ECLI:NL:RBMAA:2011:BR0474
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Partiële ontbinding van een overeenkomst wegens toerekenbare tekortkoming in de uitvoering van aannemingswerkzaamheden
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 6 juli 2011 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een vennootschap onder firma, eiseres in conventie en verweerster in reconventie, en twee gedaagden, die als eisers in reconventie optraden. De zaak betreft een geschil over de uitvoering van aannemingswerkzaamheden en de betaling daarvan. Eiseres vorderde betaling voor meerwerk, terwijl gedaagden zich beriepen op tekortkomingen in de uitvoering van de werkzaamheden. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, wat gedaagden het recht gaf om de overeenkomst partieel te ontbinden. De rechtbank heeft de vordering van eiseres tot betaling van € 24.990,73 toegewezen, vermeerderd met rente, en de vordering in reconventie tot ontbinding van de overeenkomst toegewezen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de kosten voor het herstellen van de gebreken door eiseres moeten worden begroot op € 13.952,35. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan in het kader van civiel recht en betreft de toepassing van artikelen uit het Burgerlijk Wetboek, waaronder de artikelen 6:89 en 7:758.