ECLI:NL:RBMAA:2011:BR3359
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een verzoek om voorlopige machtiging tot opname in een psychiatrisch ziekenhuis
In deze zaak heeft de rechtbank Maastricht op 22 juli 2011 uitspraak gedaan in een verzoek tot het verlenen van een voorlopige machtiging op basis van de Wet bijzondere opneming in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz). De officier van justitie had verzocht om een voorlopige machtiging voor betrokkene, die sinds lange tijd in een psychiatrisch ziekenhuis verblijft, aanvankelijk gedwongen maar de laatste anderhalf jaar op vrijwillige basis. De rechtbank heeft het verzoek behandeld op 21 juli 2011, waarbij betrokkene werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. A.M.H.E.G. Lemmens, en een psycholoog. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet de nodige bereidheid toont om het ziekenhuis te verlaten en dat zijn gedrag, hoewel problematisch, niet voldoende is om een voorlopige machtiging te rechtvaardigen. De rechtbank concludeert dat de situatie van betrokkene niet in betekenende mate is veranderd sinds een eerdere afwijzing van een voorwaardelijke machtiging. De rechtbank wijst het verzoek af, omdat niet kan worden gesteld dat betrokkene niet bereid is tot vrijwillig verblijf in het ziekenhuis. De beslissing is genomen in het belang van de betrokkene, die ondanks zijn ongewenste gedrag, niet de intentie heeft om het ziekenhuis te verlaten. De beschikking is uitgesproken door rechter F.L.G. Geisel en partijen hebben de mogelijkheid om binnen drie maanden beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.