ECLI:NL:RBMAA:2011:BP7332
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige staandehouding tijdens Mobiel Toezicht Vreemdelingen leidt tot bewijsuitsluiting en vrijspraak
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Maastricht op 10 maart 2011, stond de onrechtmatigheid van een staandehouding door de Koninklijke Marechaussee centraal. De verdachte werd op 27 april 2010 staande gehouden tijdens een controle in het kader van het Mobiel Toezicht Vreemdelingen (MTV) op een parkeerplaats nabij de Belgisch-Nederlandse grens. De politierechter oordeelde dat de staandehouding niet rechtmatig was, omdat deze in strijd was met de Europese regelgeving, met name de Schengengrenscode. De politierechter verwees naar eerdere uitspraken van de Raad van State en het Hof van Justitie van de Europese Unie, die bevestigden dat de wijze van uitvoering van MTV-controles niet voldeed aan de vereiste waarborgen om te voorkomen dat deze controles hetzelfde effect hadden als grenscontroles.
De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte vrijgesproken zou worden, en de politierechter volgde dit standpunt. De onrechtmatige staandehouding werd gekwalificeerd als een vormverzuim in het voorbereidend onderzoek, wat niet meer kon worden hersteld. Dit leidde tot bewijsuitsluiting van alle bewijsmiddelen die na de staandehouding waren verkregen, waaronder het tonen van een niet op naam gesteld identiteitsbewijs en de bekentenis van de verdachte. Aangezien er geen ander bewijs overbleef dat de verdachte kon impliceren, werd hij vrijgesproken van het ten laste gelegde feit.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor de autoriteiten om zich aan de geldende Europese wetgeving te houden bij het uitvoeren van controles en de gevolgen van het niet naleven daarvan, met name in het kader van de bescherming van de rechten van individuen.