ECLI:NL:RBMAA:2010:BL4300
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling uit hoofde van een Licentie en Servicecontract
In deze zaak vorderde de besloten vennootschap B&F Coiffures B.V. (hierna: B&F) van de gedaagde partij, die in persoon procedeerde, betaling van een bedrag van € 1.139,16, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De vordering was gebaseerd op een Licentie en Servicecontract dat B&F met de gedaagde had gesloten. De gedaagde had de verschuldigde kosten over de jaren 2008 en 2009 niet voldaan, ondanks dat hij erkende dat hij een factuur in 2007 had betaald. B&F stelde dat de gedaagde in verzuim was, terwijl de gedaagde aanvoerde dat hij ontevreden was over het geleverde computerprogramma en dat B&F niet adequaat had gereageerd op zijn klachten.
De kantonrechter oordeelde dat het bestaan van de overeenkomst tussen partijen vaststond, ondanks de gebrekkige onderbouwing van B&F. De gedaagde had niet betwist dat hij de overeenkomst was aangegaan en was derhalve gehouden om de facturen te voldoen. Het verweer van de gedaagde werd verworpen, omdat hij geen vordering tot ontbinding van de overeenkomst had ingesteld, wat noodzakelijk was om van zijn betalingsverplichting te worden ontheven. De kantonrechter wees de gevorderde hoofdsom van € 896,10 toe, maar wees de gevorderde rente en incassokosten af, omdat B&F niet had aangetoond vanaf wanneer de gedaagde in verzuim was.
De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van de hoofdsom, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding, en tot betaling van de proceskosten aan de zijde van B&F, die op € 441,25 werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. H.W.M.A. Staal, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.