ECLI:NL:RBMAA:2011:BQ2349

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
22 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
03/700715-10 en 20/001078-09
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal van letters, cijfers en ornamenten van grafstenen op een kerkhof te Valkenburg

Op 22 april 2011 heeft de Rechtbank Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal van letters, cijfers en ornamenten van grafstenen op een kerkhof aan de [B.straat] te Valkenburg. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 25 tot en met 26 december 2010 een groot aantal bronzen en koperen letters, cijfers en versieringen heeft gestolen van verschillende graven. De rechtbank heeft de diefstal wettig en overtuigend bewezen verklaard, mede op basis van getuigenverklaringen en forensisch bewijs, waaronder een bloedspoor dat matchte met het DNA van de verdachte.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 jaar, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. Daarnaast is de verdachte verplicht om schadevergoeding te betalen aan de benadeelde partijen, die in totaal 18 vorderingen hebben ingediend. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, inclusief de wettelijke rente over het schadebedrag vanaf 25 december 2010.

De rechtbank heeft ook de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde gevangenisstraf behandeld, omdat de verdachte zich tijdens de proeftijd opnieuw schuldig had gemaakt aan een strafbaar feit. De rechtbank heeft besloten dat de voorwaardelijke straf ten uitvoer zal worden gelegd. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de rechters de ernst van de feiten en het strafblad van de verdachte in overweging hebben genomen.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector strafrecht
parketnummers: 03/700715-10 en 20/001078-09 (vordering tot tenuitvoerlegging)
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 22 april 2011
in de strafzaak tegen
[naam verdachte],
geboren te [geboortegegevens],
thans gedetineerd in de P.I. Limburg Zuid - De Geerhorst te Sittard, Op de Geer 1.
Raadsman is mr. R. Mahovic, advocaat te Maastricht.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 8 april 2011, waarbij de officier van justitie, de verdediging en de verdachte hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte op een kerkhof te Valkenburg a/d Geul bronzen of koperen letters, cijfers en ornamenten heeft gestolen vanaf 28 graven dan wel dat hij op een kerkhof 28 graven heeft vernield.
3 De beoordeling van het bewijs
3.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie is van mening dat het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden, in die zin dat er sprake was van diefstal door middel van braak en verbreking. Zij wijst in dit verband op het aangetroffen bloedspoor, de beschadigde handen van verdachte, de korte tijd waarin de feiten zijn gepleegd en het aantreffen van bronzen letters in het steegje waar verdachte woont. Ten aanzien van het op het kerkhof aangetroffen bloedspoor wijst de officier van justitie erop dat uit onderzoek van het NFI volgt dat het DNA-materiaal in dit bloedspoor matcht met het DNA-materiaal van verdachte. Volgens de officier van justitie kan de verdachte hiervoor geen redelijke verklaring geven. Het is in ieder geval niet waarschijnlijk dat een bloedspoor in de sneeuw – zoals verdachte stelt – ruim een week nadat verdachte het kerkhof zou hebben bezocht, alsnog veilig zou kunnen worden gesteld. De verklaring die verdachte geeft voor de verwondingen aan zijn handen – namelijk dat hij gewond is doordat hij een deur in zijn woning heeft ingeslagen – acht de officier van justitie eveneens onaannemelijk, nu de politie in de woning van verdachte geen ingeslagen deuren heeft waargenomen.
3.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat verdachte moet worden vrijgesproken van de aan hem ten laste gelegde feiten, nu er geen wettig en overtuigend bewijs voor handen is dat verdachte deze feiten heeft begaan. Verdachte heeft alle betrokkenheid ontkend en een verklaring gegeven voor het aantreffen van zijn bloed op het kerkhof. De raadsman wijst er op dat de steentjes – aangetroffen in de kleding van verdachte – niet afkomstig zijn van het kerkhof, maar uit de tuin van de ouders van verdachte. Het is niet aannemelijk dat verdachte deze steentjes in het kerkhof heeft opgeraapt, vanwege de bevroren grond en de dikke laag sneeuw die daar lag. Voorts wijst de raadsman erop dat in de woning van verdachte geen voorwerpen zijn aangetroffen die duiden op enige betrokkenheid van verdachte. De raadsman wijst er verder op dat door het NFI niet is geconcludeerd dat het voetspoor, aangetroffen in de sneeuw op het kerkhof, afkomstig is van de linkerschoen van verdachte. [merknaam]-schoenen met maat 45 komen veelvuldig voor.
3.3 Het oordeel van de rechtbank
Inleiding
[aangever 1] heeft 8 januari 2011 aangifte gedaan van diefstal namens het kerkbestuur
H. Joseph te Broekhem, zijnde de exploitant van het kerkhof aan de [B.straat] te Valkenburg. Op 26 december 2010 werd hij door [aangever 2] in kennis gesteld van vernielingen en diefstal vanaf graven op het kerkhof. Op 29 december 2010 is [aangever 1] gaan kijken naar de gemelde vernielingen. Hij zag dat van een groot aantal graven zowel belettering als kruizen waren weggenomen. Op 18 december 2010 heeft [aangever 1] nog gezien dat er geen vernielingen waren op het kerkhof. Bij de politie heeft [aangever 1] een lijst overgelegd met daarop 44 beschadigde graven en de adresgegevens van de nabestaanden per graf.
Door een groot aantal mensen is vervolgens in de periode van 27 december 2010 tot en met 8 januari 2011 aangifte gedaan van diefstal vanaf een grafmonument op de begraafplaats aan de [B.straat] te Valkenburg:
- [aangever 2] heeft aangifte gedaan van de diefstal van bronzen letters en cijfers van de grafsteen van zijn vader en zijn broer. Op zondag 26 december 2010 bezocht
[aangever 2] de begraafplaats, waarop hij zag dat de letters en cijfers van verscheidene grafstenen waren weggenomen.
- [aangever 3] heeft aangifte gedaan van de diefstal van bronzen letters en cijfers van het grafmonument van haar ouders. Op dinsdag 28 december constateerde zij dat alle letters en cijfers van de steen waren afgehaald.
- [aangever 4] heeft aangifte gedaan van diefstal van letters en cijfers en een bronzen kruis van het grafmonument van haar man. Op maandag 27 december 2010 werd zij door een zekere [W.]in kennis gesteld van de schade.
- [aangever 5] heeft aangifte gedaan van de diefstal van een bronzen kruis van het grafmonument van zijn tante. Op 29 december heeft hij de diefstal ontdekt.
- [aangever 6]heeft aangifte gedaan van de diefstal van bronzen letters en cijfers van het grafmonument van zijn oma. Op 29 december 2010 heeft hij de diefstal ontdekt.
- [aangever 7]heeft aangifte gedaan van diefstal van koperen letters en een koperen kruis van het grafmonument van zijn zoon. Tussen 25 december 2010 en 26 december 2010 is de diefstal volgens [aangever 7] gepleegd.
- [aangever 8]heeft aangifte gedaan van de diefstal van bronzen letters en cijfers van de grafsteen van haar ouders. De letters waren van de bronzen staafjes afgebroken, waarmee zij bevestigd zaten aan de grafsteen. Zij heeft de diefstal op 29 december 2010 ontdekt.
- [aangever 9] heeft aangifte gedaan van de diefstal van bronzen letters en cijfers van het grafmonument van zijn ouders. Op 28 december 2010 heeft hij de diefstal ontdekt.
- [aangever 10] heeft aangifte gedaan van 2 bronzen c.q. koperen kruizen van grafmonumenten van zijn vrouw en schoonouders. Op 24 december 2010 was er volgens [aangever 10] nog niets met de graven aan de hand. Op 27 december 2010 heeft hij de diefstal ontdekt.
- [aangever 11] heeft aangifte gedaan van de diefstal van koperen of bronzen letters, cijfers en ringen van de grafsteen van zijn ouders. Op 28 december 2010 heeft [aangever 11] de diefstal ontdekt.
- [aangever 12] heeft aangifte gedaan van de diefstal van bronzen letters, cijfers en tekens van het grafmonument van zijn schoonouders. Op 29 december 2010 heeft hij de diefstal ontdekt.
- [aangever 13] heeft aangifte gedaan van de diefstal van koperen c.q. bronzen letters en een kruis van de grafsteen van haar ouders. De diefstal is volgens [aangever 13] gepleegd tussen 24 december 2010 en 27 december 2010. Op 27 december 2010 heeft zij de diefstal ontdekt.
- [aangever 14] heeft aangifte gedaan van de diefstal van koperen c.q. bronzen letters van de grafsteen van zijn ouders. Op 28 december 2010 heeft hij de diefstal ontdekt.
- [aangever 15]heeft aangifte gedaan van de diefstal van de bronzen belettering van het graf van zijn schoonouders. Op 27 december 2010 heeft hij de diefstal ontdekt.
- [aangever 16] heeft aangifte gedaan van de diefstal van de diefstal van bronzen letters van de grafsteen van zijn ouders. De schade is volgens [aangever 16] tussen 24 en 27 december 2010 ontstaan. Op 27 december 2010 heeft zij de schade ontdekt.
- [aangever 17] heeft aangifte gedaan van de diefstal van de bronzen letters van de grafsteen van haar echtgenoot. Op 27 december 2011 heeft haar schoonzoon de diefstal ontdekt.
- [aangever 18] heeft aangifte gedaan van de diefstal van bronzen letters, cijfers en kruis van het grafmonument van haar vader. Op 28 december 2010 heeft zij deze diefstal ontdekt.
- [aangever 19] heeft aangifte gedaan van de diefstal van een gedenkplaatje, bronzen letters en cijfers en een bronzen kruis van het graf van haar moeder. Op 30 december 2010 heeft zij de diefstal ontdekt.
- [aangever 20] heeft digitaal aangifte gedaan van diefstal van brons en/of koper van een grafsteen. Op 27 december 2010 heeft zij de diefstal ontdekt.
- [aangever 21] heeft digitaal aangifte gedaan van diefstal van de belettering van de grafsteen van haar ouders. Zij heeft op 28 december 2010 de diefstal ontdekt.
- [aangever 22] heeft digitaal aangifte gedaan van diefstal van letters en cijfers van de grafsteen van haar ouders. Volgens [aangever 22] heeft deze diefstal tussen 24 december 2010 en 28 december 2010 plaatsgevonden.
- [aangever 15]heeft digitaal aangifte gedaan de diefstal van een bronzen kruis van de grafsteen van onder meer zijn ouders. Volgens [aangever 15] heeft de diefstal tussen 18 december 2010 en 27 december 2010 plaatsgevonden.
- [aangever 23] heeft aangifte gedaan van de diefstal van bronzen letters en cijfers van het grafmonument van zijn moeder. Op 3 januari 2011 heeft hij de diefstal ontdekt.
- [aangever 24] heeft aangifte gedaan van de diefstal van de bronzen letters van de grafsteen van zijn ouders. Op 4 januari 2011 heeft hij de diefstal ontdekt.
- [aangever 25] heeft aangifte gedaan van de diefstal van het bronzen kruis van de grafsteen van zijn ouders.
- [aangever 26] heeft aangifte gedaan van de diefstal van een koperen kruis van het graf van zijn ouders. Op 8 januari 2011 heeft [aangever 26] de diefstal ontdekt.
- [aangever 27] heeft aangifte gedaan van de diefstal van een letters, cijfers en een kruis van de grafsteen van zijn ouders. Op 8 januari 2011 heeft hij de diefstal ontdekt.
- [aangever 28] heeft aangifte gedaan van de diefstal van een bronzen grafkruis van het familiegraf van zijn familie. Op 28 december 2011 heeft hij de diefstal ontdekt.
De rechtbank is van oordeel dat er vanaf de begraafplaats aan de [B.straat] te Valkenburg een groot aantal letters, cijfers en versieringen zijn weggenomen, gelet op de aangifte van [aangever 1] en de hierboven genoemde 28 aangiften. De braak acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen gelet op het proces-verbaal van bevindingen waarin staat dat een verbalisant verhaalt dat hij ziet dat de letters en kruizen van de grafstenen zijn afgebroken en dat de bevestigingspinnen in de grafstenen waren achtergebleven.
[aangever 1] heeft verklaard dat bij hem op 26 december 2010 melding werd gedaan dat aan een groot aantal graven beschadigingen zichtbaar waren. [aangever 2] en [aangever 7] hebben verklaard op 26 december 2010 te hebben gezien dat er beschadigingen waren aan de graven. Tenslotte contateert ook de politie op 26 december 2010 dat beschadigingen zijn aangericht aan de graven. Zowel [aangever 10] en [aangever 22] hebben gezien dat er nog geen beschadigingen aan graven waren op 24 december 2010 en [aangever 7]verklaart nog op 25 december rond 15.00 uur te hebben geconstateerd dat alles op de begraafplaats in orde was. Gelet op het voorgaande de rechtbank van oordeel dat de diefstallen vanaf de graven in de periode 25 december 2010 tot en met 26 december 2010 hebben plaatsgevonden.
De rechtbank dient vervolgens de vraag te beantwoorden of verdachte betrokken is geweest bij de diefstallen vanaf het kerkhof aan de [B.straat] te Valkenburg. De rechtbank acht in dit verband het navolgende van belang.
Onderzoeksbevindingen
Naar aanleiding van een aangifte van diefstal vanaf een grafmonument heeft de politie op 26 december 2010 een onderzoek ingesteld op het kerkhof aan de [B.straat] te Valkenburg. Tijdens dit onderzoek heeft de politie vastgesteld dat er van vele graven letters en of kruizen waren verwijderd. Deze letters en kruizen waren van de grafstenen afgebroken. Bovendien lagen er op het kerkhof enkele bronskleurige letters in de sneeuw. Een duidelijk zichtbaar schoenspoor in de sneeuw bij een beschadigd graf werd door de politie veilig gesteld.
Bij een beschadigde grafsteen was tevens een bloedspoor zichtbaar in de sneeuw. Zowel dit schoenspoor als dit bloedspoor werd door de politie veilig gesteld. Uit onderzoek door het NFI volgt dat het DNA-materiaal dat afkomstig is uit dit bloedspoor met DNA-identiteitszegel AACR9405NL#01 matcht met het DNA-materiaal van verdachte met een matchkans kleiner dan één op één miljard. Voorts volgt uit het vergelijkend onderzoek tussen het schoenspoor met spoornummer AACR9406NL en de zolen van de schoenen van verdachte met spoornummer AACP9451NL dat, gezien het profiel, de afmetingen en de vorm van het spoor de linkerschoen in aanmerking komt als veroorzaker van het spoor. Tijdens dit vergelijkend onderzoek is gebleken dat het profiel tussen het spoor en de schoenen overeenkomt, de afmetingen praktisch overeenkomen en de slijtage aan de linkerschoen ook is waargenomen in het schoenspoor. Ten slotte wordt geconcludeerd dat het spoor is veroorzaakt met een schoen, soortgelijk aan de schoenen van verdachte. Door het ontbreken van karakteristieke overeenkomsten, kon niet worden vastgesteld dat het spoor daadwerkelijk is veroorzaakt met de linkerschoen.
Overige bevindingen van de politie
De politie vermoedde dat verdachte – gezien diens justitieel verleden – betrokken was bij de diefstallen op het kerkhof. Tijdens een bezoek aan de ouders van verdachte op 29 december 2010 heeft de politie kleine verwondingen aan de rechterhand van verdachte waargenomen. Diezelfde dag kwam een anonieme melding binnen dat in de straat waar verdachte woont, de [K.steeg], enkele voorwerpen zouden liggen die vermoedelijk van de begraafplaats afkomstig waren. Aan het begin van de [K.steeg] werden door de politie enkele bronzen cijfercombinaties waargenomen in de sneeuw. De [K.steeg] is een doodlopende steeg en is tevens de enige mogelijkheid om bij de woning van verdachte te komen.
Verklaring van de verdachte
Verdachte heeft bij de politie alle betrokkenheid ontkend bij de diefstal van de cijfers, letters en ornamenten op het kerkhof aan de [B.straat] te Valkenburg. Volgens verdachte zijn de verwondingen aan zijn handen ontstaan doordat hij in zijn woning een houten deur heeft ingeslagen, omdat hij ruzie had met [P.]. Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij een week voor Kerstmis het graf van zijn oma op de begraafplaats heeft bezocht en dat hij tijdens dat bezoek zijn hand ergens aan had gesneden. Volgens verdachte is hierdoor zijn bloed in de sneeuw terecht gekomen. Bovendien heeft verdachte ter terechtzitting verklaard dat hij zijn hand had verwond door een deur in te slaan, omdat hij ruzie had met [K.] en niet met [P.].
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat verdachte degene is geweest die de diefstal door middel van braak van de letters, cijfers en ornamenten vanaf het kerkhof heeft gepleegd, gelet op het feit dat het bloed van verdachte op één van de graven is aangetroffen, het op het kerkhof aangetroffen schoenspoor overeenkomsten vertoont met de schoenen van verdachte en het feit dat er in de doodlopende steeg, waaraan ook de woning van verdachte ligt bronzen letters zijn gevonden die afkomstig zijn van het kerkhof. De rechtbank is van oordeel dat verdachtes verhaal dat hij ongeveer een week voor Kerstmis zijn hand op het kerkhof had gesneden bij een bezoek aan het graf van zijn oma, niet aannemelijk is. De rechtbank acht het niet waarschijnlijk dat een destijds ontstaan bloedspoor in de sneeuw ‘goed houdbaar’ is gebleven tot 26 december 2010, het moment waarop het is ontdekt en veiliggesteld.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het primair tenlastegelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.
3.4 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
hij in de periode van 25 december 2010 tot en met 26 december 2010 te Valkenburg, in de gemeente Valkenburg aan de Geul, vanaf het kerkhof gelegen aan de [B.straat], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening die hierna te noemen goederen heeft weggenomen, toebehorende aan de hier te noemen
aangevers/benadeelden, waarbij verdachte zich de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, te weten onder meer,
- bronzen letters en cijfers toebehorende aan [aangever 2] en
- bronzen letters en cijfers toebehorende aan [aangever 3] en
- letters en cijfers en een bronzen kruis toebehorende aan [aangever 4] en
- een bronzen kruis toebehorende aan [aangever 5] en
- bronzen letters en cijfers toebehorende aan [aangever 6]en
- koperen letters en een koperen kruis toebehorende aan [aangever 7] en
- bronzen letters en cijfers toebehorende aan [aangever 8]en
- bronzen letters en cijfers toebehorende aan [aangever 9] en
- 2 bronzen en/of koperen kruizen toebehorende aan [aangever 10] en
- bronzen of koperen letters en/of cijfers en/of ringen toebehorende aan [aangever 11] en
- bronzen letters en cijfers en tekens toebehorende aan [aangever 12] en
- bronzen en/of koperen letters en/of een bronzen en/of koperen kruis toebehorende aan
[aangever 13] en
- bronzen en/of koperen letters toebehorende aan [aangever 14] en
- bronzen letters toebehorende aan [aangever 15]en
- bronzen letters toebehorende aan [aangever 16] en
- bronzen letters toebehorende aan [aangever 17] en
- bronzen letters en cijfers en een bronzen kruis toebehorende aan [aangever 18] en
- een gedenkplaatje en bronzen letters en cijfers en bronzen kruis toebehorende aan
[aangever 19] en
- (bronzen en/of koperen) letters en/of cijfers toebehorende aan [aangever 20] en
- letters toebehorende aan [aangever 21] en
- letters en cijfers toebehorende aan [aangever 22] en
- een bronzen kruis toebehorende aan [aangever 15]en
- bronzen letters en cijfers toebehorende aan [aangever 23] en
- bronzen letters toebehorende aan [aangever 24] en
- een bronzen kruis toebehorende aan [aangever 25] en
- een koperen kruis toebehorende aan [aangever 26] en
- letters en cijfers en kruis toebehorende aan [aangever 27] en
- een bronzen kruis toebehorende aan [aangever 28].
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
4 De strafbaarheid
Het bewezenverklaarde levert het volgende strafbare feit op:
primair
diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
5 De strafoplegging
5.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 1 jaar, waarvan 4 maanden voorwaardelijk en met oplegging van een proeftijd van 3 jaren. Aan deze proeftijd dienen volgens de officier van justitie de door de reclassering geformuleerde bijzondere voorwaarden te worden verbonden, inhoudende het zich houden aan de aanwijzingen van de reclassering, ook indien deze een ambulante behandeling op een forensische polikliniek van Mondriaan of de Rooyse Wissel inhouden. De officier van justitie heeft bij het formuleren van haar strafeis rekening gehouden met de ernst van de feiten, het strafblad van verdachte en het feit dat verdachte geen verklaring voor zijn handelen wilt geven.
5.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van de strafoplegging.
5.3 Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is ge¬komen.
Verdachte heeft vanaf een kerkhof een groot aantal bronzen en koperen letters, cijfers en versieringen gestolen. Om de diefstal van deze goederen, die voor de nabestaanden een zeer grote emotionele waarde vertegenwoordigen, mogelijk te maken, heeft verdachte de ornamenten van de graven afgebroken en de graven hierdoor beschadigd. De rechtbank rekent verdachte zijn handelen zwaar aan. Door juist de belettering van grafstenen en grafornamenten te stelen heeft verdachte getoond geen enkel respect te hebben gehad voor de overledenen en hun nabestaanden, die hierdoor sommige gevallen hevig geëmotioneerd zijn geraakt. Zijn handelen heeft ook gezorgd voor een maatschappelijk gevoel van ongenoegen over het feit dat zelfs een kerkhof niet gevrijwaard is van diefstal en geweld. Daarenboven heeft verdachte geen openheid van zaken willen geven.
Gelet op dit alles is een gevangenisstraf van langere tijd op zijn plaats. Nu verdachte al eerder meerdere malen voor het plegen van strafbare feiten is veroordeeld en bovendien nog in een proeftijd liep, is de rechtbank van oordeel dat de oplegging van een gevangenisstraf van 1 jaar in beginsel een passende straf is. Daar staat tegenover dat verdachte naar het oordeel van de rechtbank reclasseringstoezicht behoeft. Gelet op de omstandigheid dat verdachte blijkens het reclasseringsadvies op vele leefgebieden problemen kent, zal de rechtbank als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht opleggen, met daarbij de bepaling dat verdachte zich gedurende de proeftijd dient te houden aan de aanwijzingen en richtlijnen van de reclassering, ook indien deze een ambulante behandeling op een forensische polikliniek van de Mondriaan Zorggroep of de Rooyse Wissel inhouden. Gelet hierop zal de rechtbank verdachte een gevangenisstraf van twaalf maanden waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
6 De benadeelde partijen
Er hebben in totaal 18 benadeelde partijen een schadevergoeding gevorderd ter zake van het primair ten laste gelegde feit, te weten:
- [aangever 3] vordert een schadevergoeding van € 1.199,50, waarvan € 1.149,50 ter zake van materiële schade en € 50,00 ter zake van immateriële schade;
- [aangever 4] vordert een schadevergoeding van € 1.474,50, waarvan € 1.424,50 ter zake van materiële schade en € 50,00 ter zake van immateriële schade;
- [aangever 6] vordert een schadevergoeding van € 1.130,38;
- [aangever 14] vordert een schadevergoeding van € 1.545,00, waarvan € 1.495,00 ter zake van materiële schade en € 50,00 ter zake van immateriële schade;
- [aangever 15]vordert een schadevergoeding van € 238,00;
- [aangever 17] vordert een schadevergoeding van € 1.297,00, waarvan € 1.247,50 ter zake van materiële schade en € 50,00 ter zake van immateriële schade;
- [aangever 18] vordert een schadevergoeding van € 1.757,00 ter zake van materiële schade en € 50,00 ter zake immateriële schade;
- [aangever 19] vordert een schadevergoeding van € 1.480,98, waarvan € 1.430,98 ter zake van materiële schade en € 50,00 ter zake van immateriële schade;
- [aangever 21] vordert een schadevergoeding van € 1.490,00;
- [aangever 22] vordert een schadevergoeding van € 767,25;
- [aangever 24] vordert een schadevergoeding van € 1.468,66, waarvan € 1.438,66 ter zake van materiële schade en € 50,00 ter zake van immateriële schade;
- [aangever 28] vordert een schadevergoeding van € 245,00;
- [aangever 13] vordert een schadevergoeding van € 741,00, waarvan € 691,00 ter zake van materiële schade en € 50,00 ter zake van immateriële schade;
- [aangever 25] vordert een schadevergoeding van € 295,00, waarvan € 245,00 ter zake van materiële schade en € 50,00 ter zake van immateriële schade;
- [aangever 7] vordert een schadevergoeding van € 145,48;
- [aangever 9] vordert een schadevergoeding van € 400,00;
- [aangever 11] vordert een schadevergoeding van € 951,02, waarvan € 901,02 ter zake van materiële schade en € 50,00 ter zake van immateriële schade;
- [aangever 12] vordert een schadevergoeding van € 2.025,00, waarvan € 1.975,00 ter zake van materiële schade en € 50,00 van immateriële schade.
Alle benadeelde partijen, met uitzondering van [aangever 15], [aangever 22], [aangever 28], [aangever 7] en [aangever 9] hebben vergoeding van de wettelijke rente over het schadebedrag en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gevorderd.
De officier van justitie heeft gevorderd dat alle benadeelde partijen hun vorderingen voldoende hebben onderbouwd. Volgens de officier van justitie zijn de gevorderde vergoedingen van de gestelde materiële en immateriële schade bovendien reëel. Alle vorderingen dienen volgens de officier van justitie te worden toegewezen met toewijzing van gevorderde wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging voert aan dat alle vorderingen van de benadeelde partijen dienen te worden afgewezen, nu verdachte dient te worden vrijgesproken van het aan hem ten laste gelegde.
De rechtbank verstaat dat de benadeelde partij [aangever 7] door het inbrengen van een factuur van [naam bedrijf] Grafmonumenten B.V. zijn vordering heeft verhoogd van € 100,00 tot
€ 145,48.
Ter terechtzitting is komen vast te staan dat door het bewezen verklaarde primaire feit rechtstreeks materiële schade en immateriële schade aan alle bovengenoemde benadeelde partijen is toegebracht. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn voldoende onderbouwd en alleszins redelijk. De rechtbank zal de vorderingen dan ook toewijzen.
Voorts zal zij ter zake van alle vorderingen van de benadeelde partijen voor zover gevorderd de wettelijke rente over het schadebedrag vanaf 25 december 2010 tot aan de dag der algehele voldoening toewijzen.
Nu de verdachte ter zake van het onder primair bewezen verklaarde strafbare feit zal worden veroordeeld en hij naar burgerlijk recht jegens de slachtoffers, zijnde de hiervoor genoemde 18 benadeelde partijen, aansprakelijk is voor de schade die door dat strafbare feit is toegebracht, heeft de rechtbank tot het opleggen van de schadevergoedingsmaatregel besloten ter zake van alle 18 benadeelde partijen.
7 De vordering tot tenuitvoerlegging
Ter terechtzitting is gelijktijdig behandeld de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden, aan verdachte opgelegd bij onherroepelijk arrest van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch d.d. 1 juli 2010 gewezen onder parketnummer 20/001077-09. De vordering voldoet aan de bij de wet gestelde eisen.
De verdediging voert aan dat voornoemde voorwaardelijke straf niet ten uitvoer gelegd kan worden, nu verdachte dient te worden vrijgesproken van het aan hem ten laste gelegde.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat verdachte door hetgeen thans bewezen en strafbaar is verklaard zich voor het einde van de vastgestelde proeftijd opnieuw heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit en aldus de algemene voorwaarde heeft overtreden.
Bijzondere omstandigheden die aan de gevorderde tenuitvoerlegging in de weg zouden staan, zijn niet aanwezig.
De rechtbank zal dan ook de gevorderde tenuitvoerlegging gelasten.
8 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 24c, 36f, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.
9 De beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;
Straffen
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 1 jaar, waarvan 4 maanden voorwaardelijk;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van drie jaar schuldig maakt aan een strafbaar feit of omdat verdachte tijdens de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt als bijzondere voorwaarde dat verdachte zich tijdens de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens de Reclassering, ook indien deze een ambulante behandeling op een forensische polikliniek van de Mondriaan Zorggroep of de Rooyse Wissel inhouden;
- draagt deze reclasseringsinstelling op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijke deel van de opgelegde gevangenisstraf;
Benadeelde partijen
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 3], [adresgegevens], tot betaling van een bedrag van € 1.199,50 (elfhonderdnegenennegentig euro en vijftig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente van 25 december 2010 tot aan de dag van volledige voldoening;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [aangever 3] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangever 3] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 21 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 december 2010;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [aangever 3] vervalt en omgekeerd.
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 6], [adresgegevens] van een bedrag van € 1.474,50 (veertienhonderdvierenzeventig euro en vijftig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente van 25 december 2010 tot aan de dag van volledige voldoening:
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [aangever 6] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[aangever 6] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 24 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 december 2010;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [aangever 6] vervalt en omgekeerd.
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 6], [adresgegevens], van een bedrag van € 1.130,38 (elfhonderddertig euro en achtendertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente van 25 december 2010 tot aan de dag van volledige voldoening;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [aangever 6] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[aangever 6] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 21 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 december 2010;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [aangever 6] vervalt en omgekeerd.
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 14], [adresgegevens], van een bedrag van € 1.545,00 (vijftienhonderdvijfenveertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente van 25 december 2010 tot aan de dag van volledige voldoening;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [aangever 14] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[aangever 14] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 25 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 december 2010;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [aangever 14] vervalt en omgekeerd.
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 15], [adresgegevens], van een bedrag van € 238,00 (tweehonderdachtendertig euro):
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij P.J. [aangever 15], tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[aangever 15]voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 4 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [aangever 15]vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 17], [adresgegevens] van een bedrag van € 1.297,00 (twaalfhonderdzevenenegentig euro), vermeerderd met de wettelijke rente van 25 december 2010 tot aan de dag van volledige voldoening;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [aangever 17] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangever 17] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 22 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 december 2010;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [aangever 17] vervalt en omgekeerd.
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 18], [adresgegevens], van een bedrag van € 1.757,00 (zeventienhonderdzevenenvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente van 25 december 2010 tot aan de dag van volledige voldoening;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij
[aangever 18] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangever 18] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 27 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 december 2010;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [aangever 18] vervalt en omgekeerd.
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 19], [adresgegevens], van een bedrag van € 1.480,98 veertienhonderdtachtig euro en achtennegentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente van 25 december 2010 tot aan de dag van volledige voldoening:
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [aangever 19] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[aangever 19] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 24 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 december 2010;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [aangever 19] vervalt en omgekeerd.
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 21], [adresgegevens], van een bedrag van € 1.490,00 (veertienhonderdnegentig euro), vermeerderd met de wettelijke rente van 25 december 2010 tot aan de dag van volledige voldoening:
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [aangever 21] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangever 21] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 24 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 december 2010;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [aangever 21] vervalt en omgekeerd.
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 22], [adresgegevens], van een bedrag van € 767,25 (zevenhonderdzevenenzestig euro en vijfentwintig eurocent):
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [aangever 22] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangever 22] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 15 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [aangever 22] vervalt en omgekeerd.
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 24], [adresgegevens], van een bedrag van € 1.468,66 (veertienhonderdachtenzestig euro en zesenzestig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente van 25 december 2010 tot aan de dag van volledige voldoening:
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [aangever 24] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangever 24] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 24 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 december 2010;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [aangever 24] vervalt en omgekeerd.
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 28], [adresgegevens], van een bedrag van € 245,00 (tweehonderdvijfenveertig euro):
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [aangever 28] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangever 28] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 4 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [aangever 28] vervalt en omgekeerd.
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 13], [adresgegevens], van een bedrag van € 741,00 (zevenhonderdeenenveertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente van 25 december 2010 tot aan de dag van volledige voldoening: veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [aangever 13] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangever 13] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 14 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 december 2010;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [aangever 13] vervalt en omgekeerd.
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 25], [adresgegevens], van een bedrag van € 295,00 (tweehonderdvijfennegentig euro), vermeerderd met de wettelijke rente van 25 december 2010 tot aan de dag van volledige voldoening:
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [aangever 25] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangever 25] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 5 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 december 2010;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [aangever 25] vervalt en omgekeerd.
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 7], [adresgegevens], van een bedrag van € 145,48 (honderdvijfenveertig euro en achtenveertig eurocent);
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [aangever 7] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[aangever 7]voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 2 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [aangever 7]vervalt en omgekeerd.
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 9], [adresgegevens], van een bedrag van € 400,00 (vierhonderd euro):
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [aangever 9] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[aangever 9] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 8 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [aangever 9] vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 11], [adresgegevens], van een bedrag van € 951,02 (negenhonderdeenenvijftig euro en twee eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente van 25 december 2010 tot aan de dag van volledige voldoening:
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [aangever 11] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangever 11] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 19 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 december 2010;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [aangever 11] vervalt en omgekeerd.
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 12], [adresgegevens], van een bedrag van € 2.025,00 (tweeduizendvijfentwintig euro), vermeerderd met de wettelijke rente van 25 december 2010 tot aan de dag van volledige voldoening:
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [aangever 12] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[aangever 12] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 30 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 december 2010;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [aangever 12] vervalt en omgekeerd.
Vordering tot tenuitvoerlegging
- gelast dat de voorwaardelijke straf die bij arrest d.d. 1 juli 2010 is opgelegd in de zaak onder parketnummer 20/001077-09, te weten een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden, ten uitvoer zal worden gelegd.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.M.W. Nobis, voorzitter, mr. E.W.A. van den Berg en
mr. S.V. Pelsser, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I.K. Bakker, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 22 april 2011, zijnde mr. C.W.M. Nobis buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 28 juni 2010 tot en met 29 december 2010 te
Valkenburg, in de gemeente Valkenburg aan de Geul, vanaf het kerkhof gelegen
aan de [B.straat], meermalen, althans eenmaal (telkens) met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening die hierna te noemen goederen heeft weggenomen,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de hier te noemen
aangevers/benadeelden, in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte, waarbij verdachte zich (telkens) de/het weg te nemen goed(eren)
onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking,
te weten onder meer,
- (bronzen) letters en/of cijfers toebehorende aan [aangever 2] (zaak 1) en/of
- (bronzen) letters en/of cijfers toebehorende aan [aangever 3] (zaak 2)
en/of
- (koperen en/of bronzen) letters en/of cijfers en/of een (bronzen) kruis
toebehorende aan [aangever 4] (zaak 3) en/of
- een (bronzen) kruis toebehorende aan [aangever 5] (zaak 4) en/of
- (bronzen) letters en/of cijfers toebehorende aan [aangever 6](zaak
5) en/of
- (koperen) letters en/of een (koperen) kruis toebehorende aan
[aangever 7] (zaak 6) en/of
- (bronzen) letters en/of cijfers toebehorende aan [aangever 8](zaak 7)
en/of
- (bronzen) letters en/of cijfers toebehorende aan [aangever 9] (zaak 8) en/of
- 2 (bronzen en/of koperen) kruizen toebehorende aan [aangever 10] (zaak 9)
en/of
- (bronzen en/of koperen) letters en/of cijfers en/of ringen toebehorende aan
[aangever 11] (zaak 10) en/of
- (bronzen) letters en/of cijfers en/of tekens toebehorende aan [aangever 12]
(zaak 11) en/of
- (bronzen en/of koperen) letters en/of een (bronzen en/of koperen) kruis
toebehorende aan [aangever 13] (zaak 12) en/of
- (bronzen en/of koperen) letters toebehorende aan [aangever 14] (zaak 13)
en/of
- (bronzen) letters toebehorende aan [aangever 15](zaak 14) en/of
- (bronzen) letters toebehorende aan [aangever 16] (zaak 15) en/of
- (bronzen) letters toebehorende aan [aangever 17] (zaak 16) en/of
- (bronzen) letters en/of cijfers en/of een (bronzen) kruis toebehorende aan
[aangever 18] (zaak 17) en/of
- een gedenkplaatje en/of (bronzen) letters en/of cijfers en/of (bronzen)
kruis toebehorende aan [aangever 19] (zaak 18) en/of
- (bronzen en/of koperen) letters en/of cijfers toebehorende aan
[aangever 20] (zaak 19) en/of
- letters toebehorende aan [aangever 21] (zaak 20) en/of
- letters en/of cijfers toebehorende aan [aangever 22] (zaak 21) en/of
- een (bronzen) kruis toebehorende aan [aangever 15](zaak 22) en/of
- (bronzen) letters en/of cijfers toebehorende aan [aangever 23] (zaak 24) en/of
- (bronzen) letters toebehorende aan [aangever 24] (zaak 25) en/of
- een (bronzen) kruis toebehorende aan [aangever 25] (zaak 27) en/of
- een (koperen) kruis toebehorende aan [aangever 26] (zaak 28) en/of
- letters en/of cijfers en/of kruis toebehorende aan [aangever 27] (zaak 29)
en/of
- een (bronzen) kruis toebehorende aan [aangever 28] (zaak 31);
Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 28 juni 2010 tot en met 29 december 2010 te
Valkenburg, in de gemeente Valkenburg aan de Geul, meermalen, althans eenmaal
(telkens) opzettelijk en wederrechtelijk de hierna te noemen graven (van het
kerkhof gelegen aan de [B.straat]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan de hierna te noemen aangevers/benadeelden, in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of
onbruikbaar gemaakt te weten onder meer
- een graf toebehorende aan [aangever 2] (zaak 1) en/of
- een graf toebehorende aan [aangever 3] (zaak 2) en/of
- een graf toebehorende aan [aangever 4] (zaak 3) en/of
- een graf toebehorende aan [aangever 5] (zaak 4) en/of
- een graf toebehorende aan [aangever 6](zaak 5) en/of
- een graf toebehorende aan [aangever 7] (zaak 6) en/of
- een graf toebehorende aan [aangever 8](zaak 7) en/of
- een graf toebehorende aan [aangever 9] (zaak 8) en/of
- een of meer graven toebehorende aan [aangever 10] (zaak 9) en/of
- een graf toebehorende aan [aangever 11] (zaak 10) en/of
- een graf toebehorende aan [aangever 12] (zaak 11) en/of
- een graf toebehorende aan [aangever 13] (zaak 12) en/of
- een graf toebehorende aan [aangever 14] (zaak 13) en/of
- een graf toebehorende aan [aangever 15](zaak 14) en/of
- een graf toebehorende aan [aangever 16] (zaak 15) en/of
- een graf toebehorende aan [aangever 17] (zaak 16) en/of
- een graf toebehorende aan [aangever 18] (zaak 17) en/of
- een graf toebehorende aan [aangever 19] (zaak 18) en/of
- een graf toebehorende aan [aangever 20] (zaak 19) en/of
- een graf toebehorende aan [aangever 21] (zaak 20) en/of
- een graf toebehorende aan [aangever 22] (zaak 21) en/of
- een graf toebehorende aan [aangever 15](zaak 22) en/of
- een graf toebehorende aan [aangever 23] (zaak 24) en/of
- een graf toebehorende aan [aangever 24] (zaak 25) en/of
- een graf toebehorende aan [aangever 25] (zaak 27) en/of
- een graf toebehorende aan [aangever 26] (zaak 28) en/of
- een graf toebehorende aan [aangever 27] (zaak 29) en/of
- een graf toebehorende aan [aangever 28] (zaak 31);