ECLI:NL:RBMAA:2010:BO2486
Rechtbank Maastricht
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Toerekenbare tekortkoming door afsluiting gasdoorvoer door verhuurder
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Maastricht op 25 oktober 2010 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een particuliere verhuurder en de huurder. De huurder, aangeduid als [eiseres], had een spoedeisend belang bij het herstel van de gasdoorvoer naar haar woning, die door de verhuurder, aangeduid als [gedaagde], tweemaal was afgesloten. De kantonrechter oordeelde dat het afsluiten van de gasdoorvoer door de verhuurder kwalificeert als een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst. De toezegging van de verhuurder om in de toekomst de gasdoorvoer niet meer af te sluiten, bood onvoldoende zekerheid, vooral gezien de naderende koude periode. De kantonrechter baseerde zijn oordeel ook op de Regeling van de Minister van Economische Zaken, die het afsluiten van gaslevering aan kleinverbruikers in de wintermaanden verbiedt, tenzij er uitzonderingen zijn, wat hier niet het geval was.
De kantonrechter heeft de verhuurder veroordeeld om de gasdoorvoer tot 1 april 2011 niet meer af te sluiten, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per keer en per dag dat hij zich hier niet aan houdt, met een maximum van € 10.000,00. Daarnaast werd de verhuurder veroordeeld in de proceskosten van de huurder, die op dat moment waren begroot op € 598,93. De uitspraak werd gedaan in het kader van een kort geding, waarbij de kantonrechter benadrukte dat het slechts om een voorlopig oordeel ging, en dat de huurder voldoende aannemelijk had gemaakt dat zij spoedeisend belang had bij haar vordering. De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af.