ECLI:NL:RBMAA:2011:BU3028

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
5 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
03/830008-11
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in hennepplantage- en elektriciteitsdiefstalzaak

Op 5 oktober 2011 heeft de Rechtbank Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het telen van hennep en het stelen van elektriciteit. De tenlastelegging omvatte twee hoofdpunten: het opzettelijk telen van een aanzienlijke hoeveelheid hennep en het stelen van elektriciteit door middel van braak. De verdachte had het appartement gehuurd en dit onderverhuurd aan een vriend, zonder te weten dat deze vriend het pand zou gebruiken voor illegale activiteiten. Tijdens de zitting op 21 september 2011 heeft de verdachte verklaard dat hij het appartement had gehuurd en dat hij na januari 2010 niet meer in het appartement was geweest. Hij had geen reden om te vermoeden dat zijn vriend betrokken was bij de hennepteelt of het illegaal aftappen van elektriciteit.

De rechtbank heeft de bewijsmiddelen zorgvuldig beoordeeld en geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van de hennepplantage of de diefstal van elektriciteit. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet zo bewust en nauw met zijn vriend had samengewerkt dat er sprake was van medeplegen. De verklaring van de verdachte werd als geloofwaardig beschouwd, en er waren geen feiten of omstandigheden die deze verklaring in twijfel trokken. Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.

De uitspraak benadrukt het belang van bewijs in strafzaken en de noodzaak om te kunnen aantonen dat een verdachte op de hoogte was van de criminele activiteiten die in een gehuurd pand plaatsvonden. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van zowel de primaire als de subsidiaire tenlasteleggingen, wat betekent dat hij niet verantwoordelijk werd gehouden voor de vermeende misdrijven.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector strafrecht
parketnummer: 03/830008-11
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 5 oktober 2011
in de strafzaak tegen:
[naam verdachte],
geboren te [geboortegegevens verdachte],
wonende te [adresgegevens verdachte].
Raadsvrouw is mr. F.A.G.M. Landerloo, advocate te Sittard.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 21 september 2011, waarbij de officier van justitie, de verdediging en de verdachte hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1: (primair) samen met een ander in een pand ongeveer 48750 gram hennep en/of 1150 hennepplanten heeft geteeld of aanwezig heeft gehad danwel (subsidiair) daaraan medeplichtig is geweest door het pand ter beschikking te stellen;
Feit 2: samen met een ander elektriciteit heeft gestolen door middel van braak.
3 De beoordeling van het bewijs
3.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte vrij te spreken van het onder 1 primair en subsidiair en het onder 2 tenlastegelegde.
3.2 Het oordeel van de rechtbank
Op 25 april 2010 heeft de politie in een appartement aan de [A.laan] te Heerlen een hoeveelheid hennep en een hennepplantage met een groot aantal hennepplanten aangetroffen. Uit onderzoek door Enexis B.V. is gebleken dat een elektriciteitsaansluiting was gemaakt die buiten de elekriciteitsmeter om liep naar de hennepplantage en deze voorzag van elektriciteit. Enexis B.V. heeft na deze constatering aangifte gedaan van diefstal van elektriciteit.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij dit appartement ingaande 1 november 2009 op zijn naam had gehuurd voor de duur van 12 maanden en tegen een huurprijs van
925 euro per maand, inclusief. Hij heeft dit appartement vanaf medio november 2009 onderverhuurd aan een vriend, die hij uit het uitgaansleven kent. Deze vriend wilde graag het betreffende appartement huren maar had hem verteld dat dit hem niet lukte omdat zijn basisloon te laag was. Omdat hij op provisiebasis verdiende zou hij het appartement wel kunnen betalen. Verdachte wist alleen zijn naam en zijn mobiele telefoonnummer Hij heeft deze vriend niet om inzage van zijn legitimatiebewijs gevraagd. De huur werd contant door deze vriend aan hem betaald. Verdachte heeft verder verklaard dat hij na januari 2010, toen die vriend dit appartement huurde en bewoonde, niet meer in dit appartement is geweest en dat hij niet wist dat zich in dit appartement een hennepplantage bevond of dat stroom werd verbruikt buiten de meter om. Hij stelt ook geen enkele reden te hebben gehad om te vermoeden dat deze vriend het appartement hiervoor zou gaan gebruiken.
Uit angst voor represailles wil hij de naam van deze vriend niet noemen.
Met de officier van justitie en de raadsvrouwe is de rechtbank van oordeel dat verdachte zowel van het onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde als van het onder 2 tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken. Bij de beoordeling van de tenlastelegging heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de heersende jurisprudentie van de Hoge Raad (LJN:BP0068, NJ 2008,69 en NJ 2011, 319)
Uit de hierboven vermelde bewijsmiddelen volgt niet dat verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat zich in het appartement een hennepplantage bevond en dat illegaal elektriciteit werd afgetapt. Derhalve kan niet worden bewezen dat verdachte zo bewust en nauw met voornoemde vriend heeft samengewerkt dat sprake is van medeplegen. Evenmin bevatten deze bewijsmiddelen feiten en omstandigheden die de conclusie rechtvaardigen dat de verklaring van verdachte, inhoudende dat er voor hem geen enkele aanleiding was om te veronderstellen dat zijn vriend in het appartement een hennepplantage zou beginnen, ongeloofwaardig is. Daarom kan evenmin bewezen worden dat verdachte opzettelijk het appartement aan zijn vriend ter beschikking heeft gesteld om hem in de gelegenheid te stellen hierin hennepplanten te telen danwel aanwezig te hebben.
4 De beslissing
De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van de onder 1, primair en subsidiair, en onder 2 ten laste gelegde feiten.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E. Kramer, voorzitter, mr. A.J. Hazen en
mr. A.W. Oosterman, rechters, in tegenwoordigheid van C.S.G.M. Wouters-Debougnoux, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 5 oktober 2011.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 25 april 2010, in de gemeente Heerlen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [A.laan]) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 48750 gram hennep en/of ongeveer 1150 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
een of meer onbekend gebleven personen op of omstreeks 25 april 2010, in de gemeente Heerlen met elkaar, althans één van hen, opzettelijk heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad in een pand aan de [A.laan] (een) hoeveelheid/hoeveelheden van (in totaal) ongeveer 47500 gram hennep en/of ongeveer 1150 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte op of omstreeks 25 april 2010, in de gemeente Heerlen, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die onbekend gebleven persoon/personen voornoemd pand voor de teelt/het kweken van hennepplanten ter beschikking te stellen;
2.
hij in of omstreeks de periode van 01 november 2009 tot en met 25 april 2010, in de gemeente Heerlen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Enexis BV, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;