ECLI:NL:RBMAA:2010:BN7361
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering Zorgtoeslag en aansprakelijkheid ex-partner
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Maastricht op 11 augustus 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en gedaagde over de terugvordering van Zorgtoeslag. Eiseres, die samenwoonde met gedaagde, heeft ten onrechte Zorgtoeslag ontvangen en vordert nu de helft van deze toeslag terug van gedaagde. De kantonrechter oordeelt dat de Zorgtoeslag een inkomensafhankelijke regeling is en dat de terugvorderingsbeschikkingen van de Belastingdienst formele rechtskracht hebben. Eiseres kan niet de helft van de Zorgtoeslag terugvorderen van gedaagde, omdat er geen feiten of omstandigheden zijn gesteld die dit anders maken. De kantonrechter verwijst naar een arrest van de Hoge Raad waarin is bepaald dat belasting-schulden niet behoren tot de uitgaven 'ten behoeve van de gewone gang van de huishouding'. Dit betekent dat de aanwending van de Zorgtoeslag voor belastingverplichtingen voor rekening en risico van eiseres komt.
De procesgang omvatte een dagvaarding met producties, een mondeling antwoord, en conclusies van repliek en dupliek. Eiseres heeft gesteld dat zij en gedaagde als fiscale partners zijn aangemerkt en dat zij gezamenlijk de Zorgtoeslag hebben besteed aan de kosten van hun huishouden. De kantonrechter merkt echter op dat eiseres niet heeft aangetoond dat zij en gedaagde hun partnerschap hebben geregistreerd, en dat de Hoge Raad heeft geoordeeld dat belastingverplichtingen niet onder de gezamenlijke huishouding vallen. De kantonrechter wijst de vorderingen van eiseres af en veroordeelt haar in de proceskosten van gedaagde, die zijn begroot op € 200,00 aan salaris voor de gemachtigde. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.