ECLI:NL:RBMAA:2010:BL5521
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Wanprestatie door advocaat en de gevolgen voor de cliënt in civiele procedures
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Maastricht, stond de vraag centraal of de gedaagde advocaat wanprestatie had gepleegd jegens zijn cliënt, [Naam H.], door niet tijdig en adequaat te handelen in een civiele procedure tegen de Amerikaanse vennootschap Inter-Tel. De cliënt had in 1988 een distributie-overeenkomst gesloten met Inter-Tel en vorderde in 1994 schadevergoeding wegens wanprestatie. De advocaat had echter niet tijdig de onbevoegdheid van de Nederlandse rechter kunnen ondervangen, wat leidde tot een onbevoegdverklaring van de rechtbank. De cliënt startte later een procedure in de Verenigde Staten, die resulteerde in een schikking van 2,9 miljoen dollar. De rechtbank oordeelde dat de cliënt geen schade had geleden door de vermeende tekortkomingen van de advocaat, omdat de uitkomst in de VS gunstiger was dan een mogelijke uitkomst in Nederland. De rechtbank wees de vorderingen van de eiseres af en veroordeelde haar in de proceskosten van de gedaagde.