ECLI:NL:RBMAA:2010:BO7062

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
10 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
03/700377-10 en 03/702768-09
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor diefstal en openlijk geweld op een kerkhof

Op 10 december 2010 heeft de Rechtbank Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal en openlijk geweld op een kerkhof. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen op een kerkhof in Valkenburg aan de Geul, in de nacht van 7 juli 2010, een groot aantal grafornamenten, zoals vazen en lantaarns, heeft gestolen. Dit gebeurde door middel van braak en/of verbreking, waarbij ook schade aan de graven is aangericht. De rechtbank heeft geoordeeld dat er sprake was van openlijk geweld, ondanks dat de feiten zich 's nachts afspeelden, omdat er getuigen waren die de gebeurtenissen konden waarnemen. De verdachte heeft zich niet alleen schuldig gemaakt aan diefstal, maar ook aan het opzettelijk vernielen van goederen, wat de emotionele impact op de nabestaanden vergrootte. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, die schadevergoeding hebben gevorderd voor zowel materiële als immateriële schade. De rechtbank heeft de verdachte ook verplicht om zich te houden aan de aanwijzingen van de reclassering, waaronder deelname aan een ambulante behandeling voor psychische problemen en begeleiding naar een woontraject. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en het gebrek aan respect voor de overledenen en hun nabestaanden.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector strafrecht
parketnummers: 03/700377-10 en 03/702768-09 (VTVV)
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 10 december 2010
in de strafzaak tegen
[naam verdachte],
geboren te [geboortegegevens verdachte],
gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Limburg Zuid - De Geerhorst te Sittard.
Raadsman is mr. L.P.H. Hameleers, advocaat te Roermond.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 26 november 2010, waarbij de officier van justitie, de verdediging en de verdachte hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1: samen met anderen op een kerkhof goederen (grafornamenten, lantaarns, vazen en dergelijke) heeft gestolen door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
Feit 2: openlijk geweld heeft gepleegd door op een kerkhof graven te vernielen.
3 De beoordeling van het bewijs
3.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de feiten op grond van de aangiftes en de bekennende verklaring van verdachte wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard.
3.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van de bewezenverklaring van de feiten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Hij vraagt zich wel af of bij alle aangiftes sprake is van diefstal. Bij sommige aangiftes wordt immers alleen gesproken over vernieling. Bovendien vraagt hij zich af of ook sprake kan zijn van openlijk geweld indien zich dit ’s-nachts heeft afgespeeld, zoals hier het geval was.
3.3 Het oordeel van de rechtbank
Op 7 juli 2010 werd door de politie een melding ontvangen dat er op de begraafplaats te Schin op Geul vernielingen zouden zijn aangericht. De politie heeft onderzoek verricht en geconstateerd dat er aan 43 graven vernielingen waren aangericht. Van veel van deze graven waren vazen en beeldjes afgetrokken, waardoor ook de grafstenen zelf beschadigingen hadden opgelopen. Verdachte heeft zich op 12 juli 2010 zelf bij de politie gemeld als zijnde hierbij betrokken.
Feit 1
Met de officier van justitie en de raadsman acht de rechtbank feit 1 wettig en overtuigend bewezen, met uitzondering van de diefstal van goederen van [naam benadeelde partij 1], [naam benadeelde partij 2] en [naam benadeelde partij 3] en met dien verstande dat niet bij elke diefstal bewezen kan worden dat deze gepaard is gegaan met braak of verbreking. De rechtbank baseert de bewezenverklaring op de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de terechtzitting en de aangiftes van [naam benadeelde partij 4], [naam benadeelde partij 5], [naam benadeelde partij 6], [naam benadeelde partij 7], [naam benadeelde partij 8], [naam benadeelde partij 9], [naam benadeelde partij 10], [naam benadeelde partij 11], [naam benadeelde partij 12], [naam benadeelde partij 13], [naam benadeelde partij 14], [naam benadeelde partij 15], [naam benadeelde partij 16], [naam benadeelde partij 17], [naam benadeelde partij 18], [naam benadeelde partij 19], [naam benadeelde partij 20], [naam benadeelde partij 21], [naam benadeelde partij 22], [naam benadeelde partij 23], [naam benadeelde partij 24], [naam benadeelde partij 25], [naam benadeelde partij 26], [naam benadeelde partij 27], [naam benadeelde partij 28] en [naam benadeelde partij 29].
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van de diefstal van goederen toebehorende aan [naam benadeelde partij 1], omdat uit zijn aangifte niet valt op te maken dat de diefstal is gepleegd in de tenlastegelegde periode.
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van de diefstal van goederen toebehorende aan [naam benadeelde partij 2] en [naam benadeelde partij 3], omdat zij in hun aangifte slechts spreken van vernieling van goederen. Er is derhalve onvoldoende wettig bewijs voor de tenlastegelegde diefstal van deze goederen.
Feit 2
Ook feit 2 acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de zitting;
- het proces-verbaal van bevindingen van de verbalisanten [naam verbalisant 1] en [naam verbalisant 2];
- het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [naam verbalisant 2].
De rechtbank overweegt ten aanzien van deze bewezenverklaring nog als volgt. Er is sprake van openlijk geweld, indien het gaat om geweld dat zich door onverholen, niet heimelijke feiten heeft geopenbaard, zodat daardoor de openbare orde is aangerand. In 1966 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat geen sprake is van openlijk geweld in een geval waarbij dat geweld werd bedreven in de nacht – in het donker - in een afgelegen parkje. Nu ook de onderhavige zaak zich ’s nachts heeft afgespeeld, op een kerkhof dat omgeven was door diverse hagen, roept dit de vraag op of hier wel sprake is geweest van openlijk geweld.
De rechtbank heeft gekeken naar latere jurisprudentie (bijvoorbeeld Hoge Raad 26 juni 1979, LJN AC6636). Hierin heeft de Hoge Raad overwogen dat ook bij geweld dat "des nachts" wordt gepleegd en waar op dat moment geen publiek bij was, toch sprake is (kan zijn) van openlijk geweld – in de zin van niet heimelijk. Rest nog de vraag of het kerkhof dusdanig afgelegen lag dat niet meer gesproken kan worden van onverholen geweld. Naar het oordeel van de rechtbank is daar geen sprake van. Zij leidt dit af uit het feit dat er in ieder geval een getuige is die vlak bij het kerkhof woont en die ook zicht heeft op hetgeen zich aldaar afspeelt. Derhalve is hier sprake geweest van openlijk geweld in de zin van artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht.
3.4 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1.
op 7 juli 2010 in de gemeente Valkenburg aan de Geul, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening van een kerkhof, gelegen te Schin op Geul, goederen heeft weggenomen, te weten:
- een grafvaas en een bronskleurige bloem, toebehorende aan [naam benadeelde partij 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders,
en
- een bronzen vaas, toebehorende aan [naam benadeelde partij 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders,
en
- een bronzen vaas, toebehorende aan [naam benadeelde partij 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders,
en
- een bronzen vaas, toebehorende aan de erven [naam benadeelde partij 9], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders,
en
- een bronzen vaas, toebehorende aan [naam benadeelde partij 10], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders,
en
- een bronzen vaas, toebehorende aan [naam benadeelde partij 11], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders,
en
- een bronzen vaas, toebehorende aan [naam benadeelde partij 13], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders,
en
- een bronzen vaas en een bronzen lantaarn, toebehorende aan [naam benadeelde partij 14] en/of de erven [naam benadeelde partij v G.-M.], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders,
en
- een bronzen vaas en een bronzen lantaarn, toebehorende aan [naam benadeelde partij 16], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders,
en
- een bronzen lantaarn, toebehorende aan [naam benadeelde partij 26], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en zijn mededaders,
en
- een vaas en een kandelaar, toebehorende aan [naam benadeelde partij 17], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders,
en
- een koperen vaas, toebehorende aan [naam benadeelde partij 19], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders,
en
- een lantaarn, toebehorende aan [naam benadeelde partij 20], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en zijn mededaders,
en
- een goudkleurige lantaarn, toebehorende aan [naam benadeelde partij 21], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders,
en
- een bronskleurige vaas, toebehorende aan [naam benadeelde partij 22], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders,
en
- een vaas, toebehorende aan [naam benadeelde partij 23], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders,
en
- drie bronzen vazen, toebehorende aan [naam benadeelde partij 24], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en zijn mededaders,
waarbij verdachte en zijn mededaders de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking
en
op 7 juli 2010 in de gemeente Valkenburg aan de Geul, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening van een kerkhof, gelegen te Schin op Geul, goederen heeft weggenomen, te weten:
- een bronzen vaas, toebehorende aan [naam benadeelde partij 29] en/of de erven [naam benadeelde partij 10], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders,
en
- een vaas en een lantaarn, toebehorende aan [naam benadeelde partij 8], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en zijn mededaders,
en
- een bronzen vaas, toebehorende aan [naam benadeelde partij 25], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders,
en
- een bronzen vaas, toebehorende aan [naam benadeelde partij 12], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders,
en
- een ornament, toebehorende aan [naam benadeelde partij 27], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders,
en
- een bronzen vaas, toebehorende aan [naam benadeelde partij 18], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders,
en
- een bronzen vaas, toebehorende aan [naam benadeelde partij 27], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders,
en
- een vaas, toebehorende aan [naam benadeelde partij 28]en/of de erven [naam benadeelde partij B.-H.], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders,
en
- een lantaarn en een marmeren vaas, toebehorende aan [naam benadeelde partij 7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders.
2.
hij op 7 juli 2010 in de gemeente Valkenburg aan de Geul, met anderen, aan de openbare weg, te weten de begraafplaats te Schin op Geul, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een of meerdere graven, welk geweld bestond uit het verwijderen van ornamenten en vazen en lantaarns en het trekken aan graven, waarbij hij, verdachte, opzettelijk ornamenten en vazen en lantaarns heeft verwijderd en aan graven heeft getrokken.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is tenlastegelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
4 De strafbaarheid
Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
feit 1:
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking, meermalen gepleegd
en
diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd
in eendaadse samenloop gepleegd met
feit 2:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen goederen, terwijl hij opzettelijk goederen vernielt.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
5 De strafoplegging
5.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 7 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en daarbij als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht waarbij verdachte zich dient te houden aan een meldingsgebod, dient mee te werken aan een intake gericht op een klinische behandeling en dient mee te werken aan een traject (naar) begeleid wonen.
5.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
5.3 Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is ge¬komen.
Omdat hij geld nodig had heeft verdachte, samen met twee anderen, op een kerkhof een groot aantal grafornamenten zoals vazen, lantaarns en andere soortgelijke goederen gestolen. Om de diefstallen van deze goederen, die voor de nabestaanden een zeer grote emotionele waarde vertegenwoordigen, mogelijk te maken, hebben verdachte en zijn mededaders de ornamenten met grof geweld van de graven verwijderd, waardoor een aantal graven zijn beschadigd. De rechtbank rekent verdachte zijn handelen zwaar aan.
Door juist grafornamenten te stelen en hierbij ook nog de graven zelf te beschadigen heeft verdachte getoond geen enkel respect te hebben gehad voor de overledenen en hun nabestaanden die hierdoor hevig geëmotioneerd zijn geraakt. Zijn handelen heeft ook gezorgd voor een maatschappelijk gevoel van ongenoegen over het feit dat zelfs een kerkhof niet gevrijwaard is van diefstal en geweld.
Gelet op dit alles is een gevangenisstraf van langere tijd op zijn plaats. Nu verdachte al eerder meerdere malen strafbare feiten heeft gepleegd en bovendien nog in een proeftijd liep, is de rechtbank van oordeel dat de oplegging van een gevangenisstraf van 7 maanden in beginsel een passende straf is. Daar staat tegenover dat verdachte oprecht berouw heeft getoond voor zijn daden en dat hij naar het oordeel van de rechtbank reclasseringstoezicht behoeft. Om dit mogelijk te maken zal de rechtbank daarom van deze 7 maanden 2 maanden voorwaardelijk opleggen met een proeftijd van 2 jaar. Gelet op de omstandigheid dat verdachte blijkens het reclasseringsadvies op vele leefgebieden problemen kent, zal zij als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht opleggen, met daarbij de bepaling dat verdachte zich gedurende de proeftijd dient te houden aan de aanwijzingen en richtlijnen van de reclassering, ook als dat inhoudt:
- meewerken aan een ambulante behandeling voor zijn psychische problemen;
- meewerken aan een traject om te komen tot begeleid wonen of maatschappelijke opvang;
- verblijf in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang voor ten hoogste de duur van de proeftijd, dan wel zoveel korter als de reclassering dat nodig vindt.
De rechtbank zal niet bevelen dat verdachte zich gedurende de proeftijd klinisch moet laten behandelen. Zij acht de informatie die het reclasseringsrapport geeft over de noodzaak hiervan te summier om tot een dusdanig vergaande maatregel over te gaan.
6 De vordering tot tenuitvoerlegging
Ter terechtzitting is gelijktijdig behandeld de vordering van de officier van justitie tot
tenuit¬voer¬legging alsnog van een gevangenisstraf van 8 maanden, aan de verdachte opgelegd bij on¬herroepelijk vonnis van de meervoudige kamer te Maastricht d.d. 8 juli 2009, gewezen onder parketnummer 03/702768-09.
De vordering voldoet aan de bij de wet gestelde eisen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de verdachte door hetgeen thans bewezen en strafbaar is verklaard zich voor het einde van de vastgestelde proeftijd opnieuw heeft schuldig gemaakt aan strafbare feiten en aldus de algemene voorwaarde heeft overtreden.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd 6 maanden voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf ten uitvoer te leggen en ten aanzien van de overige 2 maanden voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf de proeftijd te verlengen.
De raadsman heeft bepleit om 4 maanden voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf ten uitvoer te leggen en ten aanzien van de overige 4 maanden voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf de proeftijd te verlengen.
Bijzondere omstandigheden die aan de gevorderde tenuitvoerlegging in de weg zouden staan zijn niet aanwezig.
De rechtbank acht het passend de tenuitvoerlegging te gelasten van 4 maanden voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf. Ten aanzien van de overige 4 maanden voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf zal zij, ter voorkoming van recidive, de proeftijd verlengen met een jaar.
7 De benadeelde partijen
De benadeelde partijen [naam benadeelde partij 4], [naam benadeelde partij 8], [naam benadeelde partij 25], [naam benadeelde partij 11], [naam benadeelde partij 13], [naam benadeelde partij 26], [naam benadeelde partij 20], [naam benadeelde partij 21] en [naam benadeelde partij 30] vorderen vergoeding van de door hen geleden schade. Het betreft schadevergoeding vanwege geleden materiële en immateriële schade. Namens de benadeelde partij [naam benadeelde partij 13] is ter terechtzitting naar voren gebracht dat de gevorderde materiële schade dient te worden gehalveerd.
De officier van justitie heeft gevorderd de vorderingen geheel toe te wijzen met daarbij de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft ten aanzien van deze vorderingen geen verweer gevoerd
Uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partijen [naam benadeelde partij 4], [naam benadeelde partij 8], [naam benadeelde partij 25], [naam benadeelde partij 11], [naam benadeelde partij 13], [naam benadeelde partij 26], [naam benadeelde partij 20], [naam benadeelde partij 21] en [naam benadeelde partij 30] door het hiervoor onder 2 bewezenverklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële schade is toegebracht tot de door hen gevorderde bedragen. Voorts is komen vast te staan dat aan voormelde benadeelde partijen hierdoor rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. De hoogte van deze immateriële schade wordt door de rechtbank naar billijkheid vastgesteld op een bedrag van € 50,-.
Nu aan de verdachte ter zake van feit 2 een straf zal worden opgelegd, zullen deze vorderingen worden toegewezen.
8 Het beslag
De hierna in de beslissing genoemde, in beslag genomen tas zal verbeurd worden verklaard.
De in beslag genomen betonschaar zal worden onttrokken aan het verkeer.
Het in beslag genomen toetsenbord, de piketpaaltjes en de kniebeschermer zullen aan verdachte worden teruggegeven.
9 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 24c, 33, 33a, 36b, 36d, 36f, 55, 141, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.
10 De beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;
Straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 7 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van twee jaar schuldig maakt aan een strafbaar feit of omdat verdachte tijdens de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt als bijzondere voorwaarde dat verdachte zich tijdens de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens de Reclassering, ook indien dit inhoudt:
- meewerken aan een ambulante behandeling voor zijn psychische problemen;
- meewerken aan een traject om te komen tot begeleid wonen of maatschappelijke opvang;
- verblijf in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang voor ten hoogste de duur van de proeftijd, dan wel zoveel korter als de reclassering dat nodig vindt;
- draagt deze reclasseringsinstelling op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijke deel van de opgelegde gevangenisstraf;
Vordering tenuitvoerlegging
- gelast dat van de voorwaardelijke gevangenisstraf van 8 maanden die bij vonnis d.d. 8
juli 2009 is opgelegd in de zaak onder parketnummer 03/702768-09 ten uitvoer zal
worden gelegd voor een gedeelte groot 4 maanden;
- gelast dat van de voorwaardelijke gevangenisstraf van 8 maanden die bij vonnis d.d. 8
juli 2009 is opgelegd in de zaak onder parketnummer 03/702768-09 ten aanzien van een
gedeelte groot 4 maanden de proeftijd zal worden verlengd met één jaar;
Benadeelde partijen
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij [naam benadeelde partij 4], [adres benadeelde partij 4], van € 336,79 en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 7 juli 2010 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam benadeelde partij 4], € 336,79 te betalen, bij niet betaling te vervangen door 6 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 juli 2010;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij [naam benadeelde partij 8], [adres benadeelde partij 8], van een bedrag van € 586,- en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 7 juli 2010 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam benadeelde partij 8], € 586,- te betalen, bij niet betaling te vervangen door 11 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 juli 2010;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij [naam benadeelde partij 25], [adres benadeelde partij 25], van een bedrag van € 317,75 en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 7 juli 2010 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam benadeelde partij 25], € 317,75 te betalen, bij niet betaling te vervangen door 6 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 juli 2010;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij [naam benadeelde partij 11], [adres benadeelde partij 11], van een bedrag van € 336,79 en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 7 juli 2010 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam benadeelde partij 11], € 336,79 te betalen, bij niet betaling te vervangen door 6 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 juli 2010;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij [naam benadeelde partij 13], [adres benadeelde partij 13], van een bedrag van € 305,- en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 7 juli 2010 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam benadeelde partij 13], € 305,- te betalen, bij niet betaling te vervangen door 6 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 juli 2010;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij [naam benadeelde partij 26], [adres benadeelde partij 26], van een bedrag van € 546,23 en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 7 juli 2010 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam benadeelde partij 26], € 546,23 te betalen, bij niet betaling te vervangen door 10 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 juli 2010;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij [naam benadeelde partij 20], [adres benadeelde partij 20], van een bedrag van € 227,49 en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 7 juli 2010 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam benadeelde partij 20], € 227,49 te betalen, bij niet betaling te vervangen door 4 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 juli 2010;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij [naam benadeelde partij 21], [adres benadeelde partij 21], van een bedrag van € 265,- en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 7 juli 2010 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam benadeelde partij 21], € 265,- te betalen, bij niet betaling te vervangen door 5 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 juli 2010;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij [naam benadeelde partij 30], [adres benadeelde partij 30], van een bedrag van € 110,-, en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 7 juli 2010 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam benadeelde partij 30], € 110,-, te betalen, bij niet betaling te vervangen door 2 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 juli 2010;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
Beslag
- verbeurdverklaring van het volgende in beslag genomen, nog niet teruggegeven
voorwerp: 201008126020 1 1.00 STK Tas Kl: blauw/gr
-
1814040
- onttrekking aan het verkeer van het volgende in beslag genomen, nog niet
teruggegeven voorwerp:
201008126020 4 1.00 STK Betonschaar Kl: rood
-
1814052, zwarte handvaten
- teruggave aan verdachte van de volgende in beslag genomen, nog niet teruggegeven
voorwerpen:
201008126020 2 1.00 STK Toetsenbord Kl: grijs
SILVERCREST
1814042
201008126020 3 4.00 STK IJzer
-
1814049, piketpaaltjes (ijzeren staven)
201008126020 5 1.00 PR Kniebeschermer Kl: zwart
-
1814054
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M.E. Kessels, voorzitter, mr. S.V. Pelsser en mr. W.F.J. Aalderink, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.C. Smeets, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 10 december 2010.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 7 juli 2010 in gemeente Valkenburg aan de Geul, tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening van een kerkhof, gelegen aan Kerkplein 1 te Schin
op Geul, een of meerdere goederen heeft weggenomen, te weten:
- een (bronzen) (graf)vaas en/of een (bronskleurige) bloem, in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam benadeelde partij 4] (A:p.121ev), in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
en/of
- een (bronzen) vaas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan [naam benadeelde partij 5] (A:p.125ev), in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), en/of
- een (bronzen) vaas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan [naam benadeelde partij 6] (A:p.134ev), in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), en/of
- een (bronzen) vaas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan [naam benadeelde partij 29] en/of de erven [naam benadeelde partij 10] (A:p.139ev), in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en/of
- een vaas en/of een lantaarn, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [naam benadeelde partij 8] (A:p.143ev), in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en/of
- een (bronzen) vaas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan de erven [naam benadeelde partij 9] (A:p.147ev), in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s), en/of
- een (bronzen) vaas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan [naam benadeelde partij 25] (A:p.151ev), in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), en/of
- een (bronzen) vaas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan [naam benadeelde partij 10] (A:p.155ev), in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), en/of
- een (bronzen) vaas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan [naam benadeelde partij 11] (A:p.159ev), in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), en/of
- een (bronzen) vaas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan [naam benadeelde partij 12] (A:p.163ev), in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), en/of
- een (bronzen) vaas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan [naam benadeelde partij 13] (A:p.167ev), in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), en/of
- een (bronzen) vaas en/of een (bronzen) lantaarn, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [naam benadeelde partij 14] enof de erven [benadeelde partij 31] (A:p.172ev), in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), en/of
- een ornament, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[naam benadeelde partij 27] (A:p.176ev), in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), en/of
- een (bronzen) vaas en/of een (bronzen) lantaarn, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [naam benadeelde partij 16] (A:p.180ev), in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
en/of
- een (bronzen) lantaarn, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [naam benadeelde partij 26] (A:p.186ev), in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en/of
- een vaas en/of een kandelaar, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [naam benadeelde partij 17] (A:p.190ev), in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en/of
- een (bronzen) vaas en/of een (bronzen) graflichthouder, in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1](A:p.199ev), in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
- een (bronzen) vaas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan [naam benadeelde partij 18] (A:p.203ev), in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s),
- een (koperen) vaas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan [naam benadeelde partij 19] (A:p.207ev), in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s),
- een lantaarn, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[naam benadeelde partij 20] (A:p.211ev), in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s),
- een (goedkleurige) lantaarn, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [naam benadeelde partij 21] (A:p.214ev), in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
- een (bronskleurige) lantaarn, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [naam benadeelde partij 30] (A:p.218ev), in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
- een (bronskleurige) vaas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [naam benadeelde partij 22] (A:p.221ev), in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
- een vaas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[naam benadeelde partij 3] (A:p.224ev), in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s),
- een vaas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam benadeelde partij 23](A:p.227ev), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s),
- een (bronzen) vaas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan [naam benadeelde partij 27] (A:p.231ev), in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s),
- drie (bronzen) vazen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [naam benadeelde partij 24] (A:p.235ev), in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
- een vaas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[naam benadeelde partij 28]en/of de erven [naam benadeelde partij B.-H.] (A:p.239ev), in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
- een lantaarn en/of een (marmeren) vaas, in elk geval enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan [naam benadeelde partij 7] (A:p.243ev), in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming;
2.
hij op of omstreeks 7 juli 2010 in de gemeente Valkenburg aan de Geul, met een
ander of anderen, op of aan de openbare weg, te weten de begraafplaats aan het
Kerkplein 1 te Schin op Geul, in elk geval op of aan een openbare weg,
openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een of meerdere graven,
welk geweld bestond uit het verwijderen van ornamenten en/of vazen en/of
lantaarns en/of bloemstukken en/of het trekken en/of (omver) duwen van graven,
waarbij hij, verdachte, opzettelijk ornamenten en/of vazen en/of lantaarn
en/of bloemstukken en/of aan graven heeft getrokken/verwijderd en/of aan
graven heeft getrokken en/of (omver) heeft geduwd.
RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Strafrecht
parketnummer: 03/700377-10
proces-verbaal van het voorgevallene ter openbare zitting van de enkelvoudige kamer van de rechtbank voornoemd van 10 december 2010 in de zaak tegen:
[naam verdachte],
geboren te [geboortegegevens verdachte],
wonende te [adres verdachte],
thans gedetineerd in de PI Limburg Zuid - De Geerhorst te
Sittard.
Tegenwoordig:
mr. , rechter,
mr. , officier van justitie,
dhr./mevr. , griffier.
De rechter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de zitting aanwezig. Ter terechtzitting van 26 november 2010 heeft hij afstand gedaan van zijn recht in persoon bij de uitspraak aanwezig te zijn.
De rechter spreekt het vonnis uit en geeft de verdachte kennis dat hij daartegen binnen 14 dagen hoger beroep kan instellen.
Waarvan proces-verbaal, vastgesteld en getekend door de rechter en de griffier.
Raadsman mr. L.P.H. Hameleers, advocaat te Roermond.