ECLI:NL:RBMAA:2010:BM8644

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
18 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
03-700523-09
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot moord door schieten op café na ruzie

Op 18 juni 2010 heeft de rechtbank Maastricht uitspraak gedaan in de zaak tegen een man die op 19 september 2009 vijf keer door de ruiten van café Malle Babbe in Valkenburg aan de Geul schoot. De man werd veroordeeld tot 7 jaar gevangenisstraf voor poging tot moord. Het schietincident volgde op een ruzie over het contant afrekenen van drankjes. De verdachte keerde gewapend terug naar het café en zocht bewust de confrontatie met de eigenaar. Door de dubbele beglazing van het café werd de kracht van de kogels verminderd, wat mogelijk levensgevaar voor de aanwezigen heeft voorkomen. De rechtbank oordeelde dat het gedrag van de verdachte een ernstige impact had op de slachtoffers en de maatschappij, en rekende dit hem zwaar aan. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte met voorbedachten rade handelde, en dat hij de aanmerkelijke kans op de dood van de aanwezige personen bewust had aanvaard. De vordering van de benadeelde partij, de eigenaar van het café, werd gedeeltelijk toegewezen, terwijl de vordering van een getuige volledig werd toegewezen. De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf van 7 jaar op, en bepaalde dat de tijd in voorarrest in mindering zou worden gebracht op de straf.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector strafrecht
parketnummer: 03/700523-09
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 18 juni 2010
in de strafzaak tegen
[naam verdachte],
geboren te [geboortegegevens verdachte],
wonende te [adresgegevens verdachte],
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Limburg Zuid - De Geerhorst te Sittard.
Raadsman is mr. A.A.Th.X. Vonken, advocaat te Maastricht.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zittingen van 16 maart 2010 en van 4 juni 2010, waarbij de officier van justitie, de verdediging en de verdachte hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
door samen met een ander met een vuurwapen op [naam café] te schieten, heeft geprobeerd de in dat café aanwezige personen te doden, dan wel hen zwaar lichamelijk letsel toe te brengen of ze te bedreigen.
3 De beoordeling van het bewijs
3.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie is van mening dat het primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard. Verdachte heeft samen met zijn medeverdachte [naam medeverdachte] een conflict gekregen met de eigenaar van [naam café], de heer [naam eigenaar café], over de contante betaling van enkele drankjes. Nadat ze uit het café verwijderd waren, zijn verdachte en [naam medeverdachte] gezamenlijk weggelopen. Beiden hebben zich vervolgens elders bewapend. [naam medeverdachte] heeft zich bewapend met een honkbalknuppel en verdachte met een vuurwapen. Tussen de tien en twintig minuten later zijn ze opnieuw bij het [naam café] gearriveerd en zijn ze beiden overgegaan tot geweld. [naam medeverdachte] heeft twee ramen stukgeslagen met de meegenomen knuppel. Verdachte heeft vervolgens met een vuurwapen door de ruiten van het café geschoten. In het café bevond zich op dat moment nog een vijftal mensen. Voorafgaand aan het schieten werden er, volgens een aantal getuigen, kreten geroepen als “ik schiet je kapot” en “je kop gaat eraf'”. Gelet op het tijdsverloop en het planmatige karakter van de gebeurtenissen, zijn er volgens de officier van justitie momenten van rustig overleg geweest voorafgaand aan de uitvoering en dus van voorbedachten rade. Van een ogenblikkelijke gemoedsopwelling is geen sprake geweest.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte het voorwaardelijk opzet heeft gehad op de dood van de in het café aanwezige personen. Gezien de aard van de agressieve gedragingen van verdachte en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan kan het niet anders zijn dan dat verdachte de aanmerkelijke kans op het mogelijke gevolg daarvan - de dood van de personen die in het café aanwezig waren - bewust heeft aanvaard. Zo is een vuurwapen naar algemene ervaringsregels een geschikt middel om iemand te doden, ook wanneer daarmee door een ruit moet worden geschoten. Dat door het handelen van verdachte geen slachtoffers zijn gevallen is enkel te wijten aan de bij verdachte onbekende omstandigheid dat er sprake was van dubbele beglazing. Ook heeft verdachte het risico genomen dat hij door de reeds door [naam medeverdachte] kapotgeslagen ruiten zou schieten.
3.2 Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van het primair, subsidiair en meer subsidiair tenlastegelegde heeft de raadsman vrijspraak bepleit. Hij heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte geen opzet had op het doden of verwonden van de personen die zich bevonden in het café. Om die reden heeft verdachte ook niemand geraakt terwijl dit gemakkelijk had gekund. Evenmin heeft verdachte de aanmerkelijke kans aanvaard dat hij door te schieten personen zou raken. Hij heeft immers bewust naar links, op de muziekinstallatie, geschoten. Aan die kant van de zaak bevonden zich geen personen, hetgeen voor verdachte duidelijk waarneembaar was. Daarnaast heeft verdachte door dubbele beglazing heen geschoten, tengevolge waarvan er geen sprake is geweest van een aanmerkelijke kans dat het schieten de dood dan wel letsel kon veroorzaken.
3.3 Het oordeel van de rechtbank
Op 19 september 2009 vond bij [naam café] in Valkenburg een schietincident plaats. Toen de politie om 02.38 uur ter plaatse kwam, werd zij door een aantal zeer paniekerige en opgewonden personen aangesproken. De eigenaar van het café, [naam eigenaar café], deelde de politie mede dat een man genaamd [naam verdachte] enkele gerichte schoten op het café had gelost. Dit had [naam verdachte] gedaan nadat een andere persoon met een voorwerp enkele ruiten had ingeslagen.
Bij het onderzoek op de plaats delict die ochtend werden 3 hulzen aangetroffen. Ook werden 4, mogelijk 5, inschoten waargenomen die mogelijk van buitenaf waren ontstaan. Een medewerker van het tegenoverliggende café overhandigde de politie 2 hulzen die hij eerder die ochtend op zijn terras had aangetroffen. Deze waren van hetzelfde kaliber als de 3 eerder aangetroffen hulzen. In de glaspanelen in de voorruit werden ringvormige gaten waargenomen. Door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) is onderzoek gedaan naar de schietrichting van de afgevuurde kogels. De conclusie van het onderzoek is dat de drie onderzochte kogels en de onderzochte kogelmantel zijn afgevuurd onder een hoek van 73 en 90 graden. Dit betreft de hoek waaronder de kogels het object hebben geraakt. Op de blauwe pilaar voor het derde glazen paneel werd een beschadiging waargenomen die mogelijk was veroorzaakt door een vuurwapen. In de linker deurpost van het kozijn naar het privé-gedeelte werd een beschadiging aangetroffen die mogelijk recent was veroorzaakt. Achter de gebogen toog was voor de prullenbak op de grond een projectiel/deel aangetroffen. Op een koelkast was een beschadiging die mogelijk in verband kon worden gebracht met het aangetroffen projectiel. De conclusie van het onderzoek was ondermeer dat vanaf de straatzijde voor het [naam café] met een vuurwapen, pistool, met scherpe munitie naar binnen was geschoten. Van de plaats delict werden foto’s gemaakt die werden opgenomen in een afzonderlijk proces-verbaal.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij 5 keer heeft geschoten op [naam café]. Voorts heeft hij verklaard dat er voorafgaande aan het schietincident in het café een ruzie had plaatsgevonden met [naam eigenaar café]. Naar aanleiding daarvan was hij zich gaan bewapenen met een vuurwapen en een honkbalknuppel. Vervolgens was hij teruggelopen naar het café, waarna hij de schoten had gelost. Ter terechtzitting van 4 juni 2010 heeft verdachte verklaard dat hij niet wist dat [naam café] voorzien was van dubbele beglazing.
De getuige [naam getuige 1] heeft bij de politie verklaard dat hij op 18 september omstreeks 23.30 uur samen met zijn vriendin arriveerde in [naam café] te Valkenburg. In het café was hij getuige geweest van een ruzie tussen de café-eigenaar en verdachte. Hij hoorde verdachte roepen: ", dat is nog niet afgelopen, hier krijg je spijt van", of iets dergelijks. Na dit incident verzocht de portier van het café de nog aanwezige bezoekers om af te rekenen en het café te verlaten. Getuige [naam getuige 1] verliet daarop het café. Enige tijd later zag hij, staande aan de overzijde van de straat op een afstand van ongeveer 5 meter van het café, dat verdachte en een man met lang haar aan kwamen lopen. Hij wist dat er op dat moment nog vijf personen in het café aanwezig waren. Hij zag dat verdachte en de man met het lange haar doorliepen in de richting van [naam café]. Vervolgens zag hij dat de man met het lange haar met kracht met een ijzeren staaf tegen de ruit sloeg. Het betrof de - vanuit zijn staanplaats gezien - ruit aan de rechterzijde van het café. Verdachte ging recht voor het café staan en riep: “Is dit wat je wil [naam eigenaar café]?” of woorden van soortgelijke strekking. Daarna sloeg de man met het lange haar ook de linker ruit kapot. Verdachte ging voor het eerste ingeslagen raam staan en had in zijn rechterhand een pistool vast. Met gestrekte arm horizontaal aan zijn schouder richtte hij het pistool recht vooruit op het café. Hij hield het pistool op een afstand van nog geen 40 centimeter voor het raam van het café. De getuige zag toen dat verdachte eenmaal de trekker van het pistool overhaalde waarna hij een schot hoorde. Hij zag dat als gevolg van dit schot een klein gat ontstond in de ruit. Dit gat zat op een hoogte van ongeveer 1.60 meter. Achter deze ruit stond de bar waarbij de eigenaar en het personeel stonden. Vervolgens ging verdachte recht voor de entreedeur staan. Hij richtte zijn pistool recht vooruit op de ruit van de entreedeur en loste een schot. Verdachte liep vervolgens naar het meest linker raam, strekte zijn rechterarm horizontaal aan zijn schouder, en richtte het pistool opnieuw op het café. Vervolgens zag de getuige dat verdachte drie keer, snel achter elkaar, de trekker overhaalde waarna hij drie keer een schot hoorde en drie gaten in die ruit zag. Verdachte bleef al schietend naar links lopen.
De getuige [naam getuige 2] heeft verklaard dat hij op 19 september 2009 omstreeks 02.30 uur buiten voor zijn zaak, [naam café getuige 2] te Valkenburg, stond. Op enig moment zag hij verdachte aan komen lopen. Verdachte hield met zijn rechterhand een op een pistool gelijkend voorwerp vast. Hij hoorde dat verdachte in de richting van [naam café] schreeuwde: “Je kop gaat er vanaf”, dan wel soortgelijke woorden. Vervolgens liep verdachte, zijwaarts lopende, in de richting van de [K-straat]. De getuige hoorde en zag dat verdachte al lopende drie tot vier maal in de richting van [naam café] schoot. Hij herkende de inslagen als pistoolschoten. Vervolgens zag hij de inslagen in meerdere ruiten.
De getuige [naam getuige 3] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij zag dat [naam medeverdachte] de ruiten insloeg en dat verdachte schoot terwijl verdachte liep van rechts naar links. Op het moment dat [naam getuige 3] de eerste schoten hoorde, stond hij achter de bar.
Aangever [naam eigenaar café] heeft op 16 november 2009 bij de politie verklaard dat hij ten tijde van het schietincident op de kruk achter de bar zat op het moment dat de ramen werden ingeslagen. Toen hij vervolgens lichtflitsen zag en knallen hoorde, ging hij staan en zocht hij dekking achter een koelkast die achter het buffet stond.
De getuige [naam getuige 4] heeft op 23 september 2009 bij de politie verklaard dat hij tijdens het schietincident aan de bar zat, vooraan bij de deur.
De getuige [naam getuige 5] heeft bij de rechter-commissaris, met betrekking tot het schietincident in [naam café] in de nacht van 19 september 2009, verklaard dat zij zich de laatste 3 schoten kon herinneren. Toen zij de schoten hoorde, stond zij bij de ingang van de keuken.
De getuige [naam getuige 6] heeft ter terechtzitting verklaard dat zij achter de bar stond toen zij het eerste glasgerinkel hoorde. Zij had ook schoten gehoord, maar zij kon zich niet herinneren waar zij op dat moment stond.
Is sprake van (voorwaardelijk) opzet?
Verdachte heeft op [naam café] geschoten. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij geen enkele ervaring had met vuurwapens en dat hij slechts op de muziekinstallatie, die zich aan de linkerkant van het café bevond, had geschoten. Dit verweer wordt echter niet ondersteund door deskundige [naam deskundige], die op basis van zijn bevindingen verklaart dat het alleen mogelijk is dat het schot door de meest linkse deur op de muziekinstallatie gericht is geweest. De rechtbank concludeert uit de verklaring van de deskundige [naam deskundige] en de verklaring van de getuige [naam getuige 1] dat verdachte nagenoeg recht het café in heeft geschoten.
Voor wat betreft het risico dat verdachte daadwerkelijk personen zou raken, overweegt de rechtbank dat aangever [naam eigenaar café] en de getuigen [naam getuige 4] en [naam getuige 3] hebben verklaard dat zij aan de bar zaten dan wel achter de bar stonden tijdens het schietincident. Getuige [naam getuige 6] heeft verklaard dat zij achter de bar stond toen zij het eerste glasgerinkel hoorde. Getuige [naam getuige 5] verklaarde dat zij in de doorgang van het café naar de keuken stond toen zij de eerste schoten hoorde. Al deze personen hebben dus in het schootsveld gestaan.
Gelet op het vorenstaande, in samenhang met het feit dat verdachte heeft verklaard niet eerder een wapen in handen te hebben gehad waardoor hij een aanzienlijk risico liep dat de kogels niet precies op de plek terecht zouden komen waarop hij richtte, was er dus een groot risico aanwezig dat hij een of meer van de zich in het café bevindende personen zou raken. Verdachte heeft dat risico aanvaard. Hij heeft derhalve bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat hij [naam eigenaar café], [naam getuige 4], [naam getuige 5] en andere in het [naam café] aanwezige personen zou raken of kunnen raken en ook mogelijk dodelijk zou treffen. Dit geldt in het bijzonder voor het schot dat verdachte heeft gelost op de toegangsdeur. Uit bijlage 1 bij het NFI-rapport “munitieonderzoek naar aanleiding van een schietincident in Valkenburg a/d Geul op 19 september 2009” blijkt dat de in het café aanwezige personen zich in of vlakbij het gedeelte van het café hebben bevonden waar de met dit schot verschoten kogel terecht moet zijn gekomen.
Verdachte wist niet dat het café voorzien was van dubbele beglazing zodat deze omstandigheid geen rol speelde bij het door hem aanvaarde risico om de zich in het café bevindende personen te doden.
Op grond van het vorenstaande stelt de rechtbank vast dat verdachte met opzet, in de zin van voorwaardelijk opzet, heeft gehandeld.
Ondeugdelijke poging
De raadsman van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat als gevolg van de dubbele beglazing in het café, geen sprake is geweest van een aanmerkelijke kans dat het schieten door verdachte de dood of het letsel van de zich in het café bevindende personen kon veroorzaken. Voor zover de raadsman hiermee heeft willen betogen dat sprake is van een absoluut ondeugdelijke poging, verwerpt de rechtbank dit verweer.
Zowel het gebruikte middel, een vuurwapen met kaliber 6.35mm Browning, alsook de bij het misdrijf een rol spelende subjecten, de zich in het cafe bevindende personen, zijn geschikt voor de realisering van het voorgenomen misdrijf deze personen te doden. Het is juist dat door de dubbele beglazing de snelheid van de kogels dusdanig is beperkt dat iemand die zich in het café bevindt daardoor geen dodelijk of zwaar lichamelijk letsel zou oplopen. Dit maakt de poging echter niet absoluut ondeugdelijk. Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad (zie bijvoorbeeld HR 23 juni 1987, NJ 1988/420; HR 15 januari 1980, NJ 1980/245 en HR 7 oktober 2003, NJ 2004/63) volgt dat voor het aannemen van een absoluut ondeugdelijke poging nodig is dat de uitvoeringshandeling van een zo kinderlijk, zo ondoeltreffend, zo ongerijmd niveau is, dat deze nimmer tot het door de verdachte beoogde doel had kunnen leiden, zelfs onder voor hem zeer gunstige omstandigheden. Daarom treft het betoog van de raadsman op dit punt geen doel.
Voorbedachte raad
Verdachte heeft voorafgaande aan het schietincident ruzie gehad met de café-eigenaar, [naam eigenaar café]. Verdachte heeft toen tegen [naam eigenaar café] gezegd dat het nog niet was afgelopen, en dat hij er nog spijt van zou krijgen. Na deze ruzie is verdachte zich elders gaan bewapenen en na enige tijd samen met [naam medeverdachte] teruggekomen bij het café, waarna verdachte vijf maal op het café heeft geschoten. Verdachte heeft voldoende tijd en rust gehad om zich rekenschap te kunnen geven van de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad. Naar het oordeel van de rechtbank is sprake van kalm beraad en rustig overleg aan de zijde van verdachte en derhalve van voorbedachten rade.
3.4 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
op 19 september 2009 te Valkenburg, in de gemeente Valkenburg aan de Geul, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk en met voorbedachten rade [naam eigenaar café] en [naam getuige 4] en [naam getuige 5] en andere personen van het leven te beroven, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, met een vuurwapen kogels heeft afgevuurd op [naam café], in welk café, tijdens voornoemd afvuren van die kogels, voornoemde personen zich bevonden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
4 De strafbaarheid
Het bewezenverklaarde levert het volgende strafbare feit op:
T.a.v. primair:
poging tot moord, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
5 De strafoplegging
5.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 7 jaar.
5.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft een strafmaatverweer gevoerd.
5.3 Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is ge¬komen.
Verdachte heeft samen met medeverdachte [naam medeverdachte] in [naam café] ruzie gekregen over het contant afrekenen van enkele drankjes. Samen zijn ze vertrokken en na enige tijd bewapend teruggekomen. [naam medeverdachte] heeft toen met een knuppel twee ramen van [naam café] ingeslagen en vervolgens heeft verdachte vijf keer met een pistool door de ruiten en de deur van het café geschoten. Daar bevond zich op dat moment nog een aantal personen. Door de toevallige omstandigheid dat het café beschikte over dubbele beglazing werd de verwoestende kracht van de afgevuurde patronen in ruime mate verminderd. Was dit niet het geval geweest, dan had verdachte meerdere mensen in levensgevaar gebracht en mogelijk zelfs gedood. Door zijn buitengewoon gewelddadige gedrag, waarbij hij de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat meerdere personen daardoor zouden komen te overlijden, heeft hij blijk gegeven van een schrijnend gebrek aan respect voor het leven, het meest waardevolle bezit, van zijn medemens. Verdachtes gedrag levert op een meervoudige poging tot moord, een van de ernstigste strafbare feiten in het Wetboek van Strafrecht. Dergelijke strafbare feiten hebben niet alleen een zeer grote impact op de slachtoffers, maar zorgen ook voor hevige maatschappelijke beroering en gevoelens van onveiligheid. De rechtbank rekent dit verdachte ten zeerste aan.
De rechtbank rekent verdachte eveneens aan dat hij na een futiliteit - een onenigheid om enkele drankjes - bewapend terug is gegaan naar het café en hier bewust de confrontatie heeft gezocht. De rechtbank zal dit in de strafmaat tot uiting laten komen.
Bovengenoemde omstandigheden in overweging nemend, is de rechtbank van oordeel dat geen andere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 7 jaar passend en geboden is. Zij zal deze straf dan ook aan verdachte opleggen.
6 De benadeelde partijen
6.1 De benadeelde partij [naam eigenaar café]
De benadeelde partij [naam eigenaar café] vordert een schadevergoeding van € 3.594,49 terzake van alle tenlastegelegde feiten.
De officier van justitie vordert de vordering tot een bedrag van € 994,49 toe te wijzen, nu dit bedrag met een rekening is onderbouwd. De raadsman verzoekt de gehele vordering niet-ontvankelijk te verklaren, aangezien verdachte zijns inziens dient te worden vrijgesproken.
Naar het oordeel van de rechtbank is de vordering van de benadeelde partij [naam eigenaar café], voor zover deze vordering betrekking heeft op een vergoeding ter zake de inkomstenderving en de kosten van de reparatie van de ramen in de nachtelijke uren, niet van zodanig eenvoudige aard dat deze zich voor behandeling in dit strafgeding leent, reden waarom zij zal bepalen dat deze benadeelde partij in haar vordering in zoverre niet-ontvankelijk is en die vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Voor het overige is de vordering van de benadeelde partij wel van zodanig eenvoudige aard gebleken dat deze zich voor behandeling in dit strafgeding leent. Bovendien is de vordering voldoende onderbouwd. Benadeelde partij vordert vergoeding van vier ramen die tijdens de ten laste gelegde feiten zijn vernield. Vast staat dat verdachte tijdens het onder primair ten laste gelegde bewezen strafbare feit ramen heeft vernield en dat [naam medeverdachte] twee ramen heeft vernield. De helft van het door de benadeelde partij gevorderde bedrag is door [naam medeverdachte] vergoed, zodat naar het oordeel van de rechtbank de andere helft door verdachte vergoed dient te worden.
Nu uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij [naam eigenaar café] door het hiervoor onder primair bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks schade is toegebracht tot een bedrag van € 497,25 (zijnde de helft van € 994,49) en nu aan de verdachte ter zake van dat feit een straf zal worden opgelegd, zal deze vordering tot dat bedrag worden toegewezen.
6.2 De benadeelde partij [naam getuige 5]
De benadeelde partij [naam getuige 5] vordert een immateriële schadevergoeding van € 3.500,- terzake van alle tenlaste gelegde feiten.
De officier van justitie verzoekt de vordering geheel toe te wijzen. De raadsman verzoekt de gehele vordering niet-ontvankelijk te verklaren, omdat verdachte zijns inziens dient te worden vrijgesproken. Subsidiair is de raadsman van mening dat de vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, omdat deze niet eenvoudig van aard is.
Nu uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij [naam getuige 5] door het hiervoor onder primair bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks immateriële schade is toegebracht en nu aan de verdachte ter zake van dat feit een straf zal worden opgelegd, zal schadevergoeding worden toegewezen. Bezien in het licht van het zeer ingrijpende strafbare feit dat bewezen is verklaard en de psychische gevolgen die dit heeft gehad voor de benadeelde, welke gevolgen genoegzaam zijn onderbouwd, acht de rechtbank het redelijk en billijk de vordering geheel toe te wijzen tot het bedrag van
€ 3.500,-. Dat de benadeelde partij, reeds voordat het schietincident plaatsvond, heeft geleden onder psychische problemen doet daar naar het oordeel van de rechtbank niet aan af. De omstandigheid dat een slachtoffer van een strafbaar feit psychisch kwetsbaarder is dan gemiddeld dient voor risico van verdachte te komen.
7 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 24c, 36f, 45, 57 en 289 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.
8 De beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;
Straffen
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 7 jaren;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijke deel van de opgelegde gevangenisstraf;
Benadeelde partij [naam eigenaar café]
- veroordeelt verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam eigenaar café], [adres café eigenaar] te betalen een bedrag van
€ 497,25;
- bepaalt dat de benadeelde partij [naam eigenaar café], [adres café eigenaar], voor het overige in haar vordering niet-ontvankelijk is en dat zij deze vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij [naam eigenaar café] in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam eigenaar café] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 9 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [naam eigenaar café] vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [naam getuige 5]
- veroordeelt verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam getuige 5], [adres getuige 5], te betalen een bedrag van € 3.500,-;
- veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij [naam getuige 5] in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[naam getuige 5] voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 45 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [naam getuige 5] vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E. Kramer, voorzitter, mr. R.P.J. Quaedackers en mr. W.F.J. Aalderink, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.C. Smeets, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 18 juni 2010.
Buiten staat
mr. R.P.J. Quaedackers is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat
hij op of omstreeks 19 september 2009 te Valkenburg, in de gemeente Valkenburg
aan de Geul, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
en met voorbedachten rade [naam eigenaar café] en/of [naam getuige 4] en/of
[naam getuige 5]en/of een of meer andere personen van het leven te
beroven, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, meermalen, althans eenmaal
met een vuurwapen kogels heeft afgevuurd op [naam café], in welk café,
tijdens voornoemd afvuren van die kogels, voornoemde personen zich bevonden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 19 september 2009 te Valkenburg, in de gemeente Valkenburg
aan de Geul, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
[naam eigenaar café] en/of [naam getuige 4] en/of [naam getuige 5] en/of een
of meer andere personen van het leven te beroven, met dat opzet meermalen,
althans eenmaal met een vuurwapen kogels heeft afgevuurd op [naam café],
in welk cafe zich, tijdens voornoemd af vuren van die kogels, voornoemde
personen zich bevonden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf
niet is voltooid;
meer subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 19 september 2009 te Valkenburg, in de gemeente Valkenburg
aan de Geul, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, aan [naam eigenaar café]en/of [naam getuige 4] en/of [naam getuige 5] en/of een of meer
andere personen, opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk,
zwaar lichamelijk letsel, toe te brengen, door opzettelijk, na kalm beraad en
rustig overleg, althans opzettelijk meermalen, althans eenmaal, met een
vuurwapen kogels af te vuren op [naam café], in welk cafe zich, tijdens
voornoemd af vuren van die kogels, voornoemde personen zich bevonden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meest subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 19 september 2009 te Valkenburg, gemeente Valkenburg aan
de Geul, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen,
aan [naam eigenaar café] en/of [naam getuige 4] en/of [naam getuige 5] en/of
een of meer andere personen, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven
gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk
dreigend meermalen, althans eenmaal, met een vuurwapen kogels afgevuurd op
[naam café], in welk cafe zich, tijdens voornoemd afvuren van die kogels,
voornoemde personen zich bevonden;
RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Strafrecht
parketnummer: 03/700523-09
proces-verbaal van het voorgevallene ter openbare zitting van de enkelvoudige kamer van de rechtbank voornoemd van 18 juni 2010 in de zaak tegen:
[naam verdachte],
geboren te [geboortegegevens verdachte],
wonende te [adres verdachte],
thans gedetineerd in de PI Limburg Zuid - De Geerhorst te Sittard.
Tegenwoordig:
mr. , rechter,
mr. , officier van justitie,
dhr./mevr. , griffier.
De rechter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is in de zaal van de zitting aanwezig.
De rechter spreekt het vonnis uit en geeft de verdachte kennis dat hij daartegen binnen 14 dagen hoger beroep kan instellen.
Waarvan proces-verbaal, vastgesteld en getekend door de rechter en de griffier.
Raadsman mr. A.A.Th.X. Vonken, advocaat te Maastricht.