ECLI:NL:RBMAA:2010:BL7950
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de Rechtbank in een bemiddelingsovereenkomst bij verkoop van onroerend goed
In deze zaak, die voor de Rechtbank Maastricht is behandeld, betreft het een geschil tussen een makelaar en gedaagden over de verschuldigdheid van courtage na de verkoop van een woning. De eiser, een makelaar, had op 27 december 2007 een bemiddelingsovereenkomst gesloten met de gedaagden voor de verkoop van hun woning. De gedaagden hebben de woning echter zonder tussenkomst van de makelaar verkocht aan een derde partij. De eiser vorderde betaling van courtage, maar de gedaagden betwistten de verschuldigdheid van deze kosten, stellende dat de verkoop niet door de makelaar tot stand was gekomen en dat er sprake was van indeplaatsstelling. De kantonrechter overwoog dat de bevoegdheid van de Rechtbank Maastricht niet van toepassing was, omdat de gedaagden als natuurlijke personen handelden en de overeenkomst niet na het ontstaan van het geschil was aangegaan. De rechter concludeerde dat de zaak niet onder de bevoegdheid van de Rechtbank Maastricht viel en verwees de zaak naar de Rechtbank Arnhem, Sector Kanton. De uitspraak vond plaats op 24 februari 2010.