ECLI:NL:RBMAA:2011:BQ0812
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige verwerving van gestolen auto-onderdelen door handelaar
In deze civiele zaak, uitgesproken door de Rechtbank Maastricht op 23 maart 2011, stonden de onrechtmatige verwerving van gestolen auto-onderdelen en de aansprakelijkheid van de gedaagde centraal. De eiseres, Provinzial Rheinland Versicherung AG, had een schadevergoeding geëist van de gedaagde, die als handelaar in auto-onderdelen fungeerde. De zaak begon met de diefstal van een BMW 320 CI in Duitsland op 8 december 2008, waarvoor de eigenaar door Provinzial was schadeloosgesteld. De gedaagde had een motorblok van deze gestolen auto in zijn bezit, dat door de politie werd aangetroffen tijdens een doorzoeking van zijn loods op 7 januari 2009. Provinzial stelde dat de gedaagde het motorblok had geheeld, wat betekent dat hij dit te kwader trouw had verworven, en dat hij had nagelaten om de herkomst van het onderdeel te onderzoeken. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde, als handelaar, had moeten weten dat elk auto-onderdeel een uniek identificatienummer heeft, waardoor de herkomst van het onderdeel eenvoudig kon worden achterhaald. De rechtbank concludeerde dat de gedaagde onrechtmatig had gehandeld door dit onderzoek niet uit te voeren en dat hij aansprakelijk was voor de schade die Provinzial had geleden. De schade werd geschat op € 4.000,--, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast werden de beslag- en bewaringskosten, alsook de proceskosten aan de zijde van Provinzial toegewezen aan de gedaagde. In een tweede zaak, tegen Delta Lloyd, werd eveneens geoordeeld dat de gedaagde onrechtmatig had gehandeld door in zijn bezit zijnde onderdelen van een gestolen BMW 320D niet aan de verzekeraar terug te geven. De rechtbank hield de verdere beslissing aan voor beide partijen om hun standpunten te verduidelijken.