ECLI:NL:RBMAA:2010:BM8004
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding na ontbinding van overeenkomst door betalingsachterstand
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Maastricht op 2 juni 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Intrum Justitia Nederland B.V. en een gedaagde die in persoon verscheen. De eiseres, Intrum Justitia Nederland B.V., vorderde schadevergoeding van de gedaagde na de ontbinding van twee overeenkomsten met Vodafone, die de gedaagde op 13 april 2007 had afgesloten voor een periode van 48 maanden. De gedaagde had in gebreke gebleven met de betaling van zijn verplichtingen, wat leidde tot de ontbinding van de overeenkomsten door Vodafone op 14 mei 2009.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet had gereageerd op de stellingen van de eiseres en dat de algemene voorwaarden als overeengekomen dienden te worden beschouwd. De vordering tot schadevergoeding werd toegewezen, met uitzondering van de resterende abonnementstermijnen, die als onredelijk bezwarend werden aangemerkt. De kantonrechter oordeelde dat de eiseres niet voldoende had onderbouwd welke schade zij had geleden en dat de kosten die Vodafone had gemaakt voor het in stand houden van het netwerk niet aan de gedaagde konden worden toegerekend.
De kantonrechter heeft de hoofdsom van € 423,79 toegewezen, evenals € 75,00 aan buitengerechtelijke incassokosten. De wettelijke rente werd toegewezen vanaf de vervaldata van de facturen. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.