ECLI:NL:RBMAA:2011:BV7737
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Verjans
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van premieachterstand door zorgverzekeraar
In deze zaak vorderde de eiseres, Onderlinge Waarborgmaatschappij Centrale Zorgverzekeraars Groep, Zorgverzekeraar U.A., betaling van een premieachterstand van de gedaagde, die in persoon procedeerde. De kantonrechter constateerde dat er eerder een procedure had plaatsgevonden waarin een aantal maanden premieachterstand was gevorderd, welke vordering was toegewezen. Na deze uitspraak had de gedaagde enkele betalingen verricht, maar door onduidelijkheden en telefonische mededelingen van de zorgverzekeraar was hij het overzicht over zijn premieachterstand kwijtgeraakt. Dit leidde tot een nieuwe dagvaarding voor eenzelfde vordering.
De kantonrechter oordeelde dat de zorgverzekeraar haar verplichting om schade te beperken niet naar behoren had nageleefd. De rechter stelde vast dat de zorgverzekeraar in de eerdere procedure haar vordering had kunnen vermeerderen, maar dit niet had gedaan, wat resulteerde in extra proceskosten voor de gedaagde. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten werden afgewezen, omdat deze niet redelijk waren en niet in redelijkheid waren gemaakt. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten droeg.
De kantonrechter wees het gevorderde bedrag van € 213,86 toe, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de conclusie van repliek op 24 augustus 2011. De rechter benadrukte dat een schuldeiser, zowel bij het inschakelen van een incassogemachtigde als bij het dagvaarden, de dossiers zoveel mogelijk moet samenvoegen om onnodige kosten te vermijden. De uitspraak werd gedaan op 19 oktober 2011 in de Rechtbank Maastricht, sector Kanton.