ECLI:NL:RBMAA:2010:BP1615
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst op basis van bedrijfseconomische redenen met toekenning van vergoeding
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 22 december 2010 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Limburgse Urethaan Chemie B.V. (LUC) en de werknemer, aangeduid als [verweerster]. LUC verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van bedrijfseconomische redenen, waarbij zij stelde dat de vraag naar haar producten sinds eind 2008 sterk was teruggelopen. Dit leidde tot een noodzaak om het personeelsbestand te verkleinen, waarbij de functie van [verweerster] zou komen te vervallen. LUC voerde aan dat haar onvrede over het functioneren van [verweerster] ook een rol speelde in de beslissing om haar functie te laten vervallen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat LUC voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake was van gewichtige redenen voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter oordeelde dat de bedrijfseconomische redenen niet aan één der partijen konden worden toegerekend, en dat het billijk was om [verweerster] een neutrale vergoeding toe te kennen op basis van de kantonrechtersformule. Echter, gezien de omstandigheden, waaronder de onterechte beschuldigingen van LUC over het functioneren van [verweerster], besloot de kantonrechter de vergoeding te verhogen tot € 14.688,00 bruto.
De kantonrechter ontbond de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 februari 2011 en compenseerde de proceskosten, zodat iedere partij haar eigen kosten droeg. De uitspraak benadrukt het belang van billijkheid in ontslagprocedures, vooral wanneer er sprake is van bedrijfseconomische redenen en onterechte beschuldigingen van de werkgever.