ECLI:NL:RBMAA:2011:BR2563
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.P.J. Quaedackers
- J.S. Holthuis
- M.B. Bax
- Rechtspraak.nl
Witwassen van geld door verdachte met medewerking van een ander
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Maastricht op 26 juli 2011 uitspraak gedaan in een zaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen. De verdachte ontving gedurende een lange periode aanzienlijke geldbedragen op haar bankrekening, die zij contant opnam voor een medeverdachte. De verdachte had weliswaar navraag gedaan naar de herkomst van het geld, maar nam genoegen met vage antwoorden en heeft niet verder doorgevraagd. De rechtbank concludeert dat de verdachte wist dat er een aanmerkelijke kans bestond dat de gelden van misdrijf afkomstig waren. Door haar medewerking te verlenen aan deze transacties, heeft zij deze kans aanvaard en zich schuldig gemaakt aan opzettelijk witwassen. De rechtbank oordeelt dat de verdachte van het witwassen een gewoonte heeft gemaakt, gezien de frequentie en omvang van de transacties. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht maanden. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met het feit dat de verdachte niet eerder met justitie in aanraking is gekomen en het tijdsverloop sinds het gepleegde feit. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en de andere rechters aanwezig waren. De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 12 juli 2011, waar de officier van justitie, de raadsman en de verdachte hun standpunten hebben gepresenteerd.