ECLI:NL:RBMAA:2011:BT7630
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Heropening van het onderzoek naar de dood van een vrouw na gebruik van XTC-pillen
Op 14 oktober 2011 heeft de Rechtbank Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak waarbij de dood van een vrouw na het gebruik van XTC-pillen centraal staat. De rechtbank heeft besloten het onderzoek te heropenen, omdat zij onvoldoende geïnformeerd was over de werking van de stoffen MDMA en PMMA, die in de XTC-pillen zijn aangetroffen. De rechtbank heeft vragen geformuleerd voor dr. B.E. Smink, een NFI-deskundige forensische toxicologie, over de mogelijkheid van acute intoxicatie door deze stoffen en de effecten van combinaties met andere middelen zoals speed. Tevens is er behoefte aan inzicht in wat onder 'redelijk gebruik' van XTC-pillen verstaan moet worden en welke informatie dealers doorgaans aan kopers verstrekken.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het onderzoek ter terechtzitting op 30 september 2011 niet volledig is geweest en dat er aanvullende deskundigen nodig zijn om de vragen te beantwoorden. De zaak is daarom verwezen naar de rechter-commissaris, die verantwoordelijk is voor het aanstellen van deskundigen en het verzamelen van relevante informatie. De rechtbank heeft de zitting geschorst voor onbepaalde tijd, totdat de benodigde rapportages en antwoorden van de deskundigen zijn ontvangen. De verdachte en de deskundigen zullen worden opgeroepen voor de hervatting van het onderzoek.
Deze uitspraak benadrukt het belang van deskundig onderzoek in strafzaken waarbij de dood van een persoon in verband wordt gebracht met het gebruik van verdovende middelen. De rechtbank streeft naar een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden, waarbij de gezondheidseffecten van drugsgebruik en de verantwoordelijkheden van zowel gebruikers als verkopers aan de orde komen.