ECLI:NL:RBMAA:2011:BP9320

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
24 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
410305 EJ VERZ 11-41
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.M.A.F. Coenegracht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens verandering in omstandigheden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Maastricht op 24 februari 2011 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen [verzoeker] en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Albert Heijn B.V. (hierna: AH). Het verzoekschrift van [verzoeker] is op 7 januari 2011 ter griffie ingediend, waarin hij verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van gewichtige redenen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een verandering in de omstandigheden heeft plaatsgevonden die de ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt. Tijdens de zitting op 3 februari 2011 zijn beide partijen gehoord, waarbij [verzoeker] werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. J.H. Welling, en AH door mw. mr. J. de Jong.

De kantonrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er geen doorslaggevend verwijt aan een van de partijen kan worden gemaakt, maar dat de omstandigheden zodanig zijn veranderd dat verdere samenwerking niet meer mogelijk is. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden met ingang van 1 april 2011 en daarbij aan [verzoeker] een vergoeding van € 95.000,-- bruto toegekend, evenals de kosten van rechtsbijstand tot een maximumbedrag van € 8.500,-- exclusief BTW. De beslissing is genomen in het openbaar en is ondertekend door de kantonrechter en de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Locatie Maastricht
zaaknr: 410305 EJ VERZ 11-41
typ: mh
coll: mh
beschikking van 24 februari 2011
in de zaak van
[verzoeker],
wonend te [woonplaats],
verzoekende partij,
hierna te noemen: [verzoeker],
gemachtigde: mr. J.H. Welling, advocaat te Heerlen
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ALBERT HEIJN B.V., gevestigd en kantoorhoudend te Zaandam, gemeente Zaanstad,
verwerende partij,
hierna te noemen: AH,
gemachtigde: mw. mr. J. de Jong, afdeling juridische zaken Albert Heijn.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Op 7 januari 2011 is ter griffie binnengekomen een verzoekschrift van [verzoeker] strekkend tot ontbinding van de tussen hem als werknemer en AH als werkgeefster bestaande arbeidsovereenkomst. Op 27 januari 2011 is van de zijde van AH een verweerschrift ingekomen.
Partijen zijn gehoord ter terechtzitting van 3 februari 2011. [verzoeker] is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde voornoemd. AH is verschenen bij de heer [operational manager] (operational manager) en mw. [P&O manager] (P&O manager), bijgestaan door haar gemachtigde voornoemd.
Van het aldaar verhandelde heeft de griffier schriftelijk aantekening gehouden.
Partijen zijn ook na de zitting in overleg getreden. Blijkens een faxbrief met dagtekening 18 februari 2011 – mede ondertekend door de gemachtigde van [verzoeker] – hebben beide partijen laten weten om af te zien van verdere inhoudelijke behandeling van de zaak en verzoeken zij de kantonrechter een beschikking te geven.
Vervolgens is de uitspraak van de beschikking gesteld op heden.
MOTIVERING
[verzoeker] verzoekt de ontbinding van de arbeidsovereenkomst met AH wegens gewichtige redenen bestaande in een zodanige verandering in de omstandigheden, dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd dient te eindigen. Ter staving van zijn verzoek voert [verzoeker] – kort weergegeven – aan dat als gevolg van een tussen partijen gerezen verschil van inzicht over de wijze waarop [verzoeker] zijn taak bij AH dient uit te oefenen, een verdere samenwerking niet langer mogelijk is.
AH heeft tegen toewijzing van dat verzoek gemotiveerd verweer gevoerd. Niettemin is door AH erkend dat verdere samenwerking tussen partijen problematisch zal zijn.
Zonder dat kan worden vastgesteld dat aan een van de partijen daarvan een doorslaggevend verwijt kan worden gemaakt, is de kantonrechter van oordeel dat uit de stukken en de daarop ter zitting gegeven toelichtingen voldoende aannemelijk is geworden dat sprake is van een verandering in de omstandigheden die tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst dient te leiden.
De kantonrechter zal de arbeidsovereenkomst ontbinden met ingang van 1 april 2011.
AH heeft aangeboden in dat geval een vergoeding van € 95.000,-- bruto aan [verzoeker] te voldoen, een bedrag dat ook voor [verzoeker] acceptabel is. AH heeft eveneens aangeboden de kosten van rechtsbijstand van [verzoeker] tot een maximumbedrag van € 8.500,-- exclusief BTW voor haar rekening te nemen. Ook de kantonrechter komt een dergelijk bedrag in de gegeven omstandigheden billijk voor, zodat dienovereenkomstig beslist wordt.
Omdat de vergoeding toegekend wordt conform het aanbod van AH, kan reeds thans een eindbeslissing worden gegeven.
BESLISSING
Ontbindt de arbeidsovereenkomst per 1 april 2011.
Kent daarbij aan [verzoeker] ten laste van AH een vergoeding toe van € 95.000,-- bruto.
Veroordeelt AH tot betaling van de kosten van deze procedure tot een bedrag van € 8.500,-- exclusief BTW.
Compenseert de overige proceskosten aldus dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.M.A.F. Coenegracht, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken.