parketnummer: 03/700480-10
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 13 mei 2011
[naam verdachte],
geboren te [geboortegegevens verdachte],
wonende te [adresgegevens verdachte].
Raadsman is mr. R.W.P. Krijnen, advocaat te Heerlen.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 29 april 2011, waarbij de officier van justitie, de raadsman en de verdachte hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1: samen met anderen in de gemeente Maastricht op de [P-straat] en/of het [A-straat] geweld heeft gepleegd tegen [naam benadeelde partij 1] en/of [naam medeverdachte 2] en/of Y. [naam medeverdachte 3] en/of [naam medeverdachte 4] en/of [naam medeverdachte 5] en/of een of meer andere personen;
Feit 2: samen met anderen in de gemeente Maastricht op de [P-straat] en/of het [A-straat] geweld heeft gepleegd tegen kozijnen van ramen en/of deuren van café [naam cafe] en/of tegen terrastafels en/of terrasstoelen en/of fietsen, dan wel deze goederen heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar heeft gemaakt;
Feit 3: samen met anderen [H.] heeft mishandeld.
3 De beoordeling van het bewijs
3.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht feit 1, feit 2 primair en feit 3 wettig en overtuigend bewezen. De officier van justitie heeft naast de diverse aangiften onder meer gewezen op het proces-verbaal van de Criminele Inlichtingen Eenheid, waarbij aan een informant afbeeldingen zijn getoond die gemaakt zijn op 21 augustus 2010 met de bewakingscamera van het stadstoezicht op het [A-straat] te Maastricht. De informant heeft op één van deze afbeeldingen verdachte herkend. Verdachte droeg een wit T-shirt met korte mouwen en op de afbeelding zijn de tatoeages van verdachte te zien. De officier van justitie heeft vervolgens gewezen op de ter terechtzitting getoonde camerabeelden waarop de tatoeages op beide armen van verdachte te zien zijn en bovendien is verdachte te herkennen aan zijn postuur en houding. Daarnaast is verdachte, aldus de officier van justitie, door de politie op de camerabeelden herkend. De officier van justitie heeft tot slot gewezen op het feit dat op de camerabeelden te zien is dat alleen verdachte een wit T-shirt draagt en dat verdachte café [naam cafe] is binnengedrongen. In dit café werd [H.] door verdachte geslagen. De officier van justitie acht de mishandeling van [H.] bewezen, gelet op de aangifte en de verklaringen van de getuigen D. [naam getuige 1] en [naam getuige 2]. De door de aangever en getuigen gegeven signalementen komen overeen.
3.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ter zake de feiten 1, 2 primair, 2 subsidiair en 3 vrijspraak bepleit. De raadsman heeft in dit verband gesteld dat uit de fotoprints van de camerabeelden niet eenduidig blijkt dat verdachte degene is die op deze prints te zien is. Uit het proces-verbaal van de Criminele Inlichtingen Eenheid blijkt, aldus de raadsman, dat de informant verdachte alleen maar herkent aan het witte T-shirt dat verdachte die avond zou hebben gedragen. Op de fotoprint op pagina 139 van het dossier is een persoon te zien die een wit T-shirt draagt met daarop zwarte letters gedrukt, terwijl de politie verdachte uitsluitend herkent aan het witgekleurde T-shirt en niet spreekt over een zwarte opdruk op het shirt. Daarnaast heeft de raadsman gewezen op de ter terechtzitting getoonde camerabeelden, waarop de tatoeages niet duidelijk te zien zijn. Bovendien heeft verdachte ook een tatoeage in zijn nek en daarvan is op de camerabeelden niets te zien. Evenmin draagt de persoon op de camerabeelden een bril en oorbellen, dit terwijl verdachte heeft verklaard dat hij een bril en oorbellen draagt. Met betrekking tot de mishandeling van [H.] heeft de raadsman gesteld dat het door [H.] gegeven signalement van de dader niet overeenkomt met verdachte. [H.] heeft verklaard dat hij geslagen werd door een persoon met een fors postuur en een dikke kop. [H.] heeft niets verklaard over het feit dat deze persoon tatoeages zou hebben en noemt ook geen andere specifieke kenmerken van de dader. Tot slot heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de verklaring van de vader van verdachte niets bijdraagt aan het bewijs, omdat hij niets heeft gezien van de mishandeling van [H.].
3.3 Het oordeel van de rechtbank
Op 21 augustus 2010 omstreeks 03.00 uur kregen verbalisanten een melding van een vechtpartij op het [A-straat] te Maastricht. De verbalisanten gingen ter plaatse en zagen dat er op het [A-straat] terrasstoelen en tafels her en der op de grond lagen. Naar aanleiding van camerabeelden van het stadstoezicht werden de medeverdachten [naam medeverdachte 2], [naam medeverdachte 3], [naam medeverdachte 4], [naam medeverdachte 5] en [naam medeverdachte 1] aangehouden.
Op 1 september 2010 werd verdachte aangehouden naar aanleiding van binnengekomen informatie van de Criminele Inlichtingen Eenheid (hierna te noemen: CIE). Door de CIE werden aan een informant twee afbeeldingen getoond, die op 21 augustus 2010 werden gemaakt via de bewakingscamera van het stadstoezicht op het [A-straat] te Maastricht van de gewelddadigheden die avond. De informant herkende op één van deze afbeeldingen verdachte die een wit T-shirt met korte mouwen droeg aan de tatoeages die hij had.
Door de politie is een onderzoek ingesteld naar de op 21 augustus 2010 vastgelegde videobeelden, afkomstig van de camera’s van het stadstoezicht, welke zijn geplaatst in de [P-straat] en op het [A-straat] te Maastricht. Verbalisant [B.] geeft in zijn proces-verbaal weer dat de Molukse man gekleed in een wit T-shirt met korte mouwen volgens de informant van de CIE verdachte betreft en dat deze man achter twee vluchtende mannen aan rent richting het [A-straat]. Deze man duwt aangever [naam benadeelde partij 1] weg en slaat hem hierna met zijn rechterarm in het gezicht. De man slaat vervolgens een zittende terrasbezoeker met zijn rechterarm in het gezicht. Vervolgens slaat de man aangever [naam benadeelde partij 1] met zijn rechterarm in zijn rechterzijde, terwijl [naam benadeelde partij 1] met beide handen zijn hoofd probeert te beschermen. De man bleef [naam benadeelde partij 1] slaan, terwijl deze door de medeverdachten [naam medeverdachte 2] en [naam medeverdachte 3] werd vastgehouden. [B.] zag dat de man naar de toegangsdeur van café [naam cafe] loopt en bij de ingang werd tegengehouden door een medewerker van het café. De man rukte zich los en werd vervolgens door medeverdachte [naam medeverdachte 1] naar binnen geduwd.
Op deze beelden werd onder andere verdachte herkend als degene die via de toegangsdeur van café [naam cafe] als derde van de groep het café is binnengedrongen en even later het café weer verliet. Verdachte droeg een lichtkleurig truitje of shirt.
Verdachte heeft tijdens zijn verhoor bij de politie verklaard dat hij zich van de bewuste avond niets kan herinneren omdat hij dronken was. Verdachte is vervolgens de fotoprint op pagina 135 getoond en verdachte heeft verklaard niet de persoon te zijn die op de foto met een rode pijl is aangeduid. Verdachte heeft erop gewezen dat de persoon op de foto geen bril draagt en dat hij altijd een bril draagt, omdat hij zonder bril wazig ziet. De verbalisant heeft tijdens het verhoor waargenomen dat verdachte op zijn rechter boven- en onderarm een grote tatoeage heeft die doorloopt tot aan de pols en dat verdachte ook een grote tatoeage heeft op zijn linkeronderarm. Aan de rechterzijde van de nek van verdachte zijn Chinese tekens getatoeëerd.
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij ook altijd oorbellen draagt. Verdachte heeft ter terechtzitting de rechtbank zijn tatoeages laten zien. Verdachte heeft verklaard dat zijn tatoeages doorlopen tot aan zijn schouders.
Ter terechtzitting heeft de rechtbank kennis genomen van de op 21 augustus 2010 vastgelegde videobeelden, afkomstig van de camera’s van het stadstoezicht, welke zijn geplaatst in de [P-straat] en het [A-straat] te Maastricht. Op deze beelden is onder meer een man te zien van Molukse afkomst die gekleed is in een wit T-shirt en op beide armen tatoeages heeft. Deze man rent achter twee vluchtende mannen aan richting het [A-straat] en duwt en slaat de latere aangever [naam benadeelde partij 1]. Ook slaat deze man een terrasbezoeker met de rechterarm in zijn gezicht. Tot slot is op de beelden te zien dat deze man café [naam cafe] binnendringt en even later het café weer verlaat.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard zich niet op de getoonde camerabeelden te herkennen.
[naam benadeelde partij 1] heeft aangifte gedaan van mishandeling en heeft verklaard dat hij door verschillende jongens is geslagen en geschopt. Hij kan zich een blanke jongen herinneren die een petje en een lichtgekleurd T-shirt droeg en een getinte jongen die een donkerblauw of zwart T-shirt droeg.
[H.] heeft verklaard dat hij die bewuste nacht aanwezig was in café [naam cafe] en dat hij zag dat een groep personen tafels en stoelen tegen de ramen van het café gooiden en op de toegangsdeur sloegen. [H.] liep naar de toegangsdeur toe en zag dat de deur plotseling open vloog en dat allerlei personen het café binnen renden, waaronder een jongen met een wit T-shirt. Deze jongen sloeg hem met zijn gebalde vuist op zijn rechterwang waardoor hij achterover tegen de bar en vervolgens op de grond viel. Toen [H.] op de grond lag werd hij door deze jongen tegen zijn linkerschouder geschopt. De jongen die hem sloeg en schopte was een kleine, brede jongen, hij had een flink postuur en een dikke kop. Verder had hij getrimd haar en hij droeg een wit T-shirt.
De getuigen [naam getuige 1] en [naam getuige 2] waren die nacht beiden aanwezig in café [naam cafe] en hebben een beschrijving gegeven van de jongen die [H.] sloeg en schopte. [naam getuige 1] omschrijft de jongen als iemand van Indonesische of Molukse afkomst, normaal postuur, normale lengte, kort geknipt haar, leeftijd ongeveer 20 jaar of iets jonger en hij was gekleed in een lichtkleurig shirt. [naam getuige 2] omschrijft de jongen als iemand van Molukse afkomst, hij was niet zo groot, hij had een gespierd lichaam en hij had gemillimeterd haar. Over de kleding die de jongen droeg kan [naam getuige 2] niets verklaren.
De vader van verdachte, [naam vader verdachte], heeft verklaard dat hij die nacht in café [naam cafe 2] was, gelegen in de [P-straat]. Toen hij hoorde dat er ruzie was is hij naar buiten gelopen en hij zag dat er iets aan de hand was op het [A-straat]. [naam vader verdachte] is toen naar het [A-straat] gelopen en hij zag dat zijn zoon erbij betrokken was. Hij heeft niet gezien wat hij deed. [naam vader verdachte] zag dat zijn zoon een hem onbekend café naar binnenging. [naam vader verdachte] is zelf ook dat café naar binnen gegaan om zijn zoon eruit te halen. In het café zag hij dat verdachte aan het duwen en aan het trekken was. Hij weet niet met wie. [naam vader verdachte] heeft niet gezien dat er in het café geslagen of met iets gegooid werd.
Met betrekking tot het voorgaande overweegt de rechtbank het volgende.
De verklaringen van de aangevers [naam benadeelde partij 1] en [H.] en van de getuigen [naam getuige 1] en [naam getuige 2] kunnen niet bijdragen aan het bewijs dat verdachte betrokken is geweest bij de gewelddadigheden in de [P-straat] en op het [A-straat] te Maastricht. [naam benadeelde partij 1] geeft immers een beschrijving van twee jongens die hem hebben geslagen, die niet past op verdachte. Ook de beschrijvingen door [naam getuige 1] en [naam getuige 2] van de persoon die [H.] in café [naam cafe] heeft geslagen, past niet op verdachte. Ook noemen zij geen specifieke kenmerken van de dader die op verdachte van toepassing zijn. Daarbij is het opmerkelijk dat beiden niets verklaren over tatoeages op de beide armen van de dader. Ook [H.] verklaart niets over tatoeages op de armen van de persoon die hem in café [naam cafe] heeft geslagen en geschopt. Bovendien heeft de rechtbank ter terechtzitting waargenomen dat de beschrijving die [H.] van de dader geeft, namelijk dat de dader een flink postuur en een dikke kop had, niet van toepassing is op verdachte.
Ook de verklaring van de vader van verdachte kan naar het oordeel van de rechtbank niet bijdragen aan het bewijs. Weliswaar verklaart [naam vader verdachte] senior dat hij gezien heeft dat zijn zoon kennelijk bij iets is betrokken op het [A-straat], maar bij wat precies heeft hij niet gezien. Vervolgens heeft de vader van verdachte gezien dat zijn zoon een café is binnen gegaan, maar of hij daarmee café [naam cafe] bedoelt, is de rechtbank niet duidelijk geworden.
De rechtbank heeft ter terechtzitting de camerabeelden uitvoerig bestudeerd en is tot de conclusie gekomen dat er, ondanks de herkenning door een CIE-informant, geen sprake is van eenduidige herkenning van verdachte. Weliswaar heeft de man die op de camerabeelden te zien is en die zou moeten doorgaan voor verdachte tatoeages op beide armen, maar de rechtbank heeft niet kunnen vaststellen dat deze tatoeages overeenkomen met de tatoeages die de rechtbank ter terechtzitting heeft waargenomen op de beide armen van verdachte. De man op de camerabeelden draagt bovendien geen bril, terwijl verdachte heeft verklaard altijd een bril te dragen, omdat hij anders wazig ziet.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan, zodat verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
4 De beslissing
De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van de onder 1, 2 primair, 2 subsidiair en 3 tenlastegelegde feiten.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.M.J. van den Acker, voorzitter, mr. J.H. Klifman en
mr. E.H.A.F.M. Krol, rechters, in tegenwoordigheid van L.A.J.W. Schoutese, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 13 mei 2011.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 21 augustus 2010 in de gemeente Maastricht met een ander of anderen, op of aan de openbare weg(en), de [P-straat] en/of het [A-straat], in elk geval op of aan een of meer openbare weg(en), openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [naam benadeelde partij 1] en/of [naam medeverdachte 2] en/of Y. [naam medeverdachte 3] en/of [naam medeverdachte 4] en/of [naam medeverdachte 5] en/of een of meer andere (onbekende) perso(o)n(en), welk geweld bestond uit:
- het meermalen, althans eenmaal, duwen van een of meer van de genoemde perso(o)n(en) en/of
- het meermalen, althans eenmaal, slaan en/of stompen van die [naam benadeelde partij 1] en/of die [naam medeverdachte 2] en/of die [naam medeverdachte 3] en/of een of meer andere perso(o)n(en) en/of
- het meermalen, althans eenmaal, schoppen en/of trappen van die [naam benadeelde partij 1] en/of een of meer andere perso(o)n(en) en/of
- het meermalen, althans eenmaal, gooien met een of meer (terras)tafel(s) en/of (terras)stoel(en) en/of een of meer fiets(en) in de richting van die [naam medeverdachte 2] en/of die [naam medeverdachte 3] en/of die [naam medeverdachte 4] en/of die Theuws en/of een of meer andere perso(o)n(en);
hij op of omstreeks 21 augustus 2010 in de gemeente Maastricht met een ander of anderen, op of aan de openbare weg(en), de [P-straat] en/of het [A-straat], in elk geval op of aan een of meer openbare weg(en), openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een of meer (kozijn(en) van) ra(a)m(en) en/of deur(en) van café [naam cafe] en/of een of meer (terras)tafel(s) en/of (terras)stoel(en) en/of een of meer fiets(en), welk geweld bestond uit het
gooien met die (terras)tafel(s) en/of (terras)stoel(en) en/of die fiets(en) (in de richting van café [naam cafe]);
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 21 augustus 2010 in de gemeente Maastricht tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een of meer (kozijn(en) van) ra(a)m(en) en/of deur(en) en/of een of meer (terras)tafel(s), in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan café [naam cafe], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
hij op of omstreeks 21 augustus 2010 in de gemeente Maastricht tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [H.]) (tegen het gezicht) heeft geslagen en/of gestompt (waardoor deze ten val is gekomen) waardoor die [H.] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Strafrecht
parketnummer: 03/700480-10
proces-verbaal van het voorgevallene ter openbare zitting van de enkelvoudige kamer van de rechtbank voornoemd van 13 mei 2011 in de zaak tegen:
[naam verdachte],
geboren te [geboortegegevens verdachte],
wonende te [adresgegevens verdachte].
mr. , officier van justitie,
De rechter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is in de zaal van de zitting aanwezig.
De rechter spreekt het vonnis uit en geeft de verdachte kennis dat hij daartegen binnen 14 dagen hoger beroep kan instellen.
Waarvan proces-verbaal, vastgesteld en getekend door de rechter en de griffier.
Raadsman mr. R.W.P. Krijnen, advocaat te Heerlen.