ECLI:NL:RBMAA:2010:BL8593
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil over stelselmatig te laat betalen van huur en ontbinding huurovereenkomst
In deze zaak vordert de eiser, [eiser], ontbinding van de huurovereenkomst met de gedaagde, [gedaagde], wegens stelselmatig te laat betalen van de huur. De gedaagde huurt sinds 1 januari 2004 een zelfstandige woonruimte van de eiser, met een aanvangshuurprijs van € 1.150,00 per maand, die jaarlijks is verhoogd tot € 1.259,64. De gedaagde heeft vanaf 2008 gedurende een bepaalde periode de huurverhoging niet betaald en heeft ook het slot van het gehuurde vervangen zonder de eiser hiervan op de hoogte te stellen. De eiser heeft de gedaagde meerdere keren gesommeerd om de achterstallige huur en kosten te betalen, maar de gedaagde heeft slechts gedeeltelijk voldaan aan deze verzoeken.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde stelselmatig te laat heeft betaald, wat de ontbinding van de huurovereenkomst kan rechtvaardigen, ondanks dat de huurachterstand op het moment van de uitspraak slechts € 55,64 bedraagt. De rechter oordeelt dat het betalingsgedrag van de gedaagde, in combinatie met andere tekortkomingen, een ontbinding van de huurovereenkomst kan rechtvaardigen, maar in dit geval niet direct leidt tot ontruiming. De rechter wijst de vordering tot ontruiming af, maar kent wel een bedrag van € 666,49 toe aan de eiser, bestaande uit achterstallige huur en rente.
De rechter benadrukt dat de gedaagde zich in de toekomst moet houden aan zijn betalingsverplichtingen en dat verdere tekortkomingen in de nakoming van de huurovereenkomst mogelijk wel tot ontbinding kunnen leiden. De eiser wordt in het gelijk gesteld voor het bedrag van de huurachterstand en de rente, maar de overige vorderingen worden afgewezen. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten draagt.