ECLI:NL:RBMAA:2011:BR1485
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- T.E.A. Willemsen
- J.N.F. Sleddens
- T.G. Klein
- Rechtspraak.nl
Toekenning van kinderbijslag op basis van de Algemene Kinderbijslagwet en de beoordeling van bijzondere gevallen
In deze zaak heeft eiser op 24 oktober 2008 een aanvraag ingediend voor kinderbijslag op grond van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) voor zijn vier kinderen. Eiser gaf aan dat hij per 1 oktober 2005 geen recht meer had op Kindergeld uit Luxemburg, zoals meegedeeld door de Caisse nationale des prestations familiales du Grand-Duché de Luxembourg. De rechtbank moest beoordelen of verweerder terecht heeft besloten om eiser met ingang van het vierde kwartaal van 2007 kinderbijslag toe te kennen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag van eiser te laat was ingediend en dat er geen sprake was van een bijzonder geval dat een afwijking van de regels rechtvaardigde.
De rechtbank overwoog dat eiser onvoldoende had aangetoond dat hij door een niet aan hem toe te rekenen oorzaak niet in staat was om tijdig een aanvraag in te dienen. De rechtbank concludeerde dat de SVB de kinderbijslag correct had toegekend, in overeenstemming met artikel 14 van de AKW, dat bepaalt dat het recht op kinderbijslag niet eerder kan ingaan dan één jaar voorafgaand aan de aanvraag. Eiser had verzocht om een langere terugwerkende kracht, maar de rechtbank oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die dit rechtvaardigden.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en stelde vast dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de Rechtbank Maastricht, met de voorzitter T.E.A. Willemsen en de leden J.N.F. Sleddens en T.G. Klein. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 10 juni 2011.