a) Al aan het einde van de eerste arbeidsovereenkomst was kennelijk voor [verzoeker] een probleem dat hij niet precies wist wat zijn taken en verantwoordelijkheden waren als General Manager. In zijn mail aan [directeur] van 6 juli 2009 schrijft [verzoeker] immers: “To avoid any misunderstanding about what I am enti-tled to, please issue an overview what includes responsibility as General Manager [verweerster] and what will be/is excluded.”
b) Al tijdens de duur van de eerste arbeidsovereenkomst en ook nog vlak voor het aangaan van de tweede arbeidsovereenkomst was [verzoeker] bekend met taalgebruik en toonzetting van zijn feitelijke baas [directeur]. Illustratief daarvoor is de mail van [directeur] aan [verzoeker] van 25 augustus 2009, waarin [verzoeker] op zeer harde en in Nederland bepaald ongebruikelijk wijze op zijn plaats wordt gezet en wordt bekritiseerd.
c) Enkele dagen ná die mail kiest [verzoeker] er niet voor om de eer aan zichzelf te houden en geen tweede arbeidsovereenkomst met [directeur] aan te gaan, maar tekent [verzoeker] bij volle verstand - daar mag de kan-tonrechter toch vanuitgaan - een nieuw arbeidscontract, opnieuw voor een jaar, inclusief - maar dat doet in deze procedure niet terzake - een voor [verzoeker] ook nog belastend non-concurrentiebeding en een relatiebeding.
d) Volgens dat contract is het verder de bedoeling - vooral op initiatief van [verzoeker] (“specify responsibi-lities schrijft hij bij het arbeidscontract”) - dat de taken en verantwoordelijkheden van [verzoeker] als Ge-neral Manager verder zullen worden ingevuld door [verweerster]. [verzoeker] gaat dus een tweede arbeids-overeenkomst aan, zonder dat voor hem duidelijk is welke taken en verantwoordelijkheden uiteindelijk aan hem zullen worden toebedeeld door zijn werkgever.
e) Als [verzoeker] dan op 28 september 2009 - en het nieuwe contract is nog geen maand oud - de zoge-naamde appendix met taken en bevoegdheden van [verweerster] ontvangt, is dat voor hem onacceptabel, daarbij uit het oog lijkende te verliezen dat hij slechts werknemer is en [directeur] nu eenmaal de werkgever.
f) Terwijl dan ondertussen - en punt f) kan niet los worden gezien van e) - ook een discussie loopt van [verzoeker] met [directeur] over vermeende onregelmatigheden waarbij [verzoeker] zou zijn betrokken (kort ge-zegd: de kastekortkwestie en de bestratingskwestie), maakt [verzoeker] bij mail van 1 oktober 2009 aan [bestuurder] in Japan duidelijk dat hij interesse heeft in koop van de golfbaan; de email wordt in ko-pie aan [directeur] gestuurd. Het valt niet moeilijk om in te zien dat deze mail de communicatie en arbeidsrela-tie tussen [verzoeker] en zijn werkgever bepaald niet ten goede komt, zoals ook blijkt uit de reactie van [directeur].
g) Al op 8 oktober 2009 schrijft [verzoeker] vervolgens aan [directeur] een brief, waarin hij aangeeft dat hij de ar-beidsovereenkomst wenst te beëindigen. Hoewel hij eerst terecht schrijft dat beide partijen niet eenzij-dig kunnen opzeggen voor [datum], legt hij vervolgens de bal eenzijdig neer bij [verweerster]: “…..this contract does prevent [verweerster] from terminating the employment agreement before this date. Nevertheless (…), I am willing to accept the termination of my contract before this date not-withstanding the contract.” Voorwaarde daarbij is dan wel “that my contract will terminate no sooner than by the first of February 2010 without the obligation for me to work (…) and in addition the release of the non compete clause in my employment contract.”
h) Bij mail van 15 oktober 2009 - [verzoeker] heeft [directeur] uitgenodigd voor een gesprek over beëindiging van de arbeidsverhouding op 16 oktober 2009 - schrijft [directeur] terug :”(…)As final, I never mention about your termination of Employment Agreement, so if you want to resign this position, then please / apply this.”
i) Op 20 oktober 2009 schrijft [directeur] aan [verzoeker]: “I know you will continue to work but our appendix is still open, so please fill in your disagreed points as soon as possible. If not, I hope you agreed every-thing, so please clarify your situation….” In de pleitnota (nummer 20) van [verzoeker] staat vervolgens: “Toen was het voor [verzoeker] echter al te laat.”
j) Op 26 oktober 2009 meldt [verzoeker] zich ziek. De arbo-arts schrijft [verzoeker] een time-out voor, van 2 weken, met aansluitend - het was al gepland - 3 weken vakantie, van 3 tot en met 20 november 2009. Het ontbindingsverzoek wordt echter al ingediend op 6 november 2009.
k) Op 24 november 2009 komt de arbodienst nog met het voorstel van mediation. [verweerster] - die kenne-lijk nog niet van beëindiging van de arbeidsovereenkomst wil weten en minstens wil beproeven of zake-lijk herstel van de arbeidsrelatie mogelijk is - stelt op 30 november 2009 aan [verzoeker] mediation voor door een onafhankelijk mediator. [verzoeker] heeft niet gesteld dat hij te kennen heeft gegeven dat hij daaraan niet meer wilde meewerken. De mediation kon echter niet meer worden ingevuld en ingepland voor de behandeling van het verzoekschrift op 3 december 2009.