ECLI:NL:RBMAA:2011:BP2275
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.C.A.E. van Binnebeke
- S.V. Pelsser
- G. Dijkshoorn-Sleebe
- Rechtspraak.nl
Gedeeltelijke herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling en advies over bijzondere voorwaarden
In deze zaak heeft de rechtbank Maastricht op 27 januari 2011 uitspraak gedaan over de gedeeltelijke herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling van de veroordeelde. De veroordeelde had een van de bijzondere voorwaarden van zijn voorwaardelijke invrijheidstelling, namelijk het volgen van een leefstijltraining, overtreden. Ondanks dat hij zich wel aan de algemene voorwaarde en een andere bijzondere voorwaarde, het meldingsgebod, had gehouden, oordeelde de rechtbank dat er gronden waren om de vordering van de officier van justitie toe te wijzen. De rechtbank hield rekening met het feit dat de veroordeelde zich naar behoren had gehouden aan de algemene voorwaarde geen strafbare feiten te plegen en dat hij zijn taakstraf naar behoren uitvoerde.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die op 9 december 2010 was ingediend, beoordeeld. De officier stelde dat de veroordeelde de bijzondere voorwaarden niet had nageleefd, omdat hij zijn leefstijltraining niet had afgerond en de aanwijzingen van de toezichthouder niet had opgevolgd. Tijdens de openbare terechtzitting op 13 januari 2011 zijn de officier van justitie, de veroordeelde, diens raadsman en een reclasseringswerker gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde zich niet aan de bijzondere voorwaarde van de leefstijltraining heeft gehouden, maar dat hij wel voldeed aan de andere voorwaarden.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten dat de veroordeelde een gedeelte van de vrijheidsstraf, namelijk 2 maanden, alsnog moet ondergaan. Dit besluit is genomen met inachtneming van de positieve ontwikkelingen in het leven van de veroordeelde, zoals het niet plegen van nieuwe strafbare feiten en het afronden van zijn taakstraf. De rechtbank heeft de vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling toegewezen, maar heeft de duur van de te ondergaan straf beperkt tot 2 maanden.