ECLI:NL:RBMAA:2011:BQ1616

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
30 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
412590 CV EXPL 11-1289
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot handhaving van concurrentie- en relatiebeding in kort geding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Maastricht op 30 maart 2011 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een vennootschap onder firma, hierna te noemen [naam firma], en een eenmanszaak, hierna te noemen [naam eenmanszaak]. De vordering van [naam firma] betreft de handhaving van een concurrentie- en relatiebeding dat was overeengekomen met de dansinstructrice [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie], die van 3 juni 2005 tot 1 maart 2010 bij [naam firma] werkzaam was. De vordering is toegewezen, waarbij de kantonrechter oordeelt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in strijd handelt met het beding door een eigen dansschool te drijven binnen de afgesproken straal van 15 kilometer. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er een spoedeisend belang is voor [naam firma], omdat zij aanzienlijke financiële schade lijdt door de overtredingen van het concurrentiebeding. De kantonrechter heeft de vordering tot staking van de overtredingen toegewezen, met een dwangsom van € 250 per dag, tot een maximum van € 50.000. Daarnaast zijn de vorderingen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in reconventie afgewezen, evenals de vordering tot betaling van buitengerechtelijke kosten. De proceskosten zijn aan de zijde van [naam firma] toegewezen, begroot op € 618,31, te vermeerderen met wettelijke rente. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Locatie Heerlen
Zaak/rolno.: 412590 CV EXPL 11-1289
Conc.: JS/AB
Coll.:
Vonnis van de kantonrechter ex artikel 254 Rv d.d. 30 maart 2011
inzake
de vennootschap onder firma [naam firma],
handelend onder de naam [naam],
gevestigd te [adres],
kantoorhoudende te [adres],
hierna te noemen [naam firma/eiseres in conventie, gedaagde in reconventie],
gemachtigde mr. M.M.J.F. Sijben te Heerlen,
verschijnende bij monde van haar vennoten [naam vennoot] en zijn echtgenote,
bijgestaan door mr. Sijben,
eiseres in conventie, gedaagde in reconventie,
t e g e n
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie],
pro se handelende onder de naam [naam eenmanszaak],
wonende [adres],
hierna te noemen [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie],
gemachtigde mr. F.H.I. Hundscheid te Sittard,
verschijnende in persoon, bijgestaan door mr. Hundscheid,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie.
1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE:
[naam firma/eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] heeft een dagvaarding met producties ingediend en haar standpunt ter zitting toe-gelicht conform een overgelegde pleitnota.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft ter zitting verweer gevoerd conform op voorhand voor de zitting ingezonden pleitaantekeningen en een reconventionele vordering ingesteld.
De inhoud hiervan geldt als hier herhaald.
Vervolgens is de zaak aangehouden ter fine van regeling. Na bericht van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dat geen regeling tot stand is gekomen is de zaak op vonnis gesteld, waarvan de uitspraak nader is bepaald op heden.
2. DE FEITEN:
in conventie en in reconventie:
Tussen partijen staat als enerzijds gesteld en anderzijds niet althans onvoldoende gemoti-veerd weersproken, evenals op grond van de in het geding gebrachte producties voor zover de inhoud daarvan niet is weersproken, vast dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] van 3 juni 2005 tot 1 maart 2010 als oproepkracht bij [naam firma/eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] heeft gewerkt als dansinstructrice en dat partijen bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst een concurrentie- en relatiebeding hebben gesloten, luidende als volgt:
“Het is de oproepkracht verboden gedurende de loop van deze overeenkomst en gedurende drie jaren na beëindiging ervan op enigerlei wijze, direct of indirect, hetzelfde of gelijksoor-tig werk te verrichten ten behoeve van een andere onderneming dan [naam firma/eiseres in conventie, gedaagde in reconventie], dan wel voor eigen rekening, een en ander binnen een straal van 15 kilometer van de plaats van vestiging van [naam firma/eiseres in conventie, gedaagde in reconventie], als het werk dat krachtens onderhavige overeenkomst door de oproepkracht wordt verricht.
Bovendien is het de oproepkracht verboden actief danwel passief cursisten/relaties van de werkgever te benaderen ten behoeve van het verrichten van werkzaamheden zoals die bij werkgever worden uitgevoerd.
Bij overtreding van dit verbod verbeurt de oproepkracht ten gunste van [naam firma/eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] een boete van € 250,-- voor elke dag dat de overtreding voortduurt, onverminderd het recht van [naam firma/eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] tot het vorderen van volledige schadeloosstelling”.
[naam eenmanszaak] is een eenmanszaak die wordt gedreven in naam van de heer [naam]. Tussen partijen is niet in geschil dat deze onderneming feitelijk wordt gedreven door
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie].
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft dansinstructrices in dienst die in naam van [naam eenmanszaak] en voor reke-ning van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] lesgeven op een tweetal adressen in Heerlen die beide gelegen zijn binnen een straal van 15 kilometer van [naam firma/eiseres in conventie, gedaagde in reconventie].
3. HET GESCHIL:
in conventie:
[naam firma/eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] stelt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] sinds 1 april 2010 haar eigen dansschool is begonnen genaamd [naam eenmanszaak], dan wel dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dezelfde werkzaamheden ten behoeve van [naam eenmanszaak] verricht als zij voor [naam firma/eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] heeft verricht binnen de straal als genoemd in het concurrentiebeding, op grond waarvan [naam firma/eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] vordert [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
- te veroordelen om per omgaande de overtredingen van de arbeidsovereenkomst te staken, daar onder begrepen het drijven van een dansschool voor eigen rekening alsmede het ontplooien van gelijke ofwel gelijksoortige activiteiten binnen een straal van 15 kilometer van de plaats van vestiging van [naam firma/eiseres in conventie, gedaagde in reconventie], bij gebreke waarvan de boeteclausule ad € 250,00 per dag zal doorlopen;
- te veroordelen tot een boete, uit hoofde van artikel 5 van de arbeidsovereenkomst, ter hoogte van € 73.500,00, gerekend tot en met januari 2010;
- te veroordelen tot betaling van de som van € 1.785,00 ter zake van buitengerechtelij-ke incassokosten, welke kosten kunnen worden bepaald op het bedrag dat overeen-komt met de staffel incassokosten, dan wel een in goede justitie te bepalen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over de buitengerechtelijke kosten vanaf datum der eerste sommatie, zijnde 24 september 2010, tot de dag der volledige voldoening;
- te veroordelen in de kosten van deze procedure, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de achtste dag dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] na betekening van dit vonnis in gebreke blijft met betaling van de proceskostenveroordeling tot de dag der betaling der proceskosten-veroordeling.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft gemotiveerd verweer gevoerd, waarop hieronder, voor zover van belang, nader zal worden ingegaan.
in reconventie:
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vordert dat de kantonrechter de werking van het concurrentiebeding beperkt tot één jaar.
4. DE BEOORDELING:
in conventie:
De kantonrechter is van oordeel allereerst een beslissing te moeten nemen omtrent de spoed-eisendheid van de vorderingen van [naam firma/eiseres in conventie, gedaagde in reconventie], zulks gelet op de betwisting daarvan door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie].
[naam firma/eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] voert aan belang te hebben bij een spoedige behandeling van de zaak aangezien zich steeds meer leden bij haar laten uitschrijven om bij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] danslessen te gaan volgen en dat, indien [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] nog langer doorgaat met overtreding van het concurrentie- en relatiebe-ding, zij daardoor aanzienlijke financiële schade lijdt.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] verwijst in dit kader naar een e-mailbericht van 14 september 2010, waarin [naam firma/eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] de overtuiging was toegedaan dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] al enkele maanden voorafgaande aan septem-ber 2010 in strijd handelde met het beding van non-concurrentie, doch dat [naam firma/eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] vervol-gens nog vier maanden heeft gewacht vooraleer de dagvaarding in kort geding uit te brengen, waardoor naar de mening van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] een spoedeisend belang is komen te ontbreken.
[naam firma/eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] stelt onweersproken dat zij in de tussenliggende periode heeft getracht een minne-lijke regeling te treffen, waarvan een mogelijk samenwerkingsverband deel uitmaakte, het-geen echter niet is gelukt.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stellingen van [naam firma/eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] voldoende aannemelijk is geworden, gezien haar bedrijfseconomische belangen na een periode van het beproeven van een minnelijke regeling tussen partijen, een spoedeisend belang te hebben bij een voor-ziening bij voorraad op korte termijn.
De kantonrechter kan bij de beoordeling van een geschil in kort geding slechts een voorlopig oordeel geven. Het kort geding leent zich nu eenmaal in beginsel niet voor uitgebreid onder-zoek naar de feiten, onder meer via getuigenverhoren etc. Zulk onderzoek is iets voor de bodemprocedure en de bodemrechter. De kantonrechter zal op basis van het voorliggende dossier en hetgeen bij de mondelinge behandeling naar voren is gebracht een inschatting moeten maken van de kans op succes voor een eisende partij in de bodemprocedure.
Wil de kantonrechter in kort geding een gevraagde spoedvoorziening geven, dan moet met redelijke zekerheid kunnen worden gezegd dat de eisende partij in de bodemprocedure in het gelijk zal worden gesteld.
Uitgangspunt in dit geschil is een tussen partijen gesloten overeenkomst waarin een beding is opgenomen waarbij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wordt beperkt in haar bevoegdheid om na het einde van de over-eenkomst op zekere wijze werkzaam te zijn.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] doet een beroep op de “contra-proferentemregel” omdat het beding zo onduidelijk is dat het voor meerdere uitleg vatbaar is.
Volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] hoefde zij uit de tekst van het beding niet te begrijpen dat het ook niet was toegestaan om werknemers in loondienst in haar naam les te laten geven binnen een straal van 15 kilometer van de plaats van vestiging van [naam firma/eiseres in conventie, gedaagde in reconventie].
De kantonrechter deelt de aangevoerde bezwaren tegen de taalkundige uitleg niet en is voorshands van oordeel dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] had kunnen en moeten begrijpen dat ook de door haar gekozen constructie in strijd was met de tekst en strekking van het concurrentiebeding.
Naar het oordeel van de kantonrechter is ten processe genoegzaam komen vast te staan dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] het concurrentie- en relatiebeding overtreedt.
Naast de ontkenning van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dat zij op reguliere werkdagen in Zuid-Limburg danslessen geeft, is immers wel ten processe aannemelijk gemaakt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] binnen een straal van 15 kilometer van de vestiging van [naam firma/eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] voor eigen rekening een dansschool exploiteert en in die zin feitelijk soortgelijke activiteiten ontplooit als zij deed voor [naam firma/eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] in de Heer-lense wijken Welten en Schaesbergerveld, welke wijken zijn gelegen binnen een straal van 15 kilometer van vestiging van [naam firma/eiseres in conventie, gedaagde in reconventie].
Daar komt bij dat op de uitdraai van de website van [naam eenmanszaak], overgelegd als pro-ductie 4 bij dagvaarding, [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wel als instructrice is vermeld en dat [naam firma/eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] twee ver-klaringen heeft overgelegd van personen die hebben gezien dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wel degelijk zelf les gaf.
Bovendien heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] erkend dat zij wel in het weekend les geeft, hetgeen op grond van het concurrentiebeding evenmin is toegestaan.
Nu naar het voorshands oordeel van de kantonrechter ervan uit moet worden gegaan dat het beding geldig is overeengekomen en thans door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wordt overtreden en [naam firma/eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] vol-doende aannemelijk heeft gemaakt dat zij belang heeft bij handhaving van het beding, ligt de vordering van [naam firma/eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] in beginsel voor toewijzing gereed. Dit zou pas anders zijn als [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aannemelijk zou maken dat met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid een vordering tot vernietiging/matiging van het beding in een bodemprocedure zou worden toe-gewezen.
De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] daar niet in is geslaagd wat betreft de geografi-sche afbakening van het beding. Wat betreft de tijdsduur overweegt de kantonrechter dat niet valt uit te sluiten dat de bodemrechter daar wel een beperking zal aanbrengen. In de regel wordt een termijn van één jaar redelijk geacht. Die termijn gaat echter -uiteraard- niet in vanaf het beëindigen van het arbeidscontract, maar geldt voor de duur dat het concurrentie-beding wordt nageleefd. Nu [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] nog steeds handelt in strijd met het beding kan zij, als zij dit handelen na dit vonnis staakt, zelf bij de bodemrechter vorderen het beding te matigen of gedeeltelijk te vernietigen. Binnen een jaar moet een dergelijke procedure afgerond kun-nen zijn.
De kantonrechter ziet gelet daarop geen aanleiding het beding zolang te schorsen (als de kantonrechter de vordering in reconventie al zo moet begrijpen).
Op grond van het vorenstaande dient [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie], bij wege van voorlopige voorziening, te wor-den veroordeeld de overtredingen van de arbeidsovereenkomst, daar onder begrepen het drijven van een dansschool voor eigen rekening alsmede het ontplooien van gelijke ofwel gelijksoortige activiteiten binnen een straal van 15 kilometer van de plaats van vestiging van [naam firma/eiseres in conventie, gedaagde in reconventie], te staken, onder verbeurte van een boete van € 250,00 per dag, ingaande de acht-ste dag na de dagtekening van dit vonnis, met dien verstande dat de totale boete zal worden gelimiteerd tot een maximum van € 50.000,00.
Voor wat betreft het in artikel 5 van de arbeidsovereenkomst opgenomen boetebeding stelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dat gelet op de absolute discrepantie tussen het door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] bij [naam firma/eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] verdiende loon van gemiddels € 123,00 bruto per maand en de gevorderde boete tot en met 20 januari 2010 ter hoogte van € 73.500,00, de boete dient te worden gematigd tot nihil, althans tot een louter symbolisch bedrag.
Gelet op het voorlopige karakter van deze uitspraak en de mogelijkheid tot afwijzing van de onderhavige vordering in een eventuele bodemprocedure, is de kantonrechter van oordeel dat, in verband met het restitutierisico van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie], toewijzing van de tot en met 20 januari 2010 vervallen boete zich niet leent voor toewijzing in een kort gedingprocedure.
De medegevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen eveneens worden afgewezen, nu [naam firma/eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] met de enkele gebruikmaking van een kennelijk standaardtekstblok in de dag-vaarding, niet voldoende concreet heeft gesteld en onderbouwd dat en welke werkzaamheden zij op dit punt heeft verricht, die - gelet op de wet, de jurisprudentie en de regels van het rapport Voorwerk II - de toekenning van een aparte vergoeding rechtvaardigen naast de uit te spreken proceskostenvergoeding.
in reconventie:
Al hetgeen in conventie is overwogen wordt geacht hier te zijn herhaald en ingelast.
In conventie is reeds overwogen waarom de kantonrechter in het onderhavige geval geen reden ziet voor beperking (de kantonrechter begrijpt schorsing) van het concurrentie beding.
in conventie en in reconventie:
Nu [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zowel in conventie als in reconventie in het ongelijk is gesteld, dient [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de kosten van beide gedingen te worden veroordeeld, voorzover aan de zijde van de [naam firma/eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] gevallen.
5. BESLISSING:
De kantonrechter:
in conventie:
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] om de overtredingen voortvloeiende uit de arbeidsovereenkomst tussen partijen, daar onder begrepen het drijven van een dansschool voor eigen rekening alsmede het ontplooien van gelijke ofwel gelijksoortige activiteiten binnen een straal van 15 kilome-ter van de plaats van vestiging van [naam firma/eiseres in conventie, gedaagde in reconventie], te staken, onder verbeurte van een boete van
€ 250,00 per dag, ingaande de achtste dag na de dagtekening van dit vonnis, met dien ver-stande dat de totale boete wordt gelimiteerd tot een maximum van € 50.000,00.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de aan de zijde van [naam firma/eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] gerezen proceskosten, welke worden begroot op € 618,31, waarvan € 400,- salaris gemachtigde, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de achtste dag na de betekening van dit vonnis tot de dag der algehele voldoe-ning;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde;
in reconventie:
wijst het gevorderde af;
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de kosten van het geding, deze aan de zijde van [naam firma/eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] begroot op
€ 200,-- terzake salaris gemachtigde.
Aldus gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare civiele terechtzitting in tegenwoordigheid van de griffier.