ECLI:NL:RBMAA:2010:BO7919
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake bezitsverschaffing en conservatoire beslaglegging met betrekking tot een schilderij
In deze zaak, die voor de Rechtbank Maastricht werd behandeld, ging het om een geschil over de bezitsverschaffing van een schilderij dat wordt toegeschreven aan Peter Paul Rubens. De eisers, aangeduid als [Eiser c.s.], stelden dat de bezitsverschaffing longa manu had plaatsgevonden door middel van een tweezijdige verklaring van partijen in een overeenkomst van 29 oktober 2004. De rechtbank oordeelde dat de mededeling van overdracht aan de bewaarder niet voldoende was om te concluderen dat het bezit van het schilderij daadwerkelijk was overgedragen. De rechtbank verwees naar eerdere uitspraken en concludeerde dat de stelling van [Eiser c.s.] onvoldoende gemotiveerd was, waardoor de gevorderde verklaring voor recht werd afgewezen.
De rechtbank oordeelde verder dat, nu het strafvorderlijk beslag was opgeheven en het schilderij door de Belgische staat was vrijgegeven, [Gedaagde] niet had aangetoond stappen te hebben ondernomen om [Eiser c.s.] de feitelijke macht over het schilderij te verschaffen. Daarom werd de vordering van [Eiser c.s.] toegewezen, waarbij [Gedaagde] werd veroordeeld om mee te werken aan de afgifte van het schilderij. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij elk van de partijen de eigen kosten droeg. In reconventie werden de vorderingen van [Gedaagde] afgewezen, en werd hij veroordeeld in de proceskosten van [Eiser c.s.].