3 De beoordeling van het bewijs
3.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ten aanzien van alle feiten vrijspraak gevorderd vanwege een gebrek aan voldoende wettig en overtuigend bewijs.
3.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte van alle feiten dient te worden vrijgesproken, nu er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is.
3.3 Het oordeel van de rechtbank
Feiten 1, 2, 3, 5, 6 en 7:
Op 1 april 2009 heeft [aangeefster/benadeelde partij 1], geboren op [geboortedatum], aangifte gedaan tegen verdachte, haar opa. Haar verklaring komt er op neer dat zij in het verleden meermalen slachtoffer is geworden van grensoverschrijdend seksueel gedrag van verdachte jegens haar.
Zo gaf verdachte haar bij binnenkomst in zijn woning bijna altijd een tongzoen. Hij deed dan altijd gek en knuffelde haar op zo’n manier dat het voor anderen niet opviel als hij kuste. Hij gaf vervolgens een kus waarbij hij zijn mond opendeed en zijn tong naar buiten stak. Met zijn tong drukte hij dan op dusdanige wijze tegen haar mond dat haar mond daardoor open ging en verdachtes tong in haar mond kwam. Verdachte begon met deze manier van zoenen van aangeefster [aangeefster/benadeelde partij 1] toen zij ongeveer zes jaar oud was en ging hiermee door totdat zij niet meer bij hem en haar oma thuis kwam. Ongeveer vier jaar voor 1 april 2009 is zij met haar moeder naar verdachte toegegaan om hem ondermeer met het tongzoenen te confronteren. Na deze confrontatie is [aangeefster/benadeelde partij 1] niet meer bij verdachte thuis geweest.
De getuige [broer aangeefster/benadeelde partij 1], de broer van aangeefster [aangeefster/benadeelde partij 1], heeft verklaard dat [aangeefster/benadeelde partij 1] hem nog voor 2002 - dus nog voor de confrontatie tussen [aangeefster/benadeelde partij 1] en haar moeder enerzijds en verdachte anderzijds - heeft verteld dat verdachte, wanneer hij haar kuste, altijd direct zijn tong naar binnen stak. Hij had toen gezien dat zijn zus hier heel erg mee zat.
Ook [aangeefster/benadeelde partij 2], geboren op [geboortedatum], eveneens een kleindochter van verdachte, heeft op 20 april 2009 aangifte gedaan. Ook haar verklaring komt er op neer dat zij in het verleden meermalen slachtoffer is geworden van grensoverschrijdend seksueel gedrag van verdachte jegens haar. Zij heeft verklaard dat het gebruikelijk was dat, wanneer je bij opa en oma binnenkwam, oma een kus gaf. Verdachte gaf dan ook een kus en stopte daarbij zijn tong in haar mond. Jarenlang heeft zij dit moeten ondergaan. De keren dat zij wilde voorkomen dat verdachte haar een kus op haar mond gaf en hem dan een kus op de wang gaf, pakte hij altijd met beide handen haar hoofd vast en bewoog dit in de richting van zijn gezicht, waardoor hij toch kon tongzoenen. Hij duwde zo hard dat hij haar lippen uit elkaar duwde en toch met zijn tong haar tong aanraakte. Dit is tientallen keren gebeurd, meestal bij oma en verdachte thuis op de [adres]. Voor zover [aangeefster/benadeelde partij 2] zich kan herinneren, gebeurde dit vanaf het moment dat zij vier of vijf jaar oud was totdat zij, naar zij meent, 18 jaar oud was.
De getuige [moeder], de moeder van aangeefster [aangeefster/benadeelde partij 2], heeft verklaard dat zij had gezien dat verdachte de kinderen meestal op de mond wilde zoenen. Ook heeft zij een keer gehoord dat de kinderen erover spraken dat verdachte hen kuste en dan zijn tong in hun mond deed. Toen zij dit gesprek opving was [aangeefster/benadeelde partij 2] rond de 15 jaar oud. De getuige [moeder] heeft haar andere dochter, [dochter 2], gevraagd of verdachte ook iets bij haar heeft gedaan. [dochter 2] heeft toen verteld dat verdachte haar ook met de tong heeft gezoend.