ECLI:NL:RBMAA:2010:BO7580
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.M.J. van den Acker
- Th.A.J.M. Provaas
- W.F.J. Aalderink
- Rechtspraak.nl
Omzetting van voorwaardelijke PIJ-maatregel naar onvoorwaardelijke vorm wegens overtreding van voorwaarden
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 30 november 2010 uitspraak gedaan over de omzetting van een voorwaardelijke PIJ-maatregel naar een onvoorwaardelijke vorm. De veroordeelde, die meerdere malen de opgelegde voorwaarden heeft overtreden, was eerder veroordeeld tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen voor de duur van twee jaren. De rechtbank betreurt het dat er geen adequate 24-uurs opvang beschikbaar was in de provincie Limburg, waardoor de veroordeelde niet in een geschikte instelling kon worden geplaatst. Dit leidde tot een situatie waarin de veroordeelde na een kort verblijf in crisisopvang bij zijn moeder en familie ging wonen, maar zich niet aan de afspraken hield.
De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende documenten, waaronder een brief van de jeugdreclasseerder waarin werd aangegeven dat plaatsing in de gewenste instelling niet mogelijk was. Ondanks de inspanningen van de jeugdreclasseerder om de veroordeelde in een 24-uurs opvang onder te brengen, zijn er geen mogelijkheden gevonden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde zich in de periode tot de zitting niet heeft gehouden aan de voorwaarden die hem waren opgelegd, ondanks regelmatig contact met de jeugdreclasseerder.
De raadsman van de veroordeelde heeft gepleit voor een onderzoek naar alternatieve behandelingsmogelijkheden buiten het kader van de PIJ-maatregel, maar de rechtbank heeft geconcludeerd dat de omstandigheden en het gedrag van de veroordeelde een omzetting naar een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel noodzakelijk maken. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de voorwaardelijke maatregel ten uitvoer te leggen, toegewezen. De beslissing is genomen door de meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de rechtbank de ernst van de situatie en de noodzaak van behandeling in aanmerking heeft genomen.