ECLI:NL:RBMAA:2009:BL4341

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
30 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
343374 CV EXPL 09-3608
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van buitengerechtelijke kosten in verband met contractuele schadevergoeding

In deze zaak heeft de vennootschap naar buitenlands recht, Saro Expoxyvloeren, een geldvordering ingesteld tegen een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De vordering werd ingesteld bij dagvaarding op 29 juli 2009, waarbij Saro zich beriep op drie producties die aan het exploot waren gehecht. De gedaagde heeft schriftelijk geantwoord en vier producties overgelegd, maar heeft niet gereageerd op de repliek van Saro, waarin één productie werd toegevoegd. De kantonrechter, mr. H.W.M.A. Staal, heeft op 30 december 2009 uitspraak gedaan in deze zaak.

De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet adequaat had gereageerd op de conclusie van repliek, ondanks dat zij de gelegenheid had gekregen om dit te doen. Het oorspronkelijke verweer van de gedaagde werd als onvoldoende gemotiveerd beschouwd, waardoor de kantonrechter besloot om aan dit verweer voorbij te gaan. De vordering van Saro werd in zijn geheel toegewezen, met uitzondering van de gevorderde vergoeding van buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter oordeelde dat deze kosten al waren inbegrepen in de contractueel bedongen schadevergoeding van € 178,50, en dat toewijzing van de buitengerechtelijke kosten zou leiden tot een onaanvaardbare cumulatie van vergoedingen.

De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van de hoofdsom van € 2.018,91, vermeerderd met contractuele rente, en tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Saro, die op € 594,93 werden begroot. Dit bedrag omvatte een salaris voor de gemachtigde van € 300,--. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Locatie Maastricht
zaaknr: 343374 CV EXPL 09-3608
Vonnis van 30 december 2009
in de zaak van
de vennootschap naar buitenlands recht SARO EXPOXYVLOEREN,
gevestigd en kantoorhoudend te As (België),
eisende partij,
verder te noemen: Saro,
gemachtigde: J.M.H. Beurskens, deurwaarder te Maastricht,
tegen:
[gedaagde],
wonend te [adres],
gedaagde partij,
verder te noemen: [gedaagde],
in persoon procederend.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Saro heeft bij dagvaarding van 29 juli 2009 een vordering ingesteld tegen [gedaagde] en heeft zich daarvoor mede beroepen op drie aan het exploot van dagvaarding gehechte producties.
[gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord onder overlegging van vier producties.
Saro heeft vervolgens voor repliek geconcludeerd onder toevoeging van één productie (een stuk dat al aan het exploot van dagvaarding was toegevoegd).
[gedaagde] heeft hier niet meer op gereageerd.
Hierna is uitspraak bepaald.
MOTIVERING
[gedaagde] is door de griffier bij een niet-geretourneerde dienstbrief van 4 november 2009 uitdrukkelijk in de gelegenheid gesteld mondeling en/of schriftelijk te reageren op de conclusie van repliek van de wederpartij. [gedaagde] heeft echter nagelaten te reageren en heeft evenmin uitstel voor een dergelijke reactie verzocht. Haar aanvankelijk gevoerde verweer is in de repliek gemotiveerd weersproken en de vordering is daarbij door Saro, mede aan de hand van een productie, nader onderbouwd.
De kantonrechter is daarom van oordeel dat aan het oorspronkelijke verweer, als [gedaagde] dit al heeft willen handhaven, moet worden voorbijgegaan. Het had op de weg gelegen van [gedaagde] om gedetailleerd in te gaan op de conclusie van repliek, nu de inhoud daarvan zeker tot aanvullende stellingname of tot toespitsing van het verweer aanleiding gaf.
Met uitzondering van de door Saro gevorderde vergoeding van buitengerechtelijke kosten, wordt de oorspronkelijke vordering in haar geheel toegewezen, met veroordeling tevens van [gedaagde] als in het ongelijk gestelde partij tot betaling van de aan de zijde van Saro gevallen proceskosten.
In de hoofdvordering is immers al begrepen een bedrag van € 178,50 ter zake van contractueel bedongen forfaitaire schadevergoeding wegens niet-tijdige betaling, zodat toewijzing van de door Saro gevorderde vergoeding van buitengerechtelijke kosten ad € 357,-- leidt tot een rechtens onaanvaardbare cumulatie van volstrekt vergelijkbare (op hetzelfde betrekking hebbende) vergoedingen.
BESLISSING
Veroordeelt [gedaagde] om aan Saro tegen bewijs van kwijting te voldoen de somma van
€ 2.018,91, vermeerderd met de contractuele rente naar 1% per maand over een bedrag van
€ 1.789,01 vanaf 21 juli 2009 tot de dag van algehele voldoening.
Veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van Saro tot de datum van dit vonnis begroot op € 594,93, waarin begrepen een bedrag van € 300,-- aan salaris gemachtigde.
Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst het meer of anders gevorderde af
Dit vonnis is gewezen door mr. H.W.M.A. STAAL, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken.
HP