Uitspraak
RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Civiel
Beschikking: 21 november 2011
De enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft de navolgende beschikking gegeven:
Zaaknummer: 162517 / FA RK 11-753
In de zaak van:
[verzoeker],
en:
[verzoekster],
beiden wonende te [adres],
verzoekers,
notaris mr. W.M.H.J. Gulikers (Horst aan de Maas).
Wederom gezien de stukken, waaronder de beschikking van deze rechtbank van 11 augustus 2011.
1. Het verdere verloop van de procedure
Op 7 september 2011 hebben verzoekers een aanvullend verzoekschrift ingediend met daarbij gevoegd een aangepast concept van de notariële akte.
2. De verdere beoordeling
Uit het aanvullend verzoekschrift leidt de rechtbank af dat partijen zich op het standpunt blijven stellen dat opname van de "Dozy-clausule" achterwege kan blijven, nu zij primair het verzoek tot goedkeuring zónder opname van die clausule handhaven. Subsidiair verzoeken partijen de goedkeuring te verlenen aan de huwelijkse voorwaarden mét opname van de "Dozy-clausule", een en ander conform de op 7 september 2011 overgelegde conceptakte.
De rechtbank heeft verzoekers bij beschikking van 11 augustus 2011 in de gelegenheid gesteld een deugdelijke toelichting te geven op het door de notaris overgelegde ontwerp van de akte, waarin een hoofdelijkheidsclausule ontbrak. In dat kader had de rechtbank reeds, als schot voor de boeg, geoordeeld dat het argument dat verzoekers zich niet hebben gerealiseerd dat zij in de wettelijke gemeenschap van goederen zouden huwen, niet opgaat. Het aanvullend verzoekschrift vormt in dit opzicht louter een herhaling van dat bij beschikking van 11 augustus 2011 gemotiveerd weerlegde argument. Er bestaat geen aanleiding van dat oordeel terug te komen. Nu verzoekers in het aanvullend verzoekschrift overigens geen deugdelijke toelichting hebben gegeven op de vraag waarom opname van de "Dozy-clausule" achterwege kan blijven, ligt het primaire verzoek voor afwijzing gereed.
Een "Dozy-clausule" beoogt schuldeisers te beschermen tegen een door de echtgenoten gewenste ongelijke verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap en brengt, na ontbinding en verdeling van die gemeenschap, een hoofdelijke aansprakelijkheid van de echtgenoten voor alle gemeenschapsschulden mee, ook dus voor die schulden die de andere echtgenoot heeft doen ontstaan. Daarmee spoort de clausule die de notaris op bladzijde 7 van het ontwerp van de akte heeft opgenomen maar ten dele. Die clausule immers roept voor verzoekers weliswaar een hoofdelijke aansprakelijkheid in het leven voor alle op de huwelijksgoederengemeenschap verhaalbare schulden, maar tegelijkertijd beperkt de clausule die aansprakelijkheid tot een bedrag gelijk aan de waarde van hetgeen aan de betrokken echtgenoot in het kader van de verdeling wordt toegedeeld. Die beperking acht de rechtbank in strijd is met het hiervoor uiteengezette doel en strekking van de nota bene in overleg met de KNB tot stand gekomen "Dozy-clausule" (zie het "model verzoekschrift maken of wijzigen huwelijkse voorwaarden staande huwelijk" van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie). Anderzijds loopt de clausule wél in de pas met de op handen zijnde wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen) waarmee de wetgever, in een nieuw artikel 1:102 BW, tot uitdrukking heeft willen brengen dat het te ver gaat dat de uit een "Dozy-clausule" voortvloeiende aansprakelijkheid van een echtgenoot groter kan zijn, dan hetgeen die echtgenoot uit hoofde van de verdeling ontvangt (TK 28 867, tweede NvW, nr. 9, blz.20-21).
In dat licht bezien en nu de door de notaris overgelegde akte van huwelijkse voorwaarden, tevens bevattende de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap, geen aanleiding geeft te veronderstellen dat sprake is van een voorgenomen ongelijke verdeling, zal de rechtbank het subsidiaire verzoek van de notaris toewijzen, zodat wordt beslist als hierna vermeld.
3. De beslissing
Keurt goed dat verzoekers huwelijkse voorwaarden maken overeenkomstig het aan deze beschikking gehechte achttien bladzijden tellende en gewaarmerkte ontwerp van de akte van mr. W.M.H.J. Gulikers, notaris met als plaats van vestiging Horst aan de Maas.
Wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. F.L.G. Geisel, rechter en in het openbaar uitgesproken op 21 november 2011 in tegenwoordigheid van de griffier.
LF
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch:
a. door de verzoekende partij en degenen aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden, binnen 3 maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen 3 maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.