ECLI:NL:RBMAA:2009:BL4341
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van buitengerechtelijke kosten in verband met contractuele schadevergoeding
In deze zaak heeft de vennootschap naar buitenlands recht, Saro Expoxyvloeren, een geldvordering ingesteld tegen een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De vordering werd ingesteld bij dagvaarding op 29 juli 2009, waarbij Saro zich beriep op drie producties die aan het exploot waren gehecht. De gedaagde heeft schriftelijk geantwoord en vier producties overgelegd, maar heeft niet gereageerd op de repliek van Saro, waarin één productie werd toegevoegd. De kantonrechter, mr. H.W.M.A. Staal, heeft op 30 december 2009 uitspraak gedaan in deze zaak.
De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet adequaat had gereageerd op de conclusie van repliek, ondanks dat zij de gelegenheid had gekregen om dit te doen. Het oorspronkelijke verweer van de gedaagde werd als onvoldoende gemotiveerd beschouwd, waardoor de kantonrechter besloot om aan dit verweer voorbij te gaan. De vordering van Saro werd in zijn geheel toegewezen, met uitzondering van de gevorderde vergoeding van buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter oordeelde dat deze kosten al waren inbegrepen in de contractueel bedongen schadevergoeding van € 178,50, en dat toewijzing van de buitengerechtelijke kosten zou leiden tot een onaanvaardbare cumulatie van vergoedingen.
De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van de hoofdsom van € 2.018,91, vermeerderd met contractuele rente, en tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Saro, die op € 594,93 werden begroot. Dit bedrag omvatte een salaris voor de gemachtigde van € 300,--. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.