ECLI:NL:RBMAA:2010:BM0849
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de terbeschikkingstelling van een verdachte met ernstige gedragsproblemen
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 26 maart 2010 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een verdachte, die al meer dan twintig jaar onder deze maatregel valt. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de TBS met twee jaar te verlengen, beoordeeld aan de hand van de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit. De rechtbank oordeelt dat het belang van de ter beschikking gestelde zwaarder dient te wegen naarmate de TBS langer duurt, maar dat dit in dit geval niet leidt tot opheffing van de TBS. De kliniek heeft aangegeven dat, ondanks jarenlange behandeling, de kernproblematiek van de verdachte niet is verminderd en dat hij niet kan functioneren zonder externe structuur en controle.
De rechtbank heeft de argumenten van de raadsvrouw van de verdachte, die pleitte voor afwijzing van de verlenging, niet gevolgd. De raadsvrouw stelde dat het recidiverisico tot aanvaardbare proporties is teruggebracht, maar de rechtbank concludeert dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid de verlenging van de TBS eisen. De rechtbank heeft ook de risico-inschatting in overweging genomen, die aangeeft dat zonder externe begeleiding het recidiverisico hoog is. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om de TBS met één jaar te verlengen, zodat er in de tussentijd kan worden gezocht naar een passend alternatief voor de verdachte.
De beslissing is genomen door een meervoudige raadkamer voor strafzaken, waarbij de rechtbank heeft gelet op de vordering van de officier van justitie en de verklaringen van deskundigen. De rechtbank heeft de verdachte en zijn raadsvrouw in de gelegenheid gesteld om hun standpunten naar voren te brengen, maar heeft uiteindelijk de noodzaak van verlenging van de TBS benadrukt, gezien de ernst van de problematiek en het recidiverisico.