ECLI:NL:RBMAA:2009:BK6805
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van Grieks recht op vermogensrechtelijke gevolgen van huwelijk tussen Griekse nationaliteiten
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Maastricht op 16 december 2009, zijn partijen, beiden met de Griekse nationaliteit, betrokken bij een geschil over de vermogensrechtelijke gevolgen van hun huwelijk. De rechtbank concludeert dat, aangezien Griekenland niet is aangesloten bij het Haags Huwelijksvermogensverdrag van 1978, de vermogensrechtelijke betrekkingen tussen de echtgenoten worden beheerst door Grieks recht. De vrouw heeft op 6 maart 2009 een aanvullend verzoekschrift ingediend, dat op 11 maart 2009 aan de man is betekend. De rechtbank stelt vast dat volgens Grieks internationaal privaatrecht de vermogensrechtelijke betrekkingen tussen echtgenoten worden geregeld door het recht dat hun persoonlijke betrekkingen direct na het huwelijk regelt. Aangezien beide partijen de Griekse nationaliteit hebben, is Grieks recht van toepassing.
De rechtbank overweegt dat er door het huwelijk geen huwelijksgemeenschap ontstaat volgens het Griekse recht, maar dat het aannemelijk is dat partijen tijdens hun huwelijk gemeenschappelijke goederen hebben verworven. De rechtbank besluit daarom het verzoek van de vrouw tot verdeling van deze gemeenschappelijke goederen toe te wijzen, voor zover deze aanwezig zijn. De beschikking is gegeven door rechter W.M.A.E. Cornuit en is in het openbaar uitgesproken. De rechtbank beveelt de verdeling van de aan partijen gemeenschappelijk toebehorende goederen, welke verdeling dient te geschieden ten overstaan van een notaris. Indien partijen geen andere notaris overeenkomen, wordt mr. H.A.G.G. Knops benoemd als notaris voor de verdeling. Tevens wordt mr. S.J.H. Koonen benoemd als onzijdig persoon om de man te vertegenwoordigen indien deze niet verschijnt of niet meewerkt aan de verdeling. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en het meer of anders verzochte is afgewezen.