ECLI:NL:RBMAA:2010:BN8506
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.H.M. Kuster
- J. Wöretshofer
- W.F.J. Aalderink
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van poging doodslag en poging tot zware mishandeling, bewezenverklaring van bedreiging en verboden wapenbezit
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Maastricht op 21 september 2010 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van poging tot doodslag en poging tot zware mishandeling, alsook van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en verboden wapenbezit. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de poging tot doodslag en zware mishandeling, omdat de verklaringen van getuigen op essentiële punten niet overeenkwamen en er een gebrek aan ondersteunend technisch bewijs was. De rechtbank concludeerde dat er een andere gang van zaken dan de tenlastegelegde feiten tot de reële mogelijkheden behoorde.
De rechtbank kwam echter tot de conclusie dat de verdachte wel degelijk [slachtoffer] had bedreigd door een vuurwapen op hem te richten. Dit werd wettig en overtuigend bewezen door de verklaringen van zowel de verdachte als het slachtoffer. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet had geschoten, wat leidde tot een partieel vrijspraak van de zwaardere aanklachten. De verdachte werd wel schuldig bevonden aan verboden wapenbezit, aangezien hij een vuurwapen en munitie in zijn bezit had.
De rechtbank legde een gevangenisstraf op van negen maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en het recidiverisico van de verdachte, die eerder was veroordeeld voor vergelijkbare feiten. De rechtbank besloot dat de verdachte hulp en ondersteuning van de reclassering moest krijgen, inclusief behandeling voor zijn drugsverslaving, om herhaling van strafbare feiten te voorkomen.