ECLI:NL:RBMAA:2011:BT1775
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor dealen en bezit van heroïne en cocaïne
Op 16 september 2011 heeft de Rechtbank Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het dealen en in bezit hebben van heroïne en cocaïne. De rechtbank oordeelde dat er voldoende verdenking was dat de verdachte drugs verkocht vanuit het pand waar hij werd aangetroffen. De rechtbank achtte de binnentreding van de politie rechtmatig, omdat er voldoende aanwijzingen waren dat er vanuit het pand drugs werden verhandeld. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk verkopen van ongeveer 345 gram heroïne en 6,6 gram cocaïne op 28 juni 2011, en het opzettelijk aanwezig hebben van ongeveer 5.858 gram heroïne en 141 gram cocaïne op 29 juni 2011. De rechtbank oordeelde dat de verdachte strafbaar was, omdat er geen feiten of omstandigheden waren die zijn strafbaarheid uitsloten. De rechtbank hield rekening met het strafblad van de verdachte en de aanbevelingen van de reclassering. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact van drugshandel op de volksgezondheid en de samenleving.