ECLI:NL:RBMAA:2010:BO2008
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot goedkeuring en wijziging huwelijkse voorwaarden onder Duits recht
In deze zaak hebben verzoekers, beiden met de Duitse nationaliteit en woonachtig in Nederland, op 26 oktober 2010 een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank Maastricht. Het verzoek betreft de goedkeuring van een wijziging van huwelijkse voorwaarden die zij eerder in Duitsland hebben opgesteld. De huwelijkse voorwaarden, vastgelegd in een Ehevertrag op 19 mei 1983, bevatten een regeling van Gütertrennung, wat betekent dat de verzoekers het wettelijke stelsel van Zugewinngemeinschaft hebben uitgesloten. De verzoekers willen nu een artikel 8 toevoegen aan hun huwelijkse voorwaarden, dat een verplicht wederkerige finale verrekening bij het einde van het huwelijk door overlijden regelt.
De rechtbank heeft beoordeeld of de verzoekers rechterlijke goedkeuring nodig hebben voor deze wijziging. De rechtbank constateert dat de notariële akte geen expliciete rechtskeuze voor het Nederlandse recht bevat en dat de tekst van de akte niet wijst op de wens van verzoekers om het Nederlandse huwelijksvermogensrecht toe te passen. Daarom concludeert de rechtbank dat het huwelijksgoederenregime onderworpen blijft aan het Duitse recht, dat geen rechtsfiguur van 'rechterlijke goedkeuring' kent.
De rechtbank wijst het verzoek tot goedkeuring af, omdat de wijziging van de huwelijkse voorwaarden niet in overeenstemming is met het Duitse recht. De verzoekers kunnen tegen deze beschikking in hoger beroep gaan bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, maar dit kan alleen door tussenkomst van een advocaat. De beschikking is openbaar uitgesproken op 27 oktober 2010.