ECLI:NL:RBMAA:2011:BR5515
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.J. Groen
- Rechtspraak.nl
Betaling van vervolgjaarkaart en bewijsvoering van overeenkomst
In deze zaak vordert eiseres, NS Reizigers B.V., betaling van de vervolgjaarkaart voor de periode van 8 september 2009 tot en met 7 september 2010. Eiseres stelt dat de kaart op 26 augustus 2009 naar gedaagde is verzonden, om te voorkomen dat gedaagde geen gebruik meer zou kunnen maken van de diensten. Gedaagde ontkent echter de ontvangst van de jaarkaart en betwist dat er een doorlopende overeenkomst met eiseres is gesloten. De kantonrechter overweegt dat uit de door eiseres overgelegde overeenkomst niet duidelijk blijkt dat dit een doorlopende overeenkomst betreft. Bovendien ontbreekt een deugdelijke toelichting op de voorwaarden waaronder de overeenkomst is aangegaan.
De kantonrechter merkt op dat eiseres onvoldoende bewijs heeft geleverd om haar vordering te onderbouwen. Eiseres had al eerder de gelegenheid gekregen om haar vordering nader te onderbouwen, maar heeft verzuimd om de relevante factuur en bewijsstukken in het geding te brengen. De kantonrechter concludeert dat de vordering van eiseres moet worden afgewezen, omdat er geen bewijs is dat de jaarkaart op de genoemde datum naar gedaagde is verzonden. Eiseres wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die zijn begroot op € 175,00 voor het salaris van de gemachtigde.
De uitspraak is gedaan door de kantonrechter op 17 augustus 2011 en is openbaar uitgesproken in de civiele terechtzitting. De zaak betreft een geschil in het civiel recht, waarbij de rechter de bewijsvoering en de voorwaarden van de overeenkomst kritisch heeft beoordeeld.