ECLI:NL:RBMAA:2011:BQ0113
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van kosten in het kader van een BBA-procedure na overname van onderneming
In deze zaak vorderde de besloten vennootschap Subway Nederland B.V. (hierna: Subway) van de besloten vennootschap Daskalides Nederland B.V. (hierna: Daskalides) een bedrag van € 2.885,48 ter zake van kosten verbonden aan een BBA-procedure met betrekking tot een voormalige werknemer van Daskalides. Subway had begin september 2008 de onderneming van Daskalides overgenomen, wat volgens de wet moet worden aangemerkt als een overgang van onderneming. Hierdoor was de voormalige werknemer van Daskalides automatisch in dienst gekomen bij Subway. Subway stelde dat Daskalides had erkend de kosten van een nieuw verzoek om toestemming tot opzegging van de arbeidsovereenkomst te zullen vergoeden.
De kantonrechter oordeelde dat het bewijsaanbod van Subway te vaag en niet specifiek genoeg was. Subway had niet voldaan aan haar stelplicht en had nagelaten om op de vereiste gespecificeerde wijze bewijs aan te bieden. De kantonrechter wees het bewijsaanbod van Subway af, maar oordeelde dat de vordering tot betaling van de kosten van de BBA-procedure wel toewijsbaar was. Daskalides had niet voldoende onderbouwd waarom het gevorderde bedrag niet redelijk zou zijn, en Subway had haar vordering met zes niet inhoudelijk bestreden declaraties onderbouwd.
Het vonnis werd uitgesproken door kantonrechter H.W.M.A. Staal en de proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij haar eigen kosten droeg. Dit vonnis is van belang voor de beoordeling van bewijsaanbiedingen en de verplichtingen die voortvloeien uit een overgang van onderneming.