ECLI:NL:RBMAA:2010:BO7654

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
6 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
396614 EJ VERZ 10-6155
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens wijziging omstandigheden en opzegverbod

In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 6 december 2010 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de Stichting Jong Leren en [verweerster]. De Stichting verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerster] wegens een gewichtige reden, namelijk de verhuizing van de basisschool de Tangram naar een nieuwe locatie, wat zou leiden tot het vervallen van de functie van [verweerster]. De Stichting voerde aan dat er geen financiële ruimte was om een andere functie voor [verweerster] te creëren en dat de schoonmaakwerkzaamheden voortaan door een extern bedrijf zouden worden uitgevoerd.

Tijdens de mondelinge behandeling op 29 november 2010 zijn de betrokken partijen gehoord. De Stichting werd vertegenwoordigd door haar gemachtigden en enkele medewerkers, terwijl [verweerster] in persoon verscheen, bijgestaan door haar gemachtigde. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de functie van [verweerster] als schoonmaakster bij de Tangram per 1 januari 2011 zou komen te vervallen, en dat er binnen de organisatie van de Stichting geen andere passende functie voor haar beschikbaar was.

[verweerster] voerde aan dat de Stichting geen inspanningen had geleverd om een alternatief voor haar te vinden en dat de verhuizing niet vrijwillig was, maar voortkwam uit gemeentelijke plannen. De kantonrechter oordeelde dat de Stichting niet verwijtbaar was voor de keuze om te verhuizen, aangezien deze keuze voortvloeide uit de plannen van de gemeente Eijsden. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de arbeidsovereenkomst per 1 januari 2011 kon worden ontbonden en heeft [verweerster] een vergoeding van € 5.100,00 bruto toegekend, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak en het dienstverband van [verweerster]. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Locatie Maastricht
zaaknr: 396614 EJ VERZ 10-6155
typ: RK
Beschikking d.d. 6 december 2010
in de zaak van
STICHTING JONG LEREN,
gevestigd te [plaats],
verzoekende partij,
verder te noemen: de Stichting,
gemachtigden: mr. M. Callemeijn en mr. M. Stroes, advocaten te Maastricht
tegen
[verweerster],
wonend te [woonplaats],
verwerende partij,
verder te noemen: [verweerster],
gemachtigde: mr. V.A.E. Boel, werkzaam bij DAS Rechtsbijstand te Den Bosch.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Een door de Stichting ingezonden verzoekschrift met bijlagen is ingekomen ter griffie van de Rechtbank Maastricht, Sector Kanton, locatie Maastricht, op 15 oktober 2010.
[verweerster] heeft op 22 november 2010 een verweerschrift met bijlagen aan de Rechtbank doen toekomen.
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 29 november 2010 zijn namens de Stichting verschenen de heer [manager], bovenschools manager, en mevrouw [personeelsmedewerker], personeelsmedewerker, bijgestaan door mr. Stroes voornoemd.
[verweerster] is in persoon verschenen, bijgestaan door mr. Boel voornoemd. Van het verhandelde ter zitting is door de griffier schriftelijk aantekening gehouden. Mr. Stroes heeft ter zitting een pleitnota overgelegd.
Daarna is uitspraak bepaald op heden.
MOTIVERING
a. de vaststaande feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, althans niet of ondeugdelijk weersproken, en mede op basis van de inhoud van de in dit opzicht onbetwist gelaten producties, staat tussen partijen het navolgende vast.
De Stichting is een stichting voor openbaar en algemeen bijzonder primair onderwijs in Zuid-Limburg. De Stichting beheert veertien basisscholen, waaronder de bijzonder neutrale basisschool de Tangram in Eijsden, waar [verweerster] werkzaam is als schoonmaakster. Op de overige scholen van de Stichting worden de schoonmaakwerkzaamheden door externe bedrijven uitgevoerd.
[verweerster] is op [datum sub 1] voor bepaalde tijd en op [datum sub 2] voor onbepaalde tijd in dienst getreden bij de rechtsvoorganger van de Stichting. [verweerster] is twaalf uur per week werkzaam voor een bruto maandsalaris van laatstelijk € 584,23 inclusief eindejaarsuitkering en exclusief vakantiebijslag.
[verweerster] is vanaf 4 januari 2010 volledig arbeidsongeschikt.
b. het verzoek
De Stichting verzoekt ontbinding van de tussen haar en [verweerster] bestaande arbeidsovereenkomst wegens een gewichtige reden, bestaande in (een) verandering(en) in de omstandigheden van zodanige aard, dat de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 januari 2011 zou behoren te eindigen, onder toekenning van een vergoeding van € 1.000,00 bruto en een outplacementtraject voor de duur van drie maanden, kosten rechtens.
Ter toelichting op dit verzoek voert de Stichting het volgende aan.
De Tangram is (nog) gevestigd aan het Von Geusauplein 20 te Eijsden. In het verzoekschrift vermeldt de Stichting dat die locatie per 1 januari 2011 verplaatst zal worden naar een nieuwe multi-functionele locatie: de Brede School in Nieuw Poelveld (gemeente Eijsden). Behalve de Tangram zal zich daar een andere school vestigen, alsmede een peuterspeelzaal, MIK Kinderopvang, de bibliotheek, Groene Kruis Domicura, de GGD, Servatius en Traject. Ter zitting heeft de heer [manager] verduidelijkt dat het nieuwe pand op 18 december 2010 opgeleverd zal te worden, dat de verhuizing op 20 december 2010 zal aanvangen en dat vanaf 5 januari 2011 op de nieuwe locatie les gegeven zal worden.
De verhuurder van de nieuwe locatie, woningstichting Servatius, heeft bij brief van 13 oktober 2010 aan de Stichting te kennen gegeven dat Servatius ten behoeve van de schoonmaak een contract afsluit met een extern schoonmaakbedrijf, dat dat bedrijf de schoonmaak verzorgt in het hele gebouw, en dat in dat kader geen personele inzet meer verwacht wordt van de gebruikers van het gebouw. Een kopie van die brief bevindt zich als bijlage 3 bij het verzoekschrift.
Als gevolg hiervan komt de functie van [verweerster] te vervallen. Binnen de organisatie van de Stichting zijn er geen andere mogelijkheden om schoonmaakwerkzaamheden te verrichten, en is ook geen andere functie voor [verweerster] voorhanden. Ter adstructie hiervan heeft de Stichting een overzicht van de personeelsleden van de Tangram overgelegd (bijlage 4), waaruit volgens de Stichting blijkt dat [verweerster] een unieke, niet onderling uitwisselbare functie heeft binnen de Tangram.
Tijdens een gesprek op 26 juli 2010 hebben de heer [manager] en mevrouw [personeelsmedewerker] voornoemd aan [verweerster] kenbaar gemaakt dat haar functie met ingang van 1 januari 2011 zal komen te vervallen vanwege de aanstaande verhuizing. Bij een daar op volgend gesprek tussen [manager], mr. Callemeijn en [verweerster] op 1 oktober 2010 is aan [verweerster] een regeling aangeboden. Die regeling hield in dat de Stichting [verweerster] met een outplacementtraject zou helpen bij het vinden van een nieuwe baan. [verweerster] heeft toen gezegd dat zij de toegevoegde waarde daarvan niet inzag, en haar gemachtigde heeft de Stichting bij brief van 8 oktober 2010 laten weten dat [verweerster] niet met het voorstel instemt omdat er - volgens haar - geen reden is om de arbeidsovereenkomst te beëindigen.
Ter zitting is voorts aangevoerd dat de aanleiding van de onderhavige verhuizing en de realisatie van de Brede School gelegen is in een door de gemeente Eijsden ontwikkeld (bestemmings)plan (het “Centrumplan”). De gemeente wil het centrum een geconcentreerde winkelbestemming geven (waar de winkels nu nog erg verspreid liggen). Daarom zijn een aantal instellingen - waaronder de Tangram, die thans nog in het hart van het centrum gevestigd is - “gestimuleerd” om zich op een andere plek te vestigen. In die zin was het geen vrije keuze om naar een andere locatie te verhuizen.
De werkzaamheden die [verweerster] in het kader van haar re-integratie tijdelijk enkele uren per week heeft uitgevoerd (onder andere de telefoon beantwoorden, kopiëren), betreffen geen structurele werkzaamheden. De Stichting heeft geen financiële ruimte om een functie voor [verweerster] te creëeren.
Het verzoek houdt geen verband met het gegeven dat [verweerster] thans ziek is.
c. het verweer
Als meest ver strekkende verweer voert [verweerster] aan dat zij thans arbeidsongeschikt is en er daarom sprake is van een opzegverbod. Volgens [verweerster] zou het verzoek (reeds) om die reden afgewezen dienen te worden.
[verweerster] wijst er op dat uit het door de Stichting overgelegde bericht (bijlage 2) slechts blijkt dat de Tangram verwacht dat zij vanaf januari 2011 in hetzelfde gebouw zal verblijven als de overige genoemde instanties, en dat uit de brief van Servatius van 13 oktober 2010 slechts volgt dat geen personele inzet meer wordt verwacht van de gebruikers van het gebouw. Daarmee wordt het gestelde verval van de functie van [verweerster] niet onderbouwd. Zij wijst er bovendien op dat zij vernomen heeft dat de schoonmaakster die werkt op de andere school wel haar baan behouden zal als die school verhuist naar de nieuwe locatie.
De Stichting heeft geen enkele inspanning geleverd om met een passend alternatief voor [verweerster] te komen. [verweerster] heeft zelf voorgesteld om mee te werken in de bibliotheek, om de telefoon te beantwoorden, in de klas mee te helpen, te kopiëren etcetera, maar die voorstellen werden zonder verder toelichting door de Stichting afgewezen.
De Stichting heeft onverplicht de keuze gemaakt om te verhuizen naar de Brede School. [verweerster] is daar thans de dupe van.
[verweerster] heeft tijdens het gesprek op 1 oktober 2010 wel degelijk laten weten bereid te zijn over een outplacementtraject na te denken, maar zij wordt daar door haar armklachten momenteel in belemmerd. Volgens de bedrijfsarts is [verweerster] voorlopig niet in staat om elders aan de slag te gaan en er kan dan ook niet verwacht worden dat [verweerster] via een outplacement in drie maanden een nieuwe baan vindt.
Voor het geval dat de arbeidsovereenkomst toch wordt ontbonden acht [verweerster] een ontbindingsvergoeding van € 7.010,76 (C = 1,5) bruto redelijk.
d. de beoordeling
Uit de stukken en hetgeen ter terechtzitting naar voren is gebracht, is niet gebleken dat het ontbindingsverzoek verband houdt met enig bijzonder opzegverbod. [verweerster] is weliswaar sinds 4 januari 2010 ziek, doch genoegzaam is aangetoond dat de reden van het onderhavige verzoek daarin niet is gelegen.
Het verweer van [verweerster] dat het nog lang niet zeker is dat de Stichting naar de nieuwe locatie zal gaan verhuizen, kan niet slagen. Het verweer van [verweerster] is niet onderbouwd en uit de stukken en het verhandelde ter zitting blijkt genoegzaam dat die verhuizing wel degelijk plaats gaat vinden, en wel op de wijze zoals de Stichting heeft aangevoerd.
In de brief van Servatius van 13 oktober 2010 staat de volgende passage:
“Ten behoeve van de schoonmaak sluit Servatius een contract af met een extern schoonmaakbedrijf, dit bedrijf verzorgt de schoonmaak in het hele gebouw. Wellicht ten overvloede meld ik u hier bij dat er in dat kader geen personele inzet meer wordt verwacht van de gebruikers van het gebouw.”
Naar het oordeel van de kantonrechter is de strekking hiervan duidelijk: in het kader van de schoonmaak is van de gebruikers geen personele inzet meer nodig. Dat [verweerster] hierin leest dat slechts verwacht wordt dat die personele inzet niet meer nodig zal zijn, maar dat dat nog helemaal niet zeker is, berust op een onjuiste lezing van die passage.
Dat de eigen functie van [verweerster] (schoonmaakster) bij de Stichting komt te vervallen is, gelet op het bovenstaande, voldoende komen vaststaan. Dat de door [verweerster] bedoelde andere schoonmaakster bij een andere school haar werkzaamheden na de verhuizing wel zou kunnen voortzetten, kan - wat daar ook verder van zij - niet tot een andere conclusie leiden, nu de Stichting tevens gemotiveerd aangevoerd heeft dat zij na de verhuizing geen budget voor schoonmaakwerkzaamheden meer zal ontvangen, hetgeen van de zijde van [verweerster] onweersproken is gebleven. Bovendien betreft het een andere werkgever, wiens afspraken met diens werknemer de Stichting niet regarderen.
Blijkens het verder onbetwist gelaten overzicht van de personeelsleden van de Tangram (bijlage 4 bij het verzoekschrift) zijn er 17 personeelsleden in dienst, waarvan 1 directeur, 1 adjunct-directeur, 1 onderwijsassistente, 1 leerkracht LB , 12 leerkrachten en 1 interieurverzorgster. Laatstgenoemde functie is de functie van [verweerster]. Ter zitting is namens de Stichting aangevoerd dat [verweerster] niet gekwalificeerd is voor een van de overige functies bij de Tangram, hetgeen door [verweerster] niet althans onvoldoende is betwist. Daarmee staat in voldoende mate vast dat er bij de Tangram geen passende functie voor [verweerster] (meer) is.
Voorts staat onweerspoken vast dat binnen de organisatie van de Stichting geen vacature voorhanden is en dat de Stichting de financiële ruimte mist om voor [verweerster] een functie te creëren.
De kantonrechter zal wegens deze verandering in de omstandigheden de arbeidsovereenkomst ontbinden per 1 januari 2011.
Vervolgens zal de kantonrechter nog beoordelen of aan [verweerster] ten laste van de Stichting een vergoeding dient te worden toegekend. Daarbij is met name van belang of en in hoeverre aan de thans ontstane situatie aan één van de partijen in overwegende mate een verwijt te maken valt, dan wel bepaald kan worden dat het risico daarvan meer bij de ene dan wel bij de andere partij ligt.
De thans ontstane situatie is voortgevloeid uit de keuze van de Stichting om de Tangram te verhuizen naar de Brede School. Dat de Stichting er voor heeft gekozen om de Tangram op een andere locatie te huisvesten, is een omstandigheid die in haar risicosfeer ligt. Dit betekent echter nog niet dat het maken van die keuze verwijtbaar te noemen is. De uitleg die de Stichting geeft over de reden waarom zij die keuze gemaakt heeft, is alleszins begrijpelijk. De gemeente Eijsden wil immers haar centrum een geconcentreerde winkelbestemming geven. De in het centrum gelegen school de Tangram past derhalve niet in dat (bestemmings)plan. Dat de Stichting die plannen van de gemeente niet heeft willen dwarsbomen/vertragen kan haar in dit kader niet verweten worden.
Nu evenmin gebleken is - en ook niet is gesteld - dat aan [verweerster] ook maar enig verwijt ter zake van de thans ontstane situatie gemaakt kan worden, acht de kantonrechter een vergoeding van € 5.100,00 bruto billijk (C = 1). Daarbij is rekening gehouden met een dienstverband vanaf [datum sub 1].
Nu een andere vergoeding wordt toegekend dan waartoe de Stichting zich bereid verklaard heeft, zal zij in de gelegenheid gesteld worden haar verzoek in te trekken.
De kantonrechter acht termen aanwezig de proceskosten te compenseren.
BESLISSING
voor het geval de Stichting niet uiterlijk op 14 december 2010 haar verzoek zal hebben ingetrokken:
Ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst per 1 januari 2011.
Kent aan [verweerster] een ten laste van de Stichting komende vergoeding toe van € 5.100,00 bruto.
Compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
voor het geval de Stichting het verzoek tot ontbinding uiterlijk 14 december 2010 zal hebben ingetrokken:
Veroordeelt de Stichting tot betaling van de aan de zijde van [verweerster] gevallen proceskosten, tot aan de datum van deze beschikking begroot op € 400,00 aan salaris gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mr. I.M. Etman, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken.