RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
zaaknr: 409071 EJ VERZ 11-2
beschikking van 16 mei 2011
[verzoeker 1] en
[verzoeker 2],
beiden wonend te [adres],
verzoekende partij,
gemachtigde: mr. M.C.G. Nijssen te Heerlen,
DE VERENIGING VAN EIGENAARS SERVICEAPPARTEMENTEN “HET HOOGHE OORD”,
gevestigd te Vaals en kantoorhoudend te [adres],
verwerende partij,
gemachtigde: mr. Drs. M.J.M.A. Gulikers te Maastricht
Partijen worden nader aangeduid als “[verzoekende partij]” en “de VvE”.
1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1. De kantonrechter heeft kennis genomen van de navolgende stukken:
- verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 28 december 2010;
- verweerschrift met bijlagen van de VvE, ontvangen op 10 februari 2010;
- een brief van de bewindvoerder van VvE-lid mevrouw [VvE lid], ontvangen op 20 januari 2011;
- een brief van VvE-leden [VvE-lid nr. 194] en [VvE-lid nr. 194] (nr. 194), ontvangen op 27 januari 2011;
- een brief van VvE-lid [VvE-lid nr. 373] (nr. 373), ontvangen op 31 januari 2011;
- een brief van VvE-leden [VvE-lid nr.220] en [VvE-lid nr. 220] (nr. 220), ontvangen op 1 februari 2011;
- een brief van VvE-lid [VvE-lid nr. 409] (nr. 409), ontvangen op 10 februari 2011;
- een brief van VvE-leden [VvE-lid nr. 397] en [VvE-lid nr. 397] (nr. 397), ontvangen op 1 februari 2011;
- een brief van VvE-lid [VvE-lid nr. 200] (nr. 200), ontvangen op 10 februari 2011;
- een brief van VvE-lid [VvE-lid] (eigenaar van 6 appartementen), ontvangen op 15 februari 2011;
- een faxbericht d.d. 16 februari 2011 van de zijde van [verzoekende partij], waarin wordt verwezen naar vijf bijgevoegde producties.
1.2. Partijen ([verzoeker 1] en [verzoeker 2] in persoon en de VvE bij haar voorzitter [VvE-lid nr. 409] en vergezeld van de accountant, de heer drs. [naam accountant]) en hun gemachtigden zijn gehoord ter gelegenheid van de mondelinge behandeling van vrijdag 17 februari 2011. Door de griffier is daarvan schriftelijk aantekening gehouden. Alle stemgerechtigden zijn voor deze mondelinge behandeling opgeroepen.
1.3. De beslissing is vervolgens bepaald op vier weken. Vanwege organisatorische redenen, die er tevens de oorzaak van zijn dat deze beschikking is gewezen door een andere kantonrechter dan degene ten overstaan van wie de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden, is deze datum niet gehaald. De kantonrechter biedt haar excuses aan voor de ontstane vertraging. De beslissing is nader bepaald op heden.
2. DE FEITEN EN HET GESCHIL
Van de navolgende vaststaande feiten en/of omstandigheden kan worden uitgegaan.
2.1. [verzoekende partij] is sinds 2 maart 2007 eigenaar/bewoner van het appartement(srecht) aan de [adres].
2.2. Dit appartementsrecht is onderdeel van de hoofd- en ondersplitsing van het appartementencomplex, gelegen aan de [adres], genaamd “Het Hooghe Oord”. Dit betreft een zogenaamd serviceappartementengebouw.
2.3. De akten van hoofd- en ondersplitsing dateren van 7 december 1977. De kantonrechter begrijpt dat het complex sindsdien bestaat uit 76 appartementsrechten
2.4. In artikel 28, eerste lid van de akte van ondersplitsing is de VvE opgericht.
2.5. In artikel 16 van de akte van ondersplitsing staat:
1. Van de schulden en kosten genoemd in het vorige artikel alsmede van een naar tijdsduur evenredig gedeelte van de kosten van het periodiek schilderwerk en noodzakelijke vernieuwingen wordt jaarlijks door het bestuur een begroting ontworpen en ter vaststelling aan de jaarlijkse vergadering voorgelegd.
2. a) Met ingang van een door het bestuur te bepalen datum zal, rekening houdende met het bepaalde in artikel 21 lid 5 door de eigenaars ten behoeve van de vereniging bij wijze van voorschotbijdrage maandelijks aan het bestuur worden overgemaakt één/twaalfde gedeelte van hun omslag in het onder 1 bedoelde bedrag, bij welke maandelijkse bijdrage gevoegd wordt één/twaalfde gedeelte van het bedrag dat de eigenaars uit hoofde van de in artikel 37 lid 7 en artikel 30 bedoelde omslag verschuldigd zijn, alsmede, indien hiertoe door de vergadering wordt besloten, een nader te bepalen bedrag zulks tot het vormen van een reservefonds, hierna in artikel 31 omschreven.
b) De sub a bedoelde bijdragen moeten worden voldaan bij vooruitbetaling (…)
3. a) Na afloop van elk boekjaar, dat gelijk is aan het kalenderjaar, wordt ter berekening van de definitieve bijdrage door iedere eigenaar verschuldigd, door het bestuur een exploitatierekening opgesteld over dat boekjaar en tezamen met het sub b bedoelde accountantsverslag ter vaststelling aan de jaarlijkse vergadering voorgelegd. In deze rekening zullen de schulden en kosten van dat boekjaar worden opgenomen.
b) Het bestuur is verplicht de boekhouding en de sub a bedoelde exploitatierekening te laten controleren door een of meer door de vergadering te benoemen registeraccountants. De registeraccountants brengen hun bevindingen schriftelijk uit aan het bestuur en de voorzitter, die er zorg voor draagt dat bedoeld verslag, tezamen met de exploitatierekening aan de vergadering wordt voorgelegd.
4. (…)
5. Mocht de exploitatierekening een tekort opleveren, dan moeten de eigenaars dit tekort binnen een maand, na daartoe door het bestuur te zijn aangemaand, aanzuiveren. (…)
6. (…)”
2.6. [verzoekende partij] heeft bij dagvaarding van 18 november 2008 een procedure aanhangig gemaakt tegen de VvE bij de sector civiel van deze rechtbank, met als inzet – samengevat – de nietigverklaring van enkele besluiten van de VvE, waaronder de vaststelling van de exploitatierekeningen van 2006 en 2007. In die procedure heeft de rechtbank op 28 april 2010 vonnis gewezen en daarbij (voor zover van belang):
- voor recht verklaard dat de besluiten van de vergadering van de VvE d.dis 25 mei 2007 en 8 mei 2008, houdende vaststelling en goedkeuring van de exploitatierekening over de jaren 2006 en 2007 nietig zijn wegens strijd met de akte van splitsing,
- de VvE veroordeeld om de exploitatierekeningen 2006 en 2007 met inachtneming van algemeen geldende boekhoudregels opnieuw te doen opstellen en alsnog in 2006 een voorziening op te nemen voor reorganisatiekosten en deze exploitatierekeningen vervolgens, na controle door de door de vergadering te benoemen registeraccountant, onverwijld ter vaststelling aan de vergadering van eigenaars voor te leggen,
- de VvE veroordeeld om de exploitatierekeningen en de boekhouding 2006 en 2007 door één of meerdere door de vergadering van eigenaren aan te wijzen registeraccountant(s) te doen controleren.
2.7. Tussen [verzoekende partij] en de VvE is nog een verzoekschriftprocedure ex artikel 5:130 BW aanhangig, dat de vernietigbaarheid van het besluit van de vergadering van eigenaars d.d. 15 mei 2009 om de exploitatierekening over 2008 vast te stellen, tot inzet heeft. In de beschikking op dit verzoek (die tevens heden wordt uitgesproken) wordt het verzoek van [verzoekende partij] tot vernietiging van dit besluit toegewezen.
2.8. Op 12 december 2009 heeft een vergadering van de VvE plaatsgevonden. Onder punt 7 van de notulen van die vergadering staat:
“Volgens de Ondersplitsingsakte dient de ledenvergadering de accountant aan te wijzen. Het bestuur heeft 3 offertes gevraagd. Westpark en Ralp Advies, RA-accountants, hebben beide een offerte afgegeven voor het beoordelen van de jaarrekening en het samenstellen van een financieel verslag voorzien van een samenstellingsverklaring voor een bedrag van € 1.000 exclusief BTW.
Waarom wordt de accountant van vorig jaar niet gevraagd? Die kwam uit Lisse. Men wil thans iemand uit de eigen regio.
[VvE-lid nr. 373]: voldoet deze accountantsverklaring aan alle eisen van de splitsingsakte? Ja.
De vergadering besluit unaniem de opdracht te gunnen aan: Westpark Registeraccountants.”
2.9. Op 16 oktober 2010 heeft het bestuur van de VvE de gewijzigde jaarrekeningen 2006, 2007 en 2008, alsmede de jaarrekening 2009, alle voorzien van een accountantsverklaring van Westpark registeraccountants (hierna te noemen: Westpark), aan de leden van de VvE verstrekt ter vaststelling in de eerstvolgende vergadering van eigenaars, die gehouden is op 30 november 2010.
2.10. In de accountantsverklaring bij de jaarrekeningen 2006 van Westpark staat, voor zover van belang:
“Verklaring betreffende de jaarrekening
Wij hebben de in dit financieel jaarverslag opgenomen jaarrekening 2006 van VvE Serviceappartementen “Het Hooghe Oord” te Vaals bestaande uit de balans van 31 december 2006 en de exploitatierekening over 2006 met de toelichting gecontroleerd.
Verantwoordelijkheid van het bestuur
Het bestuur van de vereniging is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met de algemeen aanvaarde grondslagen voor de financiële verslaggeving. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die in de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de vereniging. Tevens omvat de controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de vereniging heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
Onderbouwing van oordeelonthouding
Gegeven de aard van de activiteiten en de omvang van de vereniging kan de interne organisatie niet op economische verantwoorde wijze zodanig worden ingericht dat door accountantscontrole op rationele wijze de vereiste zekerheid kan worden verkregen over de volledigheid van de in de jaarrekening opgenomen omzet en de daarmee rechtstreeks samenhangende posten.
Op 28 april 2010 is een gerechtelijk vonnis gewezen waarvan de mogelijke financiële gevolgen voor de jaarrekening niet zijn in te schatten.
Oordeelonthouding
Gezien het belang van hetgeen is vermeld in de paragraaf “onderbouwing van oordeelonthouding, hebben wij geen controle-informatie kunnen krijgen die voldoende en geschikt os als basis voor ons oordeel. Dientengevolge geven wij geen oordeel omtrent de getrouwheid van de jaarrekening. Onze werkzaamheden hebben geen andere tekortkomingen aan het licht gebracht.
(…)”
2.11. De tekst van de accountantsverklaringen bij de jaarrekeningen over de jaren 2007, 2008, 2009 is overigens gelijkluidend.
2.12. Op 25 oktober 2010 heeft een informatiebijeenkomst plaatsgevonden waar de accountant van Westpark, de heer drs. [naam accountant], zijn werkwijze en bevindingen heeft toegelicht. [verzoekende partij] heeft deze bijeenkomst bijgewoond. Op de vergadering van de VvE van 30 november 2010, waar [verzoekende partij] niet zelf is verschenen, maar zich heeft laten vertegenwoordigen door een gevolmachtigde, heeft de accountant wederom verslag gedaan van zijn werkwijze en bevindingen. De jaarrekeningen 2006, 2007, 2008 en 2009 zijn op deze vergadering met de vereiste meerderheid van stemmen vastgesteld.
2.13. [verzoekende partij] heeft tijdig zijn onderhavige verzoek ex artikel 5:130 BW ingediend.
2.14. [verzoekende partij] verzoekt (nadat hij een deel van zijn verzoek ter mondeling behandeling heeft ingetrokken):
1. het besluit van de vergadering van eigenaars van de VvE van 30 november 2010 tot vaststelling van de (gewijzigde) exploitatierekeningen over de jaren 2006, 2007, 2008 en 2009 te vernietigen,
2. de door de VvE verstrekte afrekening van de servicekosten 2006, 2007, 2008 en 2009 van de VvE nietig te verklaren en de VvE te gebieden een duidelijk gespecificeerde afrekening servicekosten te verstrekken die in overeenstemming is met de bepalingen in de splitsingsakte,
3. het verzoek van het bestuur van de VvE tot betaling van de afrekening servicekosten over de jaren 2006, 2007, 2008 en 2009 op te schorten totdat aan het voorgaande is voldaan,
4. de VvE te gebieden om de (gewijzigde) exploitatierekeningen 2006, 2007, 2008 en 2009 opnieuw te doen opmaken in overeenstemming met de wettelijke bepalingen en het vonnis van 28 april 2010,
5. de VvE te gebieden om alsnog de boekhouding over de jaren 2006, 2007, 2008 en 2009 te doen controleren door een alsnog door de vergadering van eigenaars te benoemen onafhankelijk registeraccountant.
2.15. [verzoekende partij] heeft daartoe aangevoerd - kort (voor zover relevant) weergegeven – dat:
- de registeraccountant die de jaarrekeningen over 2006, 2007 en 2008 heeft gecontroleerd, (weer) niet door de vergadering van eigenaren is benoemd,
- de registeraccountant (weer) niet de opdracht heeft gekregen om naast de jaarrekeningen ook de boekhouding te controleren, en dat daarmee weer is gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 16, lid 3 sub b van de akte van ondersplitsing,
- in de gewijzigde exploitatierekeningen 2006 en 2007 ook andere wijzigingen zijn doorgevoerd dan de rechtbank in haar vonnis van 29 april 2010 had bevolen, en dat dit in strijd is met dat vonnis,
- er in de exploitatierekening 2006 een te hoge voorziening voor de reorganisatie is geboekt,
- de dotatie aan het reservefonds groot onderhoud in de exploitatierekening 2009 in strijd is met de akte van ondersplitsing,
- de afrekening servicekosten niet voorzien is van een specificatie en sterk afwijkt van de eigen berekening van [verzoekende partij].
2.16. De VvE heeft verweer gevoerd en heeft de stellingen van [verzoekende partij] gemotiveerd weersproken. Dit verweer zal ter sprake komen voor zover relevant voor de beoordeling van de door [verzoekende partij] opgeworpen bezwaren.
Bevoegdheid kantonrechter
3.1. Uit artikel 124 van de negende titel van boek 5 van het Burgerlijk Wetboek - dat de appartementsrechten regelt - volgt dat op besluiten van de VvE de artikelen 2:14 en 2:15 BW van toepassing zijn. Artikel 2:14 BW bepaalt dat een besluit van een rechtspersoon nietig is, als het in strijd is met de wet of de statuten (waarmee volgens artikel 5:129 BW de splitsingsakte - in dat geval - gelijk wordt gesteld). Artikel 2:15 BW bepaalt dat een besluit van een rechtspersoon vernietigbaar is, als het in strijd met wettelijke of statutaire bepalingen tot stand is gekomen, of als het is genomen in strijd met de redelijkheid en billijkheid die door artikel 2:8 BW wordt geëist of als het strijdig is met een reglement (het reglement van splitsing geldt niet als zodanig).
3.2. Wanneer de vernietiging van een besluit van de VvE wordt verlangd, bepaalt artikel 5:130 BW dat, in afwijking van artikel 2:15 BW, een verzoek daartoe dient te worden voorgelegd aan de kantonrechter. De nietigheid van een besluit van de VvE moet daarentegen - via de “gewone” competentieregels - in een dagvaardingsprocedure bij de rechtbank, sector civiel, worden nagestreefd.
3.3. [verzoekende partij] verzoekt onder 1 de vernietiging van het besluit tot vaststelling van de exploitatierekeningen en onder 2 (onder andere) nietig verklaring van de afrekening van servicekosten. De kantonrechter is van oordeel dat de afrekening servicekosten niet te beschouwen is als een besluit van de VvE en dat de kantonrechter reeds daarom niet bevoegd is om op het verzoek onder 2 te beslissen. Ook ten aanzien van de overige verzoeken acht de kantonrechter zich niet bevoegd. Zij zal in het onderstaande dan ook alleen oordelen over het onder 1. vermelde verzoek tot vernietiging van de besluiten van de vergadering van eigenaren d.d. 30 november 2010 tot vaststelling van de exploitatierekeningen over de jaren 2006, 2007, 2008 en 2009.
3.4. Volgens [verzoekende partij] kleven aan de bestreden besluiten een tweetal gebreken die tot vernietiging moeten leiden, te weten het feit dat de registeraccountant die de jaarrekeningen heeft gecontroleerd niet is benoemd door de vergadering en het feit dat de opdracht aan de registeraccountant niet mede heeft omvat de controle van de boekhouding.
3.5. Vast staat dat in de vergadering van eigenaars van 12 december 2009 is besloten om Westpark te benoemen als registeraccountant ter controle van de jaarrekening 2009 (rechtsoverweging 2.9.). De VvE heeft vervolgens dezelfde accountant verzocht om ook de (herziene) jaarrekeningen over 2006 t/m 2008 te controleren. Partijen zijn het erover eens dat voor deze opdrachtverlening niet vooraf de vergadering van eigenaren is geconsulteerd. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling is echter door [verzoekende partij] erkend dat de benoeming van Westpark, ook voor de controleopdracht voor de jaren 2006 t/m 2008, door de vergaderingen van eigenaren inmiddels is bekrachtigd, zodat een eventueel gebrek in de besluitvorming daarmee is gerepareerd. Het eerste bezwaar van [verzoekende partij] (voor zover dit al tot vernietiging had kunnen leiden) behoeft daarmee geen verdere behandeling meer.
3.6. In reactie op het tweede bezwaar van [verzoekende partij] heeft de VvE als productie 2 bij haar verweerschrift een notitie van de registeraccountant overgelegd. Uit deze notitie (die uit 7 pagina’s bestaat), volgt dat Westpark van de VvE de opdracht heeft gekregen om de jaarrekening (waarvan de exploitatierekening, ook aangeduid als winst- en verliesrekening, onderdeel uitmaakt) te controleren. Er is door de VvE inderdaad geen opdracht gegeven voor “de controle van de boekhouding”, aangezien, volgens Westpark, deze term niet eenduidig is. Westpark wijst erop dat de teksten van zowel de opdrachtaanvaardingen als accountantsverklaringen dwingend zijn voorgeschreven door het koninklijk NIVRA, tegenwoordig NBA. Westpark merkt daarbij op dat een onderdeel van de controle van de jaarrekening, tevens controle van de onderliggende boekhouding is. Westpark heeft vastgesteld dat de (herziene) jaarrekeningen 2006 t/m 2009 in overeenstemming zijn met de werkelijke financiële gang van zaken, voor zover dit achteraf traceerbaar is. Zij heeft uitgelegd dat de controle van de jaarrekeningen “top down”heeft plaatsgevonden, waarbij is vastgesteld dat de financiële informatie uit deze jaarrekeningen aansluit met de onderliggende grootboekadministratie per jaargang. Deze grootboekadministratie is per jaargang gecontroleerd op volledigheid (is alles geboekt wat geboekt had moeten worden?), juistheid (zijn de kosten en opbrengsten juist gerubriceerd/benoemd en daadwerkelijk gemaakt?) en tijdigheid (zijn alle kosten en opbrengsten toegekend aan het juiste verslagjaar?). Behalve cijfervergelijkingen over meerdere jaren en vergelijking met de begroting, waarbij afwijkingen en opvallende zaken direct opvallen en onderzocht zijn, zijn per jaargang de grootboekadministraties nauwkeurig bestudeerd en zijn alle belangrijke memoriaalboekingen onderzocht en verklaard. Daarnaast zijn de opbrengsten per jaar gecontroleerd op met name het aspect volledigheid aan de hand van goedgekeurde begrotingen, overzichten per bewoner en zijn de uitgaven steekproefsgewijs gecontroleerd op juistheid/tijdigheid aan de hand van basisbescheiden (veelal: facturen en bankafschriften). De balansposities in de jaarrekening zijn per jaar integraal gecontroleerd. Wat betreft de beginbalans van 2006 heeft Westpark een marginale toets uitgevoerd op het reeds door de vorige accountant verrichte werk en geconstateerd dat er een sterke indicatie is dat de beginbalans van 2006 juist was.
3.7. De kantonrechter is van oordeel dat Westpark, gelet op bovenstaande uitleg, wel degelijk de boekhouding van de VvE heeft gecontroleerd, ter uitvoering van de aan haar verstrekte opdracht om de jaarrekeningen over 2006 t/m 2009 te controleren. De kantonrechter acht het overigens een feit van algemene bekendheid dat een opdracht aan een accountant om “de jaarrekening te controleren” steeds mede omvat het controleren van de onderliggende boekhouding. Zonder het laatste is immers controle van de jaarrekening niet mogelijk.
3.8. De kantonrechter merkt daarbij op dat de akte van ondersplitsing niets vermeldt over de wijze waarop de accountant de boekhouding dient te controleren en hoe diepgaand die controle dient te zijn. Anders dan [verzoekende partij] aanvoert, is de kantonrechter van oordeel dat de keuze van de uit te voeren (controle)werkzaamheden juist wel ligt bij de controlerend accountant. Het ligt immers voor de hand dat naarmate een boekhouding complexer is, of vragen oproept, meer controlewerkzaamheden moeten worden verricht, terwijl bij een eenvoudige administratie zonder bijzonderheden volstaan kan worden met een steekproefsgewijze controle. In zoverre is de kantonrechter het met de accountant eens dat de omschrijving “controle van de boekhouding” in de akte van ondersplitsing geen eenduidig begrip is. De controlewerkzaamheden die blijkens de omschrijving van Westpark ter controle van de jaarrekeningen 2006 t/m 2009 concreet zijn verricht – zoals weergegeven onder rechtsoverweging 3.6. – acht de kantonrechter ruim voldoende om voldaan te hebben aan het vereiste (dat de boekhouding en de exploitatierekening door een accountant moeten worden gecontroleerd) in artikel 16 lid 3 sub b van de akte van ondersplitsing.
3.9. In de akte van ondersplitsing wordt overigens niet de eis wordt gesteld dat de exploitatierekening voorzien dient te zijn van een goedkeurende accountantsverklaring. De verklaring van oordeelonthouding die door Westpark is afgegeven, staat dan ook niet in de weg aan vaststelling van de jaarrekening door de vergadering van eigenaren. Bovendien heeft Westpark in voornoemde notitie een toelichting gegeven op de betekenis van deze verklaring van oordeelsonthouding en onder meer verklaard:
“De herziene jaarrekeningen 2006, 2007, 2008 alsmede de jaarrekening 2009 zijn inhoudelijk een correcte weergave van hetgeen is vastgelegd en aangetroffen in de financiële administraties 2006 tot en met 2009. Westpark heeft alle belangrijke posten in de jaarrekening gecontroleerd en gedocumenteerd conform geldende voorschriften. Westpark heeft vastgesteld dat voor ieder onderdeel van de jaarrekeningen 2006, 2007 en 2009 de vereiste c.q. adequate documentatie van de boekhouding aanwezig is bij de vorige accountant en/of de huidige administrateur van VVE HHO waarop Westpark kan steunen.”
3.10. Ondanks deze toelichting van de accountant, lijkt [verzoekende partij] te suggereren dat het een en ander schort aan de boekhouding van de VvE. Deze suggestie wordt door hem echter op geen enkele manier geconcretiseerd. Nu er verder geen enkele aanwijzing is dat de boekhouding van de VvE niet zou kloppen, De VvE onbetwist heeft aangvoerd dat [verzoekende partij] zelfs de mogelijkheid heeft gekregen om de gehele boekhouding in te zien - en zelfs (tegen betaling) de exploitatierekeningen op te maken – gaat de kantonrechter hieraan voorbij.
3.11. [verzoekende partij] heeft nog inhoudelijke bezwaren aangevoerd tegen de exploitatierekening van 2006 (wat betreft de hoogte van de post reorganisatiekosten) . Nog afgezien van het feit dat uit de notitie van Westpark blijkt dat de reorganisatievoorziening in de exploitatierekening 2006 wel correct was, is de kantonrechter van oordeel dat het wettelijk toetsingskader (is het besluit tot vaststelling van de exploitatierekeningen ofwel in strijd met wettelijke of statutaire bepalingen die het tot stand komen van besluiten regelen, ofwel met de wet of de statuten zelf) geen ruimte biedt voor het geven van een inhoudelijk oordeel over de exploitatierekening. Nu deze volgens de (totstandkomings-)regels van de (met statutaire bepalingen gelijk te stellen) akte van ondersplitsing op de vergadering van 30 november 2010 met meerderheid van stemmen is vastgesteld, dient van de juistheid daarvan te worden uitgegaan.
3.12. Hetzelfde geldt voor de bezwaren van [verzoekende partij] tegen de dotatie in het reservefonds in de exploitatierekening van 2009. Ook deze exploitatierekening is door de vergadering van eigenaars met meerderheid van stemmen vastgesteld. Nu niet is gesteld of gebleken dat deze dotatie in strijd is met de akte van ondersplitsing (in ieder geval niet met welke bepalingen daarin) en voorts de accountant in de reeds genoemde notitie ook uitgebreid op dit bezwaar van [verzoekende partij] is ingegaan (welke uitleg door [verzoekende partij] verder niet meer is betwist) kan ook dit bezwaar niet tot vernietiging leiden.
3.13. Uit het bovenstaande volgt dat de door [verzoekende partij] aangevoerde bezwaren tegen de besluiten tot vaststelling van de exploitatierekeningen 2006 t/m 2009 niet vernietigbaar zijn. Het verzoek wordt derhalve afgewezen.
3.14. [verzoekende partij] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure, waarbij uitgegaan wordt van een tarief van € 200,00 per punt.
4.1. verklaart zich niet bevoegd ten aanzien van de verzoeken van [verzoekende partij], vermeld onder rechtsoverweging 2.14. nrs 2 t/m 5,
4.2. wijst het verzoek onder 1 af,
4.3. veroordeelt [verzoekende partij] in de kosten van deze procedure, aan de zijde van de VvE begroot op € 400,00.
Deze beschikking is gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
AB