ECLI:NL:RBMAA:2010:BO8024
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroepsfout voormalige advocaat en verjaringstermijn in letselzaak
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. C.W. Langereis, gedaagde, zijn voormalige advocaat, aangeklaagd wegens een beroepsfout die zou hebben geleid tot schade. Gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. R. Cats, heeft van eind november 1998 tot medio juli 2004 als advocaat van eiser opgetreden in een letselzaak. Eiser stelt dat gedaagde hem onvoldoende heeft geïnformeerd over de verjaringstermijn van zijn zaak, waardoor hij te laat een stuitingsbrief heeft verzonden naar Aegon. Gedaagde heeft in een brief van 14 januari 2004 aangegeven dat de verjaringstermijn drie jaar bedraagt, maar heeft ook vermeld dat er literatuur is die stelt dat de termijn vijf jaar kan zijn. Eiser heeft gesteld dat hij op basis van mondelinge adviezen van gedaagde een verjaringstermijn van vier jaar aanhield, wat volgens hem heeft geleid tot het verstrijken van de termijn voor zijn vordering tegen Aegon.
De rechtbank heeft vastgesteld dat gedaagde tijdig de verjaring heeft gestuit door een brief aan Aegon te sturen op 14 mei 2004. De rechtbank oordeelt dat eiser zelf verantwoordelijk is voor de voortgang van zijn zaak na de beëindiging van de overeenkomst met gedaagde op 12 juli 2004. Eiser heeft niet aangetoond dat gedaagde een beroepsfout heeft gemaakt, en de rechtbank wijst de vorderingen van eiser af. Eiser wordt veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van gedaagde zijn begroot op € 1.167,00, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van het vonnis.