ECLI:NL:RBMAA:2010:BM5244
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Wijziging huwelijkse voorwaarden en de gevolgen voor schuldeisers
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Maastricht op 4 mei 2010, hebben verzoekers een verzoekschrift ingediend tot goedkeuring van de wijziging van hun huwelijkse voorwaarden. Dit verzoek is gedaan door [verzoeker 1] en [verzoeker 2], beiden wonende te [adres], met als notaris mr. J.N.M. Laudy. De verzoekers beogen een wijziging van de huwelijkse voorwaarden die op 20 februari 2003 zijn overeengekomen, met de intentie om een met de wettelijke gemeenschap vergelijkbare huwelijksvermogensrechtelijke gemeenschap te creëren. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de voorgestelde wijziging in strijd is met de wet, omdat deze de dwingendrechtelijke bepalingen van artikel 1:94 van het Burgerlijk Wetboek omzeilt. Dit artikel bepaalt dat de erflater of schenker kan bepalen of goederen in de huwelijksgemeenschap vallen door middel van een uitsluitingsclausule.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekers niet voldoende hebben onderbouwd dat de wijziging van de huwelijkse voorwaarden geen benadeling van schuldeisers met zich meebrengt. De rechtbank heeft opgemerkt dat het ontbreken van inzicht in de financiële situatie van de verzoekers, met name in relatie tot de hypotheekschuld op hun woonhuis, een belemmering vormt voor het beoordelen van de rechtmatigheid van de wijziging. De notaris is in de gelegenheid gesteld om de stelling dat er geen benadeling van schuldeisers is, nader toe te lichten en te onderbouwen.
De rechtbank heeft uiteindelijk goedkeuring onthouden aan de wijziging van de huwelijkse voorwaarden voor zover deze beoogt goederen die buiten de gemeenschap vallen, alsnog in de huwelijksgemeenschap te brengen. De beslissing is voorlopig pro forma aangehouden voor de duur van drie maanden, in afwachting van aanvullende informatie van de notaris.