ECLI:NL:RBMAA:2010:BO7668
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.M.A.F. Coenegracht
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens verstoorde arbeidsrelatie en reïntegratieproblemen
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 30 november 2010 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Confectie Industrie Verbeek B.V. (CIV) en een verwerende partij, hierna te noemen [verweerster]. CIV verzocht de ontbinding op grond van gewichtige redenen, waarbij zij primair stelde dat er sprake was van dringende redenen en subsidiair van veranderingen in de omstandigheden. De verwerende partij heeft gemotiveerd verweer gevoerd en aanvankelijk het verzoek afgewezen, maar later erkend niet meer bij CIV te kunnen werken, terwijl zij wel aanspraak maakte op een vergoeding.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de arbeidsrelatie tussen partijen verstoord was geraakt, met name tijdens het reïntegratietraject. De rechter oordeelde dat CIV niet kon worden verweten dat zij de arbeidsovereenkomst wilde ontbinden, gezien de omstandigheden en de rol van de bedrijfsarts. De rechter concludeerde dat er geen doorslaggevend verwijt aan één van de partijen kon worden gemaakt voor de verstoring van de arbeidsrelatie. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden per 31 december 2010, met toekenning van een billijke vergoeding van € 6.500,00 bruto aan [verweerster].
De rechter benadrukte dat de proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De beschikking werd gegeven door mr. J.M.A.F. Coenegracht, kantonrechter, en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken.