ECLI:NL:RBMAA:2011:BP3258
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van openstaande bedragen voor levering van nutsvoorzieningen
In deze civiele procedure vordert de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Essent Retail Energie B.V. (hierna: Essent) van de gedaagde partij, die in de procedure niet bij naam is genoemd, betaling van een bedrag van € 8.672,86, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst tot levering van gas en elektra op twee adressen, waar de gedaagde partij de geleverde nutsvoorzieningen heeft afgenomen. Essent stelt dat de gedaagde in gebreke is gebleven met de betaling van maandelijkse voorschotten, eindafrekeningen en een jaarafrekening, ondanks herhaalde aanmaningen. De rechtbank heeft de procedure gevolgd, waarbij de gedaagde bij conclusie van antwoord de overeenkomst en de afname van de nutsvoorzieningen heeft erkend, maar de gevorderde hoofdsom betwist.
Tijdens de procedure heeft Essent verschillende producties overgelegd ter onderbouwing van haar vordering, waaronder een financieel overzicht van de verbruiksadressen. De gedaagde heeft echter betoogd dat de gevorderde bedragen niet correct zijn en dat er mogelijk fouten zijn gemaakt bij de meterstanden. De rechtbank heeft geoordeeld dat het nieuwe verweer van de gedaagde, dat pas bij dupliek naar voren is gebracht, niet in aanmerking kan worden genomen, omdat dit in strijd is met de goede procesorde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde niet heeft betwist dat Essent genoodzaakt was om de vordering ter incasso uit handen te geven en heeft de gedaagde veroordeeld in de proceskosten.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de vordering van Essent toegewezen en de gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken op 2 februari 2011 door mr. P.H.J. Frénay.