ECLI:NL:RBMAA:2009:BK6596
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing schadevergoeding vordering tegen advocaat wegens beroepsfouten en vaststellingsovereenkomst
In deze civiele procedure vorderde eiser, wonende te Heerlen, schadevergoeding van zijn voormalige advocaat, gedaagde, wonende te Maastricht. Eiser stelde dat gedaagde meerdere beroepsfouten had gemaakt in de rechtszaken die hij voor eiser had gevoerd tegen de erven van een derde partij. De rechtbank Maastricht heeft in eerdere procedures de vordering van eiser afgewezen, onder andere op basis van verjaring. Eiser stelde dat gedaagde hem niet had geadviseerd over de gevolgen van een vaststellingsovereenkomst die hij had gesloten met de erven, waardoor hij zijn recht op vervangende schadevergoeding had verloren.
De rechtbank heeft de vordering van eiser afgewezen, omdat de door eiser getroffen dading met de wederpartijen, zonder medeweten van gedaagde, het causale verband tussen de beroepsfouten van gedaagde en de gevorderde schade had doorgesneden. De rechtbank oordeelde dat eiser zich had gebonden aan de vaststellingsovereenkomst, die zeer ruim was geformuleerd en waarin hij afstand deed van alle claims. Eiser had niet aangetoond dat hij door de beroepsfouten van gedaagde daadwerkelijk schade had geleden, en bovendien had hij niet voldaan aan zijn stelplicht met betrekking tot een nieuwe beroepsfout die hij gedaagde had verweten.
De rechtbank concludeerde dat eiser als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten werd veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van gedaagde werden begroot op EUR 4.732,-- voor het vast recht en EUR 7.740,-- voor het salaris van de advocaat. Het vonnis werd uitgesproken op 29 juli 2009 door mr. P.H.J. Frénay.