ECLI:NL:RBMAA:2009:BK6537

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
18 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 09 / 337
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Terughoudende toetsing van functiewaardering doktersassistente met betrekking tot inschaling en aanvullende opleiding

In deze zaak hebben meerdere eiseressen beroep ingesteld tegen besluiten van de GGD Zuid-Limburg met betrekking tot de functiewaardering van doktersassistenten. De rechtbank heeft op 18 november 2009 uitspraak gedaan in de gevoegde beroepen, waarbij de rechtbank de terughoudende toetsing van de functiewaardering heeft benadrukt. De eiseressen stelden dat de functiewaardering onjuist was toegepast, met name de score voor schriftelijke communicatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de functie van doktersassistent JGZ is gewaardeerd met 37 punten, wat resulteerde in een inschaling in salarisschaal 5. Eiseressen voerden aan dat hun score voor schriftelijke communicatie gelijk zou moeten zijn aan die van de medewerker centrale planning, maar de rechtbank oordeelde dat de vergelijking niet opging vanwege de verschillen in werkzaamheden. De rechtbank concludeerde dat de waardering van de functie op voldoende gronden berustte en dat de inschaling correct was toegepast. Echter, de rechtbank oordeelde dat de totaalscore voor de functie doktersassistent JGZ moest worden verhoogd van 37 naar 42 punten, wat leidde tot een inschaling in salarisschaal 7. De rechtbank verklaarde de beroepen gegrond en vernietigde de bestreden besluiten, waarbij verweerder werd opgedragen nieuwe besluiten te nemen op de bezwaren van eiseressen. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van de eiseressen.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Bestuursrecht
Meervoudige kamer
Procedurenummers: AWB 09 / 337, AWB 09 / 338, AWB 09 / 357, AWB 09 / 359, AWB 09 / 365, AWB 09 / 368, AWB 09 / 369, AWB 09 / 372, AWB 09 / 373, AWB 09 / 421, AWB 09 / 422, AWB 09 / 424, AWB 09 / 429 en AWB 09 / 431
Uitspraak
in de gedingen tussen
[eiseres1], wonend te Maastricht, kenmerk 2009\0550, AWB 09 / 337, eiseres 1,
[eiseres 2], wonend te Oirsbeek, kenmerk 2009\0540, AWB 09 / 338, eiseres 2,
[eiseres 3], wonend te Oirsbeek, kenmerk 2009\0535, AWB 09 / 357, eiseres 3,
[eiseres 4], wonend te Simpelveld, kenmerk 2009\0541, AWB 09 / 359, eiseres 4,
[eiseres 5], wonend te Brunssum, kenmerk 2009\0537, AWB 09 / 365, eiseres 5,
[eiseres 6], wonend te Amstenrade, kenmerk 2009\0544, AWB 09 / 368, eiseres 6,
[eiseres 7], wonend te Schimmert, kenmerk 2009\0543, AWB 09 / 369, eiseres 7,
[eiseres 8], wonend te Maastricht, kenmerk 2009\0533, AWB 09 / 372, eiseres 8,
[eiseres 9], wonend te Brunssum, kenmerk 2009\0539, AWB 09 / 373, eiseres 9,
[eiseres 10], wonend te Berg en Terblijt, kenmerk 2009\0548, AWB 09 / 421, eiseres 10,
[eiseres 11], wonend te Margraten, kenmerk 2009\0546, AWB 09 / 422, eiseres 11,
[eiseres 12], wonend te Maastricht, kenmerk 2009\0547, AWB 09 / 424, eiseres 12,
[eiseres 13], wonend te Geulle, kenmerk 2009\0549, AWB 09 / 429, eiseres 13,
[eiseres 14], wonend te Elsloo, kenmerk 2009\0545, AWB 09 / 431, eiseres 14,
hierna samen aangeduid als eiseressen,
en
de directie van GGD Zuid-Limburg,
verweerder.
Datum bestreden besluiten: 29 januari 2009
1. Procesverloop
Eiseressen hebben tegen de in de aanhef van deze uitspraak genoemde zakelijk gelijkluidende besluiten beroep ingesteld.
Verweerder heeft de op de zaken betrekking hebbende stukken aan de rechtbank gezonden en grotendeels gelijkluidende verweerschriften ingediend.
Het onderzoek ter zitting in de gevoegde beroepen heeft plaatsgehad op 14 oktober 2009, waar eiseressen allen in persoon zijn verschenen. Eiseres 6 is bijgestaan door haar gemachtigde M.H.G. in de Braekt, werkzaam bij Achmea Rechtsbijstand. Eiseres 9 is bijgestaan door haar gemachtigde T.G.J. Horlings, werkzaam bij SRK Rechtsbijstand. Eiseressen 13 en 14 zijn bijgestaan door M.J. van Weersch, werkzaam bij DAS Rechtsbijstand, waarbij deze in het geval van eiseres 14 waarnam voor de gemachtigde S. Cloosterman, eveneens werkzaam bij DAS Rechtsbijstand.
Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door H. Hodzelmans, H.M.C.M. Bovens en J. Oomes, werkzaam bij verweerder.
2. Overwegingen
Bij de GGD Zuid Limburg is besloten tot de invoering van een nieuw systeem van organieke functiebeschrijving en functiewaardering. Per 3 maart 2008 is vastgesteld de regeling “Het beschrijven en waarderen van functies in de GGD Zuid Limburg”, die voorziet in een functiewaardering met toepassing van het systeem ‘Fuwa-Met’.
In dit kader zijn bij zakelijk gelijkluidende besluiten van 29 september 2008 de functie van doktersassistent JGZ en de hierbij behorende op 25 augustus 2008 vastgestelde functiebeschrijving met functiecode 800.04 op eiseressen van toepassing verklaard.
Aan eiseressen is meegedeeld, dat de organieke functie van doktersassistent JGZ is gewaardeerd met 37 punten, wat betekent dat hun salaris wordt ingepast in salarisschaal 5. Eiseressen behouden hun salarisinpassing in salarisschaal 6.
Hierbij was de score voor het gezichtspunt kennis in totaal 29 punten, te weten 26 punten voor het onderdeel opleidingsniveau, 2 punten voor het onderdeel aanvullende opleiding en 1 punt voor het onderdeel ervaringsjaren. De score voor het gezichtspunt zelfstandigheid was 4B. Voor het gezichtspunt mondelinge communicatie bedroeg de score 2A, voor schriftelijke communicatie 1A. Voor afbreukrisico was de score 1B. De scores voor leidinggeven, taakveldoverschrijdende verantwoordelijkheid en eindverantwoordelijkheid waren 0 punten.
Tegen dat besluit hebben eiseressen bezwaar gemaakt. Het bezwaar richtte zich met name tegen het indicatieve opleidingsniveau en tegen de waardering voor planning en communicatie, die even hoog gewaardeerd dient te worden als bij de medewerker centrale planning. Zij zijn op het bezwaar gehoord door de bezwarencommissie.
Verweerder heeft bij de nu bestreden besluiten gemeld het advies van de bezwarencommissie te volgen en heeft de bezwaren gegrond verklaard voor wat betreft het gezichtspunt kennis, onderdeel opleidingsniveau, en het gezichtspunt mondelinge communicatie. Het opleidingsniveau wordt verhoogd naar MBO-4 en de score voor mondelinge communicatie wordt verhoogd naar 3A. Vermeld wordt dat de scores van andere punten ongewijzigd blijven. De bezwaren worden voor het overige ongegrond verklaard. De totaalscore stelt verweerder op 40 punten, waarmee de inschaling wordt verhoogd naar salarisschaal 6.
Eiseressen hebben tegen de laatstgenoemde besluiten beroep ingesteld bij de rechtbank. De beroepsgronden richten zich tegen de score voor het gezichtspunt schriftelijke communicatie.
Gevorderd wordt een gegrondverklaring van de beroepen met vernietiging van de bestreden besluiten. Eiseressen verzoeken verder verweerder te veroordelen in de proceskosten.
De rechtbank stelt vast dat de onderliggende functiebeschrijving van doktersassistent JGZ niet is aangevochten in bezwaar noch in beroep. Uit het hoorverslag blijkt dat eiseressen op de vraag, of de beschrijving volledig is, bevestigend hebben geantwoord. De functiebeschrijving staat derhalve in rechte vast. Wat hiertegen alsnog op zitting is aangevoerd, met name over protocollen, kan daar niet aan afdoen.
De rechtbank stelt, onder verwijzing naar jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep, voorop dat bij een geschil over functiewaardering de rechterlijke toetsing een terughoudende dient te zijn. De rechter dient zich, naast de overigens in aanmerking komende toetsing van het bestreden besluit aan regels van geschreven en ongeschreven recht en algemene rechtsbeginselen, te beperken tot de vraag of de in geding zijnde waardering op onvoldoende gronden berust. Dit laatste betekent dat eerst tot vernietiging van de omstreden waardering kan worden overgegaan indien deze als onhoudbaar moet worden aangemerkt. Daarvoor is ontoereikend de enkele omstandigheid dat een andere waardering op zich zelf verdedigbaar is.
In het Fuwa-Met systeem is bepaald op welke wijze functies binnen het gezagsbereik van verweerder dienen te worden gewaardeerd. Hiertoe is voor een aantal gezichtspunten met behulp van een kruistabel een score toegekend. Met de totaalscore wordt de salarisschaal bepaald volgens de conversietabel GGD Zuid-Limburg.
Binnen het Fuwa-Met systeem is de zwaarte van de schriftelijke communicatie ofwel de schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid in rapporten, nota’s, voorstellen, brieven, e.d. afhankelijk van de moeilijkheidsgraad of complexiteit van de betreffende materie, evenals van de mate van oorspronkelijkheid die van de functiehouder wordt gevraagd. De mate van gedetailleerdheid van de werkopdrachten speelt hierbij een rol.
Eiseressen hebben aangevoerd dat de score voor schriftelijke communicatie gelijk zou moeten zijn aan die van de medewerker centrale planning en niet 2 punten kan afwijken van de score voor de mondelinge communicatie. In hun opvatting heeft het werk van de doktersassistent wat betreft planning en correspondentie dezelfde basis als de medewerker centrale planning. Daarbovenop komen het samenstellen van de dossiers met uitdieping van de gegevens, de anamnese (in samenhang met een goede mondelinge communicatie), het bijhouden van het individuele kinddossier, gegevens verzamelen en documenten opvragen bij de ketenpartners.
Het geding spitst zich aldus toe op de vraag of verweerder in redelijkheid het gezichtspunt schriftelijke communicatie volgens de kruistabel heeft kunnen indelen op 1A (rij 1, kolom 1) met score 1 punt, waar eiseressen een indeling op 2A (rij 1, kolom 2) met score 2 punten wensen.
Over de in de kruistabel voor schriftelijke communicatie te bepalen mate van oorspronkelijkheid brengt verweerder naar voren dat hier sprake is van invoer van gegevens in standaard brieven, formats en systemen. De door eiseressen genoemde taken als het samenstellen van de dossiers en de anamnese, het bijhouden van het archief en het verzamelen van gegevens behoren alle tot de functie van doktersassistent. Van schriftelijke communicatie is beperkt sprake. Er worden bepaalde handelingen verricht met de schriftelijke producten, zoals samenstellen, opbergen en verzamelen. Bij de anamnese is vooral sprake van mondelinge communicatie. Daarnaast worden gegevens genoteerd in het individuele kinddossier, waarbij het gaat om enkelvoudige informatie zoals het noteren van
lengte, gewicht, het resultaat van visus- en gehoortest en eet- en leefpatronen. Ook worden met een standaardbrief documenten opgevraagd bij de ketenpartners en wordt correspondentie verzonden, die door de jeugdarts is opgesteld.
Een vergelijking met de medewerker centrale planning acht verweerder niet aan de orde vanwege de verschillen in werkzaamheden. Bij de medewerker centrale planning is ook het resultaatgebied functioneel applicatiebeheer opgenomen, wat niet van toepassing is op de functie doktersassistent. Aan de medewerker centrale planning zijn voor het gezichtspunt schriftelijke communicatie twee punten toegekend omdat zij ook documentatie en handleidingen moeten opstellen en beheren, terwijl de doktersassistent uitsluitend verantwoordelijk is voor het invullen van formats.
Verweerder wijst er op dat van belang is dat de niveaubepalende werkzaamheden van de medewerker centrale planning afwijken van die van de doktersassistent. Het eventuele ‘meer’ doen van een bepaald element is voor functiewaardering niet van belang.
De rechtbank overweegt dat met goede argumenten dient te worden aangetoond dat het standpunt van verweerder onjuist is. Dat de doktersassistenten de invulling van hun taken mogelijk anders zien dan uit de eisen die aan de organieke functie worden gesteld blijkt, staat los van de waardering van een organieke functie. Voor de waardering dient te worden uitgegaan van de in de functiebeschrijving vastgelegde taken.
De door eiseressen gemaakte vergelijking met de medewerker centrale planning treft geen doel. In die functie is sprake van het resultaatgebied functioneel applicatiebeheer, waarbinnen documentatie en handleidingen met betrekking tot de specifieke applicaties moeten worden opgesteld en beheerd. Op basis van deze niet bij de doktersassistent voorkomende taken zijn voor het gezichtspunt schriftelijke communicatie twee punten toegekend.
Ter zitting hebben eiseressen naar voren gebracht dat het advies van de bezwarencommissie niet is ingegaan op de (score voor de) schriftelijke communicatie. De rechtbank stelt vast dat dit onderwerp niet in de bezwaarschriften is opgevoerd, noch door eiseressen ter hoorzitting ter sprake is gebracht. De rechtbank overweegt dan ook dat noch de bezwarencommissie noch verweerder het verwijt kan worden gemaakt hierover geen heroverweging in de zin van artikel 7:11 van de Awb te hebben gemaakt.
Dat eiseressen, gelet op de samenhang tussen mondelinge en schriftelijke communicatie, een scoreverschil van 2 punten onbegrijpelijk achten is evenmin een doorslaggevende factor.
De rechtbank overweegt dat het standpunt van eiseressen over het gezichtspunt schriftelijke communicatie niet dusdanig overtuigend is dat dit er, bij de hier aan te leggen toetsing, toe kan leiden dat verweerders standpunt hierover voor onjuist moet worden gehouden.
Op grond van bovenstaande overwegingen komt de rechtbank tot het oordeel, dat gelet op de uit te voeren toets niet kan worden gezegd dat de in geding zijnde waardering op onvoldoende gronden berust.
Vervolgens dient nog te worden bezien of inschaling volgens de conversietabel GGD Zuid Limburg op correcte wijze is toegepast.
Volgens verweerder bedraagt de totaalscore voor de functie 40 punten, welke score correspondeert met salarisschaal 6.
De rechtbank stelt in afwijking hiervan vast dat het nu hogere vereiste opleidingsniveau MBO-4 een score van 30 punten, dus 4 extra punten, oplevert. De nieuwe indeling voor het
gezichtspunt mondelinge communicatie op 3A levert een score van 1 extra punt op. In het bestreden besluit is expliciet vermeld dat (de scores van) andere punten ongewijzigd blijven.
Dit betekent dat de totaalscore voor de functie doktersassistent JGZ door verweerder moet worden verhoogd van 37 naar 42 punten. De door verweerder berekende totaalscore van 40 punten is onjuist. Volgens de conversietabel GGD Zuid-Limburg leidt een score van 42 punten tot een inschaling in salarisschaal 7 (minimaal 41 en maximaal 44 punten).
Verweerder heeft ter zitting aangevoerd dat een hoger opleidingsniveau met zich meebrengt dat de voor de aanvullende opleiding toegekende punten vervallen, zoals door de bezwarencommissie geadviseerd. In die zin dienen de nu bestreden besluiten te worden gelezen. In de bestreden besluiten is géén berekening van de totaalscore opgenomen.
De rechtbank leest in het advies van de bezwarencommissie dat de aanpassing van het opleidingsniveau met zich brengt dat geen of een andere aanvullende opleiding noodzakelijk is. Nog daargelaten dat verweerder in de bestreden besluiten uitdrukkelijk heeft vermeld dat de scores van andere punten (dan het opleidingsniveau en de mondelinge communicatie) ongewijzigd blijven, blijkt niet uit de bestreden besluiten dat verweerder enige heroverweging heeft gemaakt over de vraag of geen dan wel een andere aanvullende opleiding noodzakelijk is. Daarbij komt dat eiseressen - onbestreden - ter zitting hebben gesteld dat diverse na- en bijscholingscursussen essentieel zijn voor het vervullen van de specifieke functie van doktersassistent JGZ en ook worden gevolgd.
Het standpunt van verweerder houdt dan ook geen stand. Het beroep wordt om deze reden gegrond verklaard.
De rechtbank acht termen aanwezig om verweerder te veroordelen in de kosten, die door professionele gemachtigden bijgestane eiseressen in verband met de behandeling van het beroep bij de rechtbank redelijkerwijs hebben moeten maken. Het bedrag van de kosten van de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbij¬stand wordt daarbij vastgesteld overeenkomstig het tarief, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).
De rechtbank kent twee punten met elk een waarde van € 322,00 toe voor de indie¬ning van het beroepschrift en het bijwonen van de zitting en bepaalt het gewicht van de zaak, gelet op de aard en de inhoud van het geschil, op gemiddeld (wegingsfactor 1).
Het te ver¬goeden bedrag voor verleende rechtsbijstand bedraagt derhalve
voor eiseres 6: 2 x € 322,00 x 1 = € 644,00, voor eiseres 9: 2 x € 322,00 x 1 = € 644,00,
voor eiseres 13: 2 x € 322,00 x 1 = € 644,00 en voor eiseres 14: 1 x € 322,00 x 1 = € 322,00.
De bedragen van de reiskosten van eiseressen in verband met het bijwonen van de zitting worden overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste lid, onder c, van het Bpb en artikel 11, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit tarieven in strafzaken 2003 door de rechtbank vastgesteld op de bedragen als vermeld in het dictum, zijnde de reiskosten per openbaar middel van vervoer, laagste klasse.
3. Beslissing
De rechtbank Maastricht:
1.verklaart de beroepen gegrond en vernietigt de bestreden besluiten;
2.draagt verweerder op om met inachtneming van deze uitspraak nieuwe besluiten te nemen op de bezwaren van eiseressen;
3.bepaalt dat aan eiseressen het door elk van hen betaalde griffierecht van € 150,00 wordt vergoed door verweerder;
4.veroordeelt verweerder in de kosten van de beroepsprocedure bij de rechtbank, aan de zijde van:
eiseres 2 begroot op € 13,34 (wegens reiskosten),
eiseres 3 begroot op € 13,34 (wegens reiskosten),
eiseres 4 begroot op € 7,78 (wegens reiskosten),
eiseres 5 begroot op € 13,16 (wegens reiskosten),
eiseres 6 begroot op € 657,34 (waarvan wegens de kosten van rechtsbijstand € 644,00 en wegens reiskosten € 13,34),
eiseres 7 begroot op € 8,46 (wegens reiskosten),
eiseres 9 begroot op € 655,30 (waarvan wegens de kosten van rechtsbijstand € 644,00 en wegens reiskosten € 11,30),
eiseres 10 begroot op € 4,86 (wegens reiskosten),
eiseres 11 begroot op € 4,86 (wegens reiskosten),
eiseres 13 begroot op € 652,46 (waarvan wegens de kosten van rechtsbijstand € 644,00 en wegens reiskosten € 8,46),
eiseres 14 begroot op € 329,04 (waarvan wegens de kosten van rechtsbijstand € 322,00 en wegens reiskosten € 7,04),
te vergoeden door verweerder aan eiseressen.
Aldus gedaan door T.E.A. Willemsen, voorzitter, en M. Hillen en E.V.L. Heuts, leden, in tegenwoordigheid van F.A.W. van Gils als waarnemend griffier en in het openbaar uitgesproken op 18 november 2009.
w.g. F.A.W. van Gils w.g. Willemsen
Voor eensluidend afschrift,
de waarnemend griffier,
Verzonden: 18 november 2009
Voor een belanghebbende en het bestuursorgaan staat tegen deze uitspraak het rechtsmiddel hoger beroep open bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
De termijn voor het instellen van het hoger beroep bedraagt zes weken na de datum van verzending van deze uitspraak.
Bij een spoedeisend belang kunnen een belanghebbende en het bestuursorgaan, nadat hoger beroep is ingesteld, de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep verzoeken een voorlopige voorziening te treffen.