zijn vermogensrechtelijke belangen ten volle zelf te behartigen.
Nadat rechthebbende boos de zaal is uitgelopen hebben de bewindvoerder, de begeleider en de kantonrechter afgesproken dat rechthebbende de kans krijgt het komende jaar te laten zien dat hij verantwoord met zijn geld kan omgaan. De begeleider heeft beloofd samen met rechthebbende een budgetplan op te stellen en dit met de bewindvoerder te bespreken.
De bewindvoerder heeft toegezegd dat na indiening van een realistisch budgetplan rechthebbende maandgeld zal krijgen. Indien dit goed gaat krijgt hij als volgende stap de verantwoordelijkheid om zelf zijn ziektekosten-premie te betalen. Zo zal er elke maand een verantwoordelijkheid bijkomen. Verloopt dat allemaal goed dan kan het bewind te zijner tijd worden opgeheven.
Op dit moment wordt het verzoek afgewezen.
beslissing
De kantonrechter:
wijst het verzoek af;
deze beschikking is gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. W.E. Elzinga, kantonrechter, in aanwe-zigheid van M.E.J. Scheeren-Gorissen, griffier.
Tegen deze beschikking kan – uitsluitend door tussenkomst van een advocaat – hoger beroep worden ingesteld bij het Ge-rechtshof te ’s-Hertogenbosch:
a. door de verzoeker(s) en degene aan wie een afschrift van de beschikking (door de griffier) is verstrekt
of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.